Vormen van bouwhistorisch onderzoek

In de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek worden verschillende vormen van onderzoek onderscheiden.

De Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek zijn sinds 2024 een Uitvoeringsrichtlijn (URL) van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). Erkende bouwhistorici werken volgens de URL. De Richtlijnen beschrijven de standaard uitvoeringseisen voor bouwhistorisch onderzoek in verschillende vormen van diepgang. Welke vorm van onderzoek noodzakelijk is, is sterk afhankelijk van het onderzoeksobject (het gebouw) en het doel van het onderzoek: bij een groot herbestemmingsproject of een heel bijzonder object is eerder uitgebreid onderzoek nodig. Bij een kleine uitbreiding of terughoudende restauratie kan dit veelal beperkt blijven. Te veel onderzoek leidt tot te hoge kosten. De keuze voor een bepaalde, proportionele vorm van onderzoek kan in een Plan van Onderzoek (PvO) worden vastgelegd.

Bouwhistorische inventarisatie

De bouwhistorische inventarisatie betreft vaak een groter gebied of een verzameling gebouwen om hier aanwezige of vermoede cultuurhistorische waarden inzichtelijk te maken in de vorm van verwachtings- of attentiekaarten. Op de kaart is bij ieder gebouw te zien of er bekend is dat er bouwhistorische waarden zijn, of dat er een kans is dat deze aanwezig zijn. Ook is deze vorm van onderzoek zeer geschikt om, samen met de resultaten van andere partijen, in te zetten voor het ontwikkelen van ruimtelijk beleid, het opstellen van monumentenlijsten of als input voor bestemmingsplannen.

Bouwhistorische verkenning (met waardestelling)

De bouwhistorische verkenning is doorgaans object- of complexgericht: het gaat om één gebouw of een aantal gebouwen die bij elkaar horen. Middels een bouwhistorische verkenning wordt de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het object in kaart gebracht en welke elementen uit de verschillende fasen van zijn geschiedenis nog aanwezig zijn. Op basis hiervan wordt een waardestelling gemaakt. In de waardestelling worden alle onderdelen van het gebouw gewaardeerd. Ook alle ruimtes met de daar aanwezige elementen komen aan de orde.

De waardestelling geeft een eigenaar of ontwikkelaar duidelijke uitgangspunten voor een verantwoorde omgang met het object. Daarnaast dient de waardestelling als toetsingskader voor restauratie, verbouwing of herbestemming.

Bouwhistorische opname

De bouwhistorische opname is een uitgebreidere onderzoeksvorm. Deze vorm van onderzoek is soms pas mogelijk wanneer ook latere interieurafwerkingen (deels) kunnen worden verwijderd. Op die manier komen ook niet direct zichtbare eerdere bouwfasen van het object in beeld. Een bouwhistorische opname kan ook op onderdelen van een gebouw worden toegepast en wordt dan aangeduid als ‘deelontleding’. Documentatie vindt plaats in de vorm van analytisch onderzoek, opmetingen, fotodocumentatie, faseringstekeningen of reconstructietekeningen.

Afhankelijk van het onderzoeksobject worden zo nodig specialistische onderzoekers ingeschakeld. Enkele voorbeelden van specialistisch onderzoek zijn: