Oogkleppen en uitvoeringsagenda's

Hoe kunnen erfgoeddoelen uit de omgevingsvisie worden uitgewerkt in een omgevingsplan? Hoe vertaal je de ambities naar werkbare uitgangspunten?

In Leiden worden voor de verschillende wijken ontwikkelperspectieven opgesteld. Wat hier 'ontwikkelperspectief' heet, kan in een andere gemeente 'gebiedsvisie' worden genoemd. In Leiden is het ontwerp-ontwikkelperspectief ‘Zuidwest op zijn best’ in 2019 tot stand gekomen. Daarin wordt ingegaan op de kansen en mogelijkheden voor de ontwikkeling van Leiden Zuidwest richting 2040.

Molen gezien vanaf de achterkant, tegen een helderblauwe lucht. Op de voorgrond een autoweg.
Beeld: Beeldbank RCE / 501.535
Houtzaagmolen d'Heesterboom (Leiden)

Matthijs Burger (senior adviseur erfgoed gemeente Leiden): “De eerste versie van de Leidse omgevingsvisie was van een hoog abstractieniveau. Het was direct duidelijk dat daar een vervolgslag op moest komen. Voor de naoorlogse wijk Leiden-Zuidwest hebben we dit ontwikkelperspectief opgesteld en een waardestellend onderzoek laten doen. Dat onderzoek hebben we aangeleverd bij de makers van het ontwikkelperspectief. Voor ons was deze manier van werken een leerproces: hoe ver moet je gaan om de waarden die je omschrijft om te zetten in een visiedocument? Door de casus Leiden-Zuidwest zijn we tot de conclusie gekomen dat we in de perspectieven heel concreet waarden moeten benoemen. Waarden, die we belangrijk vinden in die wijken zijn waarden die we bij doorontwikkeling als uitgangspunt willen hanteren.”

"Hoe zou de stad eruit zien als je alleen vanuit erfgoedbelang redeneert?"

Chrystel Brandenburgh (senior adviseur archeologie Erfgoed Leiden en Omstreken): “We zijn in Leiden aanvankelijk heel integraal bezig geweest en hebben daarin zoveel mogelijk verbinding gezocht met andere disciplines. Daarbij verloren we het erfgoedbelang een beetje uit het oog, onze eigen erfgoeddoelen dreigden in de discussie te verdwijnen. Je moet je eigen doelen heel scherp en helder formuleren zodat ze voor de mensen die de integraliteit bewaken goed in beeld zijn.” 

Deze ervaring leidde tot een opmerkelijke werkwijze: die van het ‘oogkleppendocument’. De gedachte hiervan is dat je je afvraagt hoe de stad eruit zou zien als je alleen vanuit het erfgoedbelang redeneert. Brandenburgh: “Het is goed om dat op een rijtje te hebben, even niet denken vanuit een ander, maar louter vanuit historisch belang: wat willen we eigenlijk bewaren en benutten?’ Een dergelijk oogkleppendocument werkt verhelderend en heeft de werkwijze in Leiden beïnvloedt. “Nu kijken we per wijk en maken we een historische schets: wat zijn de karakteristieken, waar liggen de kansen en de krachten van het erfgoed? Maar ook: wat kan er bedreigend zijn? Dat alles is belangrijk om in kaart te brengen en uit die exercitie per wijk moet je afwegen wat je kunt realiseren. Er is gekeken naar de slagingskans als je probeert erfgoed een plek te geven of te benutten; daar volgen automatisch prioriteiten uit. Zo zijn er voor een wederopbouwwijk hele andere prioriteiten en opgaven dan voor een historische binnenstad.”

"Als er ergens een weg afgesloten is, kunnen we een omleiding nemen."

De gemeente Rheden heeft een aantal uitvoeringsagenda’s opgesteld om de slag van visie naar plan te maken. Tim Overbeek (programmamanager Omgevingswet gemeente Rheden): “We willen inwoners activeren met een dynamische agenda, waarin we laten zien wat we de komende jaren gaan doen. Daarin geven we ook inzicht in beschikbare uitvoeringsbudgetten en budgetten die nog gevonden moeten worden. De agenda moet kunnen meebewegen met de tijd, waarbij we vasthouden aan de lange termijn, de stip op de horizon - maar waarbij we af en toe een andere weg kunnen inslaan. Als er ergens een weg is afgesloten kunnen we een omleiding nemen.’

Marjolein Sanderman (beleidsadviseur erfgoed gemeente Rheden) vindt dat het schakelen tussen het hoge abstractieniveau van de visie en het dagelijkse werk eenvoudiger wordt door de uitvoeringsagenda. “De koppeling van beleid en de uitvoeringsagenda geeft de mogelijkheid om te schakelen tussen het hogere abstractieniveau en heel concrete zaken zoals ‘ik vind dat pand x of y op de monumentenlijst moet’. Dat kan je een plek geven in je uitvoeringsagenda, en tegelijk kun je het hogere abstractieniveau bedienen. Zo hebben we het ook bij de erfgoednota gedaan.”

Rheden wil de afhankelijkheid die integraal werken met zich meebrengt, nog sterker in beeld krijgen. Overbeek: “Integraal werken lukt goed aan de voorkant, bij totstandkoming van beleid. De opgave is om de uitvoering beter te verbinden. Dat is lastig omdat je daarbij in de dagelijkse gang van zaken en sleur terechtkomt.’

Matthijs Burger geeft als tip dat te allen tijde voorkomen moet worden dat zowel visie als plan zich beperken tot papier. “Als je aan je visie werkt, moet je eigenlijk al weten welke aspecten je in grote lijnen in je plan wilt laten terugkomen. Dat maakt het proces ingewikkeld, omdat je vooruit moet werken.” In Leiden is gebruik gemaakt van de Erfgoednota 2014-2020 uit 2013. Daarnaast is inbreng van bewoners en de organisaties van belang geweest. Die kennis heeft ervoor gezorgd dat in de omgevingsvisie 1.0 ‘haakjes voor erfgoed’ zijn opgenomen die een plek kunnen krijgen in het concretere omgevingsplan. Alleen op die manier wordt het vanzelfsprekender dat erfgoed hierin wordt opgenomen.

“Gebruik de tijd om te oefenen, dat geeft lucht.”

Alle gesprekspartners zetten vraagtekens bij de effectiviteit van de Omgevingswet. De wet geeft veel (beleids)vrijheid aan gemeenten, maar in Leiden bijvoorbeeld zijn de erfgoedspecialisten zich ervan bewust dat erfgoed het onderspit zou kunnen delven als tegenstrijdige belangen moeten worden afgewogen. Dan kent de Omgevingswet amper een ingebouwde rem. Daarom wordt nu bekeken hoe exact de ondergrens kan worden ingebouwd in het omgevingsplan. Het is balanceren tussen het ‘op slot schrijven’ van uitgangspunten in een visie en een al te open en vrijblijvende tekst.

Brandenburgh: “Het is een hele ingewikkelde exercitie die nieuw is voor ons. We zullen in het huidige omgevingsplan haakjes in moeten bouwen waarmee het belang van erfgoed nog beter te wegen valt. We moeten er heel alert op blijven.”

Tessa van Beelen (projectleider Omgevingsvisie gemeente Leiden) geeft als tip mee dat ook vanaf 2022, wanneer de Omgevingswet van kracht is, niet alles perfect hoeft te zijn. “Gebruik de tijd om te oefenen, dat geeft lucht.”

Tips

  • Het kan helpen, om voorafgaand aan de definitieve inbreng van erfgoed bij de omgevingsvisie, eerst puur vanuit erfgoedbelang naar een gebied te kijken. Dat maakt het maken van keuzes inzichtelijker.

  • Gebruik de tijd tot invoering van de Omgevingswet én daarna om blijvend te oefenen. Neem iedereen daar in mee, om duidelijk te maken dat het oefenen een gemeenschappelijke bezigheid en verantwoordelijkheid is. Door te oefenen leer je van het maken van fouten.

  • Kijk vooruit al werkende aan de visie, omdat dan de aspecten die je in visie én plan naar voren wilt laten komen, besproken kunnen worden en vastgelegd.