Professionele organisaties voor monumentenbehoud

Monumentenorganisaties die eigenaar zijn van minimaal 20 rijksmonumenten kunnen een professionele organisatie voor monumentenbehoud (POM) worden. 

De status van professionele monumentenorganisatie biedt voordelen bij de aanvraag voor instandhoudingssubsidie voor al uw monumenten met uitzondering van woonhuismonumenten.

Voor woonhuismonumenten geldt dat een Professionele organisatie voor monumentenbehoud (Pom)  een vermelding kan krijgen dat instandhouding van monumenten een hoofdactiviteit is. Met deze vermelding kunnen zij ook Sim-subsidie voor woonhuizen aanvragen.

Als een organisatie bij een aanwijzing als POM de vermelding wil krijgen dat het in stand houden van monumenten een hoofdactiviteit van die organisatie is, dan dient dit bij de aanvraag aangetoond te worden.

Daarnaast krijgt uw subsidieaanvraag voorrang als er in totaal meer aanvragen zijn dan er budget beschikbaar is. De verleende subsidie mag door uw organisatie op de meest efficiënte manier binnen het instandhoudingsplan ingezet worden.

Op haar beurt verwacht de rijksoverheid dat uw organisatie goed voor uw monumenten blijft zorgen en actief bijdraagt aan het verbeteren van de monumentenzorg.

Hoe vraagt u de status van professionele monumentenorganisatie aan?

Privaatrechtelijke rechtspersonen of kerkgenootschappen die eigenaar zijn van ten minste twintig rijksmonumenten kunnen een aanvraag indienen tot aanwijzing als professionele organisatie voor monumentenbehoud.

U kunt ieder jaar voor 1 september een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Dat kan door een digitale aanvraag te sturen naar subsidies@cultureelerfgoed.nl ter attentie van mevrouw I.S. Soekaloe.
Het totaal van de bijlagen dat u meestuurt mag niet groter zijn dan 20 MB. En pdf's moeten doorzoekbaar zijn.

Wat is nodig voor een aanvraag?

Voor de aanvraag zijn in ieder geval de volgende documenten nodig waarmee u aantoont aan de inhoudelijke criteria te voldoen:

  • Statuten
    Waaruit blijkt dat de organisatie een statutaire doelstelling tot instandhouding van cultureel erfgoed heeft.
  • Document over kwaliteit van de werkzaamheden
    Een beleid- of visiedocument waarin de kwaliteit van de werkzaamheden bij cultureel erfgoed is geborgd en waarin ten minste wordt ingegaan op de volgende aspecten:
    • de toepassing van in de beroepsgroep geldende uitvoeringsrichtlijnen voor werkzaamheden aan rijksmonumenten
    • het planmatige onderhoud van rijksmonumenten
    • het verrichten van cultuurhistorisch onderzoek bij restauratiewerkzaamheden
    • de beschikking over en organisatie van structurele deskundigheid bij de uitvoering van werkzaamheden aan rijksmonumenten
  • Financiële stukken
    Hiermee toont u aan dat de organisatie financieel stabiel is. Denk aan jaarverslagen en jaarrekeningen of financiële verslagen van de vijf jaren voorafgaand aan het jaar van de aanvraag.
  • Overzicht van het onderhoud
    Waaruit blijkt dat ten minste de helft van het aantal rijksmonumenten waarvan de organisatie eigenaar is, in goede staat is. Die staat moet vastgesteld zijn door een objectieve, deskundige derde partij, tenzij de organisatie zelf daarover beschikt.

Daarnaast moet u voldoen aan twee formele criteria:

  • uw organisatie is een privaatrechtelijk rechtspersoon of kerkgenootschap én
  • eigenaar van ten minste twintig rijksmonumenten.

Let op: Als een verzoek tot aanwijzing niet volledig is en na opvraag niet voldoende wordt aangevuld, kan de RCE het verzoek niet in behandeling nemen. Het is dus belangrijk om een zo volledig mogelijk verzoek in te dienen. Documenten die een conceptstatus hebben, kunnen we niet accepteren.

Monitoring

De Inspectie Overheidsorganisatie en Erfgoed let erop dat de monumentenorganisaties na verloop van tijd nog steeds aan de criteria voldoen.

Wat gebeurt er met uw aanvraag?

Als uw aanvraag op tijd binnen is, volgt er een aantal stappen:

  • De RCE controleert alle aanvragen op volledigheid.
  • Vervolgens toetst de RCE de aanvragen op de twee formele criteria.
  • De RCE stelt de formele adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur op. Hij doet dat namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, jaarlijks vóór eind september.
  • De Raad voor Cultuur toetst deze adviesaanvraag op inhoudelijke criteria en brengt het gevraagde advies uit aan de minister voor het eind van het jaar.
    Meer over deze adviesprocedure vindt u op de website van de Raad voor Cultuur.
  • De RCE stelt een beslisnota op en legt deze samen met het advies van de Raad voor Cultuur uiterlijk half januari voor aan de minister.
  • Tot slot stelt de RCE de aan- en afwijzingsbesluiten op en stuurt deze samen met een kopie van het advies uiterlijk half februari toe aan de aanvragers.