Landschapsbiografie voor de Drentsche Aa

De helft van alle in Nederland voorkomende plantensoorten vind je in het stroomdal van de Drentsche Aa. Om maar niet te spreken van de vele hunebedden, grafheuvels, vroegmiddeleeuwse raatakkers, eeuwenoude karresporen en andere archeologische monumenten. Hoe behoud en ontwikkel je deze rijke verzameling van cultuurhistorische en natuurlijke waarden? En hoe betrek je daarin ook de belangen van toerisme en ruimtelijke ordening? Experts en burgers schreven met elkaar de landschapsbiografie van de Drentsche Aa. Dit verhaal over het ontstaan en de ontwikkeling van het gebied werd de basis voor een breed gedragen behoud- en ontwikkelperspectief voor dit bijzondere cultuurlandschap.   

Uniek cultuurlandschap

Het best bewaarde esdorpenlandschap van West-Europa vind je in de noordelijke driehoek van Drenthe. De Drentsche Aa is een typisch laaglandbekenlandschap met prachtige beekdalen en traag kronkelende beken. Je vindt er 850 plantensoorten en tientallen bijzondere diersoorten zoals de adder, weidebeekjuffer, alpenwatersalamander en bever. Het landschap wordt verder gekenmerkt door weiden, hooilanden, esdorpen, bossen, heiden en tal van archeologische monumenten, die vertellen hoe de mens in dit gebied al duizenden jaren leeft met de natuur.

Als Nationaal Park sinds 2002, is de Drentsche Aa enorm populair bij wandelaars en natuurvorsers. Naast de ruim 40 procent bos- of natuurgebied heeft zo’n 45 procent een agrarische bestemming, waar voltijds landbouwbedrijven en hobbyboeren elkaar afwisselen.

Een beekje stroomt door een groen landschap
Amerdiep op de grens van de gemeente Aa en Hunze en Midden Drenthe.

Behouden en ontwikkelen

Hoe kom je nu tot een visie op dit unieke cultuurlandschap waarin boeren, natuurbeschermers, bewoners, recreanten en bestuurders zich herkennen? En het landschap zowel behouden als ontwikkeld kan worden? Uitgangspunt was dat de mensen die in de Drentsche Aa wonen en werken, actief zouden meewerken aan de totstandkoming van die landschapsvisie. Die betrokkenheid was essentieel.     

En ook dat die visie zou wortelen in de ontstaansgeschiedenis, zodat de cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied behouden zouden blijven.

‘De landschapsbiografie is het fundament voor natuurbeheer, erfgoedzorg, toerisme en ruimtelijke ordening’

Landschapsbiografie

Aldus werd begonnen aan een landschapsbiografie. Hoe is het landschap in de loop der eeuwen veranderd en geworden tot het landschap van vandaag? Hoe veranderde het menselijke gebruik van het landschap? Hoe beleefden mensen het landschap in verschillende periodes en welke betekenis kenden en kennen ze eraan toe? En welke betekenis heeft dit voor ruimtelijke vraagstukken in onze tijd?

In opdracht van de Provincie Drenthe en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, en onder regie van het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen, werkten meer dan 50 experts uit de aardwetenschappen, archeologie, historische geografie, architectuurgeschiedenis en ecologie aan de landschapsgeschiedenis. 

Cover van de landschapsbiografie van de Drentsche Aa
De landschapsbiografie is op 2 juli 2015 gepresenteerd tijdens het congres Het Experiment van de Drentsche Aa.

Niet alleen experts

Maar de landschapsbiografie moest meer zijn dan alleen het werk van experts. Het moest voor de bewoners en gebruikers van het gebied ook een levend en bruikbaar document zijn. Zij deelden hun verhalen, geschiedenissen, praktijkervaringen en wensen met de experts. En zo zag in de zomer van 2015 de 500 pagina’s tellende, rijk geïllustreerde en toegankelijk geschreven Landschapsbiografie van De Drentsche Aa het licht.  

De biografie vormde de basis voor de landschapsvisie. Deze visie werd vervolgens uitgewerkt in een landschapsstrategie, die richting geeft aan het landschapsbeleid en -beheer, en die elke tien jaar herijkt wordt. 

Zo is de landschapsbiografie een belangrijk fundament voor natuurbeheer, erfgoedzorg, toerisme en ruimtelijke ordening in de Drentsche Aa. En is het voor de bewoners en gebruikers een naslagwerk en inspiratiedocument.

‘De landschapsbiografie van de Drentsche Aa staat model voor de landschapsbiografieën die sindsdien volgden’

Elk landschap een eigen biografie

Sinds het verschijnen van deze eerste landschapsbiografie zijn er voor veel meer andere gebieden soortgelijke levensverhalen gemaakt, bijvoorbeeld van de Veluwe, het Waddengebied en de buurtschappen van Gortel en Niersen. Telkens blijkt hierbij dat de kracht zit in de gezamenlijke totstandkoming. 

Volgens Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen en een van de hoofdauteurs, is de landschapsbiografie van de Drentsche Aa nog altijd 'de meest uitgebreide en meest interdisciplinaire'. De manier van werken (landschapsbiografie, brede samenwerking, praktische toepassing) is inmiddels een maatstaf voor de werkwijze in andere gebieden.