Minister informeert Tweede Kamer over Verdrag van Faro

Demissionair minister Van Engelshoven vindt het van belang dat de uitgangspunten van het Verdrag van Faro meer bekendheid en uitwerking krijgen in Nederland. Dat schrijft zij in een brief waarin ze de Tweede Kamer informeert over de beleidsmatige mogelijkheden om uitvoering te geven aan het verdrag. Het Verdrag van Faro van de Raad van Europa stelt de mens centraal en biedt grondslagen voor het ondersteunen van burgerinitiatieven, het inzetten van de sociale waarde van erfgoed en het overbruggen van de kloof tussen gemeenschappen, erfgoedinstellingen en overheden.

Beeld: ©Museum Rotterdam
Studenten van Hogeschool Rotterdam (Echt Rotterdams Erfgoed nr 0036) over hun ervaringen met Echt Rotterdams Erfgoed

Het belangrijkste uitgangspunt van het verdrag is het recht van ieder mens om betrokken te zijn bij erfgoed en daar een eigen betekenis aan te geven. Het stelt dus niet het cultureel erfgoed centraal, maar de mens. Op die manier is erfgoed verbonden met het beginsel dat erfgoed van en voor iedereen is, dat het bijdraagt aan actief burgerschap en een inclusieve maatschappij, en meerwaarde heeft voor ontwikkelingen in andere sectoren in de maatschappij.

Praktijk in wording

De tussentijdse bevindingen van het Programma Faro en het onderzoek Cultureel erfgoed van en met iedereen laten zien dat er veel kansen zijn voor implementatie van het Verdrag van Faro. Er is sprake van een praktijk in wording die nog wel stimulans en ondersteuning nodig heeft op nationaal, regionaal en lokaal niveau.

Uitvoeringsagenda in samenwerking met erfgoedsector

Voor een optimale invoering van het Verdrag van Faro start het Programma Faro dit jaar een uitvoeringsagenda in gelijkwaardige samenwerking met de erfgoedsector, gemeenten en provincies, het sociale domein en erfgoedgemeenschappen met de vraag wat de uitvoering van het Verdrag voor de specifieke deelgebieden betekent.

Download brief, rapportage en onderzoek van de website van de Tweede Kamer.