Hoe wordt de instandhoudingssubsidie verdeeld?

Als het budget voor de Subsidieregeling instandhouding monumenten (hierna: Instandhoudingssubsidie) voldoende is, worden alle aanvragen (mits ze voldoen aan de voorwaarden) voor 1 september gehonoreerd. Wanneer het budget onvoldoende blijkt, volgt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een verdeelsystematiek. Hiermee bepalen we welke aanvragen wel en welke niet gehonoreerd worden.

Deze verdeelsystematiek is vastgelegd in de Subsidieregeling instandhouding monumenten en bestaat uit de volgende stappen:

1. Beschikbaar bedrag per categorie

Voor elke categorie in de subsidieregeling (archeologische, groene, overige (gebouwde) rijksmonumenten en verduurzamingsonderzoeken) is ieder jaar een bepaald bedrag beschikbaar. Dit noemen we het subsidieplafond. Een eventueel restbudget van het vorige aanvraagjaar wordt daaraan toegevoegd.

Voor 2023 gelden de volgende subsidieplafonds:    

Categorie Bedrag Artikel(en)
regeling
Gebouwde monumenten € 75.920.000 3, 42f, 42g
Groene monumenten € 17.330.179 3, 42f, 42g
Archeologische monumenten € 820.230 3 + restbudget
Verduurzamingsonderzoeken € 2.435.793 29c
Totaal € 96.506.202

De genoemde artikelen zijn terug te vinden in de Subsidieregeling instandhouding monumenten.

2. Voorrang voor werelderfgoederen en POM’s

Blijkt het budget niet voldoende om alle aanvragen in te willigen, dan geldt de voorrangsregeling: eigenaren van werelderfgoed en professionele organisatie voor monumentenbehoud (POM) krijgen voorrang.

Onderstaande tabel toont hoeveel subsidie in 2023 is toegekend aan werelderfgoederen en POM’s. In de laatste kolom vindt u het resterende budget voor overige eigenaren.

Budget WE POM’s Resterend budget
Gebouwd € 75.920.000 € 2.878.346 € 4.544.864 € 68.496.790
Groen € 17.330.179 € 588.935 € 1.066.725 € 15.674.519
Archeologie € 820.230 € 243.301 € 71.943 € 504.986
Verduurzaming € 2.435.793 € 4.000 € 33.600 € 2.398.193
Totaal: € 96.506.202 € 3.714.582 € 5.717.132 € 87.074.488

3. Verdeling tussen kleine en grote monumenten

Het resterende budget wordt vervolgens verdeeld tussen ‘kleine’ en ‘grote’ monumenten.

Bij de gebouwde rijksmonumenten wordt de grens tussen een klein of groot monument bepaald door de herbouwwaarde van het monument. Kleine monumenten hebben een herbouwwaarde tot € 8,3 miljoen, grote monumenten een herbouwwaarde vanaf € 8,3 miljoen. 

Bij groene en archeologische monumenten wordt deze grens bepaald door de hoogte van de subsidiabele kosten voor het monument waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Als de subsidiabele kosten minimaal € 250.000 bedragen, dan valt het monument in de categorie ‘groot’, anders in de categorie ‘klein’.

Van het structurele jaarlijkse budget van de instandhoudingssubsidie is 75% bestemd voor kleine monumenten en 25% voor grote monumenten. Daarnaast is er een aantal budgetophogingen specifiek voor grote monumenten geweest.

Voor 2023 zijn de budgetten voor de kleine en grote monumenten als volgt:

Resterend budget Klein Groot
Gebouwd € 68.496.790 € 31.372.592 € 37.124.197
Groen € 15.674.519 n.v.t. n.v.t.
Archeologie € 504.986 n.v.t. n.v.t.
Verduurzaming € 2.398.193 n.v.t. n.v.t.
Totaal € 87.074.488 n.v.t. n.v.t.

4. Verdeling op basis van totale kosten aanvraag

Na de verdeling van de budgetten tussen grote monumenten en kleine monumenten prioriteren we binnen deze groepen op basis van totale kosten van de aanvraag. Dit zijn alle kosten die zijn opgenomen in de begroting. Kosten voor verduurzamingsonderzoek nemen we hierin niet mee. Aanvragen met lagere totale kosten krijgen voorrang boven aanvragen met hogere totale kosten.

Als u meerdere monumenten en/of zelfstandig bouwkundige onderdelen in één aanvraag opneemt, dan worden de totale kosten van de aanvraag hoger.

5. Doorschuiven van overblijvend geld

Als budget overblijft, wordt dit geld doorgeschoven.

Voorbeeld: bij categorie gebouwd ‘klein’ blijft geld over. Dit bedrag wordt dan binnen dezelfde categorie doorgeschoven, dus naar gebouwd ‘groot’. Dit kan ook andersom. Hetzelfde principe geldt voor de andere categorieën.

Blijft hierna nog geld over, dan kan het resterende bedrag naar de andere categorieën in de volgorde: groen – gebouwd – archeologie. Is er daarna nog geld over, dan gaat dat naar het volgende jaar.

Het budget voor verduurzamingsonderzoeken is specifiek beschikbaar voor verduurzaming en mag daarom niet worden doorgeschoven naar een andere categorie. Resterende budgetten voor verduurzamingsonderzoeken worden daarom altijd doorgeschoven naar het volgende jaar.

6. Verdeling budget 2023

In een separaat overzicht is specifiek voor 2023 te zien hoe het budget voor de instandhoudingssubsidie is verdeeld.

Uitgebreide cijfers over de instandhoudingssubsidie zijn terug te vinden in de erfgoedmonitor.