Het Wönnershoes: van oude vakwerkschuur naar duurzame woonboerderij

Vlakbij Enschede ligt het eeuwenoude landgoed de Kuper. Het hart van het erf wordt gevormd door twee boerderijen, waaronder ‘Het Wönnershoes’, een geheel gerestaureerde, comfortabele en duurzame woonboerderij, een rijksmonument. Maar daar ging wel een grondige verbouwing aan vooraf. Eigenaar Gerton Kampmeier: ‘Toen we het huis kochten was het niet veel meer dan een deels ingestorte schuur. Het stond al vijftig jaar leeg. Er was alleen elektriciteit, geen gas, geen waterleiding en geen riool.’

Het gerestaureerde Wönnershoes op landgoed De Kuper bij Enschede.
Beeld: Henry van der Wal
Het gerestaureerde Wönnershoes op landgoed De Kuper bij Enschede.

Eva Wijdeveld, adviseur architectuurhistorie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) raakte in 2018 betrokken bij het project, nadat de vergunningen al waren afgegeven. ‘Voor herbestemming en restauratie van zo’n monumentale boerderij geldt een advies- en vergunningplicht. Daarom waren we al vroeg in gesprek met de eigenaar. Onze bouwkundige was ook al vaak ter plaatse geweest, bijvoorbeeld om te adviseren over het voeg- en metselwerk. Er lag al een herbestemmings- en restauratieplan van de vorige eigenaar. Daar is de nieuwe eigenaar mee verder gegaan.’

‘Geen doorzonwoning maar wel heel bijzonder, intiem en warm’

Hij wilde onder andere een wijziging van de vergunning voor het terugplaatsen van de oorspronkelijke houten schuurdeuren, zo vertelt Eva verder. Op de plaats van de opening is een glazen inbouw gemaakt en de oorspronkelijke deuren zouden veel licht wegnemen. De vraag was of ze die dan mochten weglaten. ‘Wij vonden van niet, maar de gemeente heeft hierover de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid. Maar ook deze gaf geen toestemming. Hierover hebben ze wel uitgebreid overleg gehad met de RCE, aldus Gerton. ‘Het was het enige punt van de restauratie waar we niet zo blij mee waren. Maar uiteindelijk hebben we een compromis bereikt, door de deuren in de lengte door te zagen en met scharnieren inklapbaar te maken. Het is heel mooi opgeknapt.’ Eva is ook blij met het resultaat: ‘Het is dan misschien niet een doorzonwoning geworden met een glazen pui, maar wel heel bijzonder, intiem en warm.’ 

Op de plaats van de opening is een glazen inbouw gemaakt, de oorspronkelijke deuren zijn met scharnieren inklapbaar gemaakt.
Beeld: Henry van der Wal
Op de plaats van de opening is een glazen inbouw gemaakt, de oorspronkelijke deuren zijn met scharnieren inklapbaar gemaakt.

Speciaal isolerende folie

Historische pannendaken bepalen voor een belangrijk deel de monumentale uitstraling van een gebouw, maar zorgen ook voor warmteverlies. Door de toepassing van een speciale folie op het dak, als isolatie voor de kap, kon verduurzaamd worden terwijl de karakteristieke ‘beweging’ en het aangezicht van de boerderij behouden werd. Eva: ‘In plaats van dikke strakke platen op het dak te leggen, waardoor het dakvlak zo strak als een biljartlaken lijkt.’ Naast de isolatie van het gehele pand, herstel van de muren, dubbele beglazing, aanleg van vloerverwarming, riolering, sanitair, een verdiepingsvloer en de installatie van een warmtepomp is er nog veel meer gebeurd. Allemaal in goed overleg. ‘En dat loont,’ zo stelt Eva. ‘Je wilt toch graag die typische kenmerken van een vakwerkschuur zoveel mogelijk behouden. Met de voeger zijn we daarom samen langs al het metselwerk gelopen. Anders is de kans groot dat hij al het originele voegwerk eruit haalt. Dat komen we helaas nog vaak tegen.’ 

Zoveel mogelijk behoud van oorspronkelijke details 

Iedere maand was er een bouwvergadering. Daar was ook iemand van de RCE bij aanwezig. Naast regulier overleg werd uitgebreid stilgestaan bij details en praktisch advies. Gerton: ‘Dat was heel fijn. Het is toch een partij met veel kennis over rijksmonumenten. De RCE kijkt vanuit een eigen invalshoek, waarbij ze oog hebben voor het behoud van onderdelen die midden in een grote restauratie misschien details lijken, maar waarvan het behoud later toch heel waardevol blijkt.’ Als voorbeeld noemt hij de binnenmuren. ‘De bouwkundig adviseur stelde voor om daar houten skeletbouw toe te passen. Dat kun je er namelijk ooit weer uit halen en je tast de oorspronkelijke constructie dan niet aan. Ook de aannemer was enthousiast. En voor isolatie is het alleen maar beter! Ook hebben we op aanraden van de expert de oorspronkelijke muur laten staan en gerestaureerd.’   

Door de toepassing van een speciale folie op het dak, als isolatie voor de kap, kon verduurzaamd worden terwijl het aangezicht van de boerderij behouden werd.
Beeld: Henry van der Wal
Door de toepassing van een speciale folie op het dak, als isolatie voor de kap, kon verduurzaamd worden terwijl het aangezicht van de boerderij behouden werd.

Adviserende rol van de RCE 

In het begin was het aan beide kanten nog wel wat aftasten, zo geeft Gerton toe. ‘Wat gaan we aan elkaar hebben? RCE is toch vooral bang dat er te veel wordt gesloopt en alles verdwijnt, zo dachten we. Maar achteraf blijkt hun advies vaak een goed idee.’ Gaandeweg het bouwproces kregen beide partijen dan ook meer vertrouwen en werd de rol van de RCE meer adviserend. Gerton: ‘De bouwkundig adviseur van RCE had veel ideeën over het aanzicht van woning. Onderlangs de boerderij zat een oude cementen plint. Stukadoors willen het meestal toch vooral heel netjes maken. Hij waarschuwde dan ook: ‘Pas op. Niet te strak maken!’ Die kennis maakt ontzettend veel uit.’ Eva herkent dat wel: ‘Ik zeg ook altijd bij dit soort monumenten, probeer de afwerkingen wat informeler te doen, wat speelser, maar dat lukt niet altijd.’ 

‘Oud is leuk, maar nieuw is mooier en goedkoper’

Opvallend bij dit project was volgens Eva dat de aanwezigheid, betrokkenheid en deskundigheid van de RCE op prijs werd gesteld en geaccepteerd, zowel door de eigenaar als de aannemer. ‘Ze zagen ons advies echt als meerwaarde. Ik ben ervan overtuigd dat zonder onze betrokkenheid het eindresultaat veel grover was geweest.’ In de praktijk blijkt deze manier van samenwerking niet altijd zo vanzelfsprekend: Eva: ‘Oud is leuk, maar nieuw is mooier en goedkoper,’ luidt nog vaak het devies bij restauraties.  Wij willen ook opknappen, maar wel met respect voor het gebouw.’ Ook Gerton is tevreden over de samenwerking. Hij krijgt nog vaak mensen over de vloer die het advies krijgen om eens bij hen het resultaat te bekijken. ‘Maar soms zou je willen dat de RCE naast adviesorgaan en toezichthouder ook gewoon meer praktijkadvies kon geven, of een second opinion. Het liefst al in het voortraject. Want ze weten er gewoon heel veel van af.’    

Meer weten?

De Wegwijzer advies omgevingsvergunning laat eenvoudig zien hoe en wanneer vergunningsverleners, toezichthouders en handhavers advies kunnen of moeten inwinnen: voor, tijdens en na de aanvraag omgevingsvergunning. 

Neem contact op met de Infodesk van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor vragen op het gebied van cultureel erfgoed en de rol die de Rijksdienst hierin kan spelen.