30 wederopbouwgebieden

De wederopbouwperiode begon al in de Tweede Wereldoorlog, kort na de Duitse inval en duurde tot 1965. Oorlogsschade werd hersteld en om te voldoen aan de groeiende vraag naar woonruimte verrezen in hoog tempo nieuwe, moderne woonwijken. Tegelijkertijd veranderde het landschap blijvend door grootschalige ruilverkavelingen en ontginningen. 30 wederopbouwgebieden vormen een staalkaart van wat deze periode van schaarste, optimisme en vernieuwing heeft voortgebracht.

Van nationaal belang

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) deed in 2002-2008 onderzoek naar de gebiedsontwikkelingen en ruimtelijke ordening in de wederopbouwperiode. Dit leidde onder andere tot een groslijst van ruim 450 gebieden. Hieruit volgde een selectie van 30 gebieden die van nationaal belang worden geacht voor de periode 1940-1965.

30 gebieden, 3 gebiedstypen

De 30 wederopbouwgebieden zijn te verdelen in 3 gebiedstypen:

  • de wederopbouwkernen: de herstelde oorlogsschade
  • de naoorlogse woonwijken: de planmatige uitbreidingswijken
  • de landelijke gebieden: agrarische ruilverkavelings- en landinrichtingsgebieden.

Kaart, brochure en gebiedsbeschrijving

Het overzicht van deze gebieden is te vinden op de Kaart wederopbouw. Via de kaart - onderdeel van de Landschapsatlas van de RCE - is per gebied aanvullende informatie beschikbaar in een publieksbrochure en een gebiedsbeschrijving. De publieksbrochure is geschreven voor een breed publiek, bijvoorbeeld de bewoners van de wederopbouwgebieden. De gebiedsbeschrijving biedt inhoudelijke kennis voor deskundigen, zoals stedenbouwers, landschapsarchitecten en planologen die met het gebied aan de slag gaan.

Deze publicatiereeksen zijn ook direct te raadplegen op deze website:

Monitoring, bescherming en ondersteuning

Sinds 2015 monitort de RCE de veranderingen die plaatsvinden in de aangewezen wederopbouwgebieden. Hierbij wordt gekeken naar de veranderingen met betrekking tot de kernkwaliteiten van het gebied. Er worden geen uitspraken gedaan over de positieve of negatieve waarde van een verandering voor het wederopbouwgebied.

Omdat de 30 wederopbouwgebieden geen beschermde status hebben, zijn er tussen de Rijksdienst en de betrokken gemeenten afspraken gemaakt om rekening te houden met de bijzondere cultuurhistorische kernkwaliteiten van de gebieden. Deze afspraken zijn vastgelegd in een intentieverklaring, die de minister van OCW en de wethouders van de 30 wederopbouwgebieden in 2016 ondertekenden.

Ook ondersteunt de RCE deze gemeenten en andere betrokkenen bij het opstellen van plannen, het ontwikkelen van kennis en het gebruik van het ruimtelijk instrumentarium, zoals de erfgoedmonitor en de handreiking ‘Wederopbouw: een kansrijke erfenis’.