Groenaanpak in een Hengelose wederopbouwwijk

In de loop der jaren zijn veel wijken uit de wederopbouwperiode achteruitgegaan. De tand des tijds tastte ook het groen in de wijken aan. De gemeente Hengelo besloot daarom in 2012 tot een groenaanpak van de wederopbouwwijk Klein-Driene. Dat gebeurde samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Cultuurhistorie en de veranderde gebruikerswensen van de bewoners voor groen waren daarbij de uitgangspunten.

In 2011 bepaalde het kabinet in de Visie erfgoed en ruimte dat de wederopbouwperiode zichtbaar zou moeten blijven in Nederland. Deze visie bood aanknopingspunten om aandacht te geven aan de wederopbouwwijken. Er werden dertig gebieden van nationaal belang aangewezen, waaronder vijftien woonwijken. Eén van die wijken was Klein-Driene in Hengelo.

Rijtjeshuizen met fietsen, een scooter en een trampoline in de betegelde voortuin
Beeld: ©Gemeente Hengelo
De gemeente Hengelo buigt zich al langere tijd over de toekomst van de wederopbouwwijken in de stad.

Licht, lucht, ruimte en groen

De binnenstad van Hengelo was door de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog zwaar getroffen. In de wederopbouwperiode werd het centrum herbouwd. Rondom het centrum ontstonden nieuwe wijken, zoals Klein-Driene. Daarbij werd veel aandacht besteed aan licht, lucht, ruimte en groen. 

‘Een groot deel van de bomen in het Arboretum in Klein-Driene stamt zelfs nog uit 1956… Dat is toch uniek.’ (Hans de Gruil, voorzitter Stichting Erfgoed Hengelo (ROmagazine 7-8, 2014)

Draagvlak en betrokkenheid

Dankzij draagvlak binnen de gemeente Hengelo en de Stichting Erfgoed Hengelo kon de gemeente de groenaanpak van Klein-Driene gestructureerd opzetten. Belangrijke basis hiervoor was het onderzoek naar het bomenbestand (arboretum) door de Koninklijke Nederlandse Natuur Vereniging (KNNV) en de Nederlandse Dendrologische Vereniging (NDV). De gemeente verzamelde een brede groep betrokkenen: vertegenwoordigers van de RCE, de Monumentencommissie en woningcorporatie Welbions (eigenaar van het meeste vastgoed in de wijk), stedenbouwkundigen en de wijkcoördinator, die regelmatig contact had met bewoners.

Input bewoners essentieel

Speerpunt was de betrokkenheid van de bewoners van Klein-Driene bij de planvorming. Hoe tevreden waren zij over hun wijk? Hoe wilden zij gebruik maken van het groen? En hoe zagen zij de toekomst van hun wijk? Het was een belangrijke wens van Welbions dat de bewoners zich (weer) prettig zouden gaan voelen in de wijk. Hun input was dus essentieel.

‘Je zou bijvoorbeeld het grote grasveld in het midden van de wijk [heuvelachtig kunnen maken] en zo gevarieerder kunnen maken.’ Hans de Gruil, voorzitter Stichting Erfgoed Hengelo (RO-magazine 7-8, 2014)

Integrale groenaanpak

Om niet alleen de cultuurhistorische waarde van Klein-Driene te behouden, maar ook te zorgen voor een aantrekkelijke woonwijk voor wijkbewoners en andere gebruikers, werd gekozen voor een integrale groenaanpak. Tegelijk wilde de gemeente onderhoud uitvoeren aan de riolering en waterhuishouding, waaronder waterberging in Klein-Driene. Het was een uitdaging ervoor te zorgen dat het waardevolle groen daarbij behouden zou blijven.

Een stukje grasveld met daaromheen heggen en bomen
Beeld: ©Gemeente Hengelo
Klein-Driene II was niet populair. Daarom zijn er in de jaren 80 een aantal veranderingen aangebracht die het tij hebben gekeerd. Bijvoorbeeld veranderingen aan gevels, de aanleg van een groene wandelroute en de vervanging van bestaande bouw door andere woningen. Ook in Klein-Driene I is bijgebouwd en verbouwd.

Resultaat

De gestructureerde aanpak van Hengelo laat zien hoe je met inbreng van alle betrokkenen groen kunt aanpakken. Stedenbouwkundigen konden vanuit hun hun expertise meekijken naar de ontwikkeling, de functie, het onderhoud en de waardering van het groen. Erfgoedexperts deden onderzoek naar cultuurhistorische waarde van Klein-Driene. En bewoners en de woningcorporatie keken naar de gebruikersbehoeften Zo verzamelde Hengelo kennis over groenaanpak; kennis waarvan initiatiefnemers voor toekomstige groenplannen gebruik kunnen maken.