De BKR-werken uit de opslag

Afstoting van objecten uit een gemeentelijke collectie

Museum Kranenburgh in Bergen (NH) heeft in het afgelopen jaar een deel van de gemeentelijke kunstcollectie gewaardeerd. De BKR-collectie, die bestond uit zo’n 1.600 kunstwerken, is vervolgens grotendeels afgestoten. Hoe dit proces verliep, vertelt conservator moderne kunst Marianne van Gils.

Portretfoto van Marianne van Gils
Marianne van Gils

Museum Kranenburgh beheert sinds 2011 de kunstcollectie van de gemeente Bergen. De afspraak in de beheerovereenkomst was dat het museum de collectie zou waarderen, maar daar was aanvankelijk geen haast bij. Ingegeven door depotnood is hiermee in 2015 gestart. ‘We besloten met de kunstwerken van de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) te beginnen. Dit waren heel veel grafische werken, soms met vier of vijf bladen van dezelfde print, een aantal schilderijen en een enkel object. Deze collectie leek ons makkelijk te waarderen, stond al jaren in de opslag en verkeerde niet in de beste staat. Na een eerste schifting brachten we advies uit aan de gemeente. Het duurde even, maar eind 2019 kregen we toestemming om kunstwerken daadwerkelijk af te stoten. Opnieuw hebben we alles onder de loep genomen om de conditie vast te stellen en de herzieningen door te geven aan de gemeente.’

Beschadigd door schimmel

Als conservator bepaalde Marianne samen met de collectiebeheerder en een externe deskundige de waarde van de BKR-collectie. ‘Die externe blik was waardevol en aanvullend, want Bergen is klein, je kent de kunstenaars, maar je mag dat niet laten meewegen in de beoordeling. Is iets kapot en niet te repareren, dan moet je, ondanks dit sentiment, toch afscheid durven nemen. Veel werk was nooit ingelijst, zat in dozen in een vochtige kelder en was zwaar beschadigd door schimmel. We hebben geprobeerd dit met gammastraling te verwijderen, maar wanneer dat niet lukte, was vernietiging de enige optie. Dat was niet fijn, maar het moest gewoon, ook omdat de schimmel een gevaar voor de gezondheid opleverde.’

Zoektocht naar kunstenaars

‘Ander werk, dat soms nog stond ingepakt, was in redelijke tot goede staat. Zo’n 300 tot 400 kunstwerken die in ons collectieprofiel pasten, hebben we behouden. Het overige werk wilden we een goede bestemming geven. We hebben zoveel mogelijk kunstenaars individueel benaderd met de vraag of ze hun werk terug wilden. Daartoe hebben we advertenties, onder andere in BK-informatie, geplaatst en kunstenaarsverenigingen en kunstinstellingen verzocht om adresgegevens te achterhalen. Echt een tijdrovende klus. Om kunstenaars binnen een redelijke termijn te laten reageren, hanteerden we dezelfde acht weken, waarin objecten ook op de Afstotingsdatabase staan. Een deel is uiteindelijk teruggegeven aan kunstenaars of nabestaanden. Sommige kunstenaars of hun families waren echt blij om het werk terug te krijgen, dat was heel fijn. Het restant is naar de Stichting MuseumDepotShop van Art & Facts gegaan. Deze stichting ondersteunt musea bij het ontzamelen van hun collectie via een online verkoopplatform, zodat objecten een tweede leven kunnen krijgen.’

‘Het volgen van de Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) en de Erfgoedwet betekende dat we alles goed moesten bekijken, beoordelen en vastleggen. Ook al kosten deze procedures veel tijd; het is goed dat dit zorgvuldig gebeurt. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) was heel behulpzaam, gaf adviezen over hoe we dit moesten aanpakken en maakte een tekstvoorstel voor de advertentie in de Staatscourant.’

"Zo’n 300 tot 400 kunstwerken die in ons collectieprofiel pasten, hebben we behouden. Het overige werk wilden we een goede bestemming geven."

Geleerde lessen en goede contacten

‘We hebben in dit proces geleerd om alles goed te noteren in een database. In het begin waren we daar wat losjes mee, dan vergaten we wel eens wat of waren de foto’s van objecten niet goed en moesten die opnieuw. We bleven in goed overleg met de gemeente, ook op het gebied van communicatie, om zoveel mogelijk dezelfde boodschap naar buiten te brengen. En we onderhielden nauwe contacten met de kunstenaars om hen zo goed mogelijk te informeren over de conditie en het terugkrijgen of vernietigen van hun werk. Ook besloten we dat kunstenaars hun werk niet hoefden terug te kopen, wat je in andere afstotingsoperaties wel ziet.’

Het belang van veilige opslag

‘Naast dat afstoting van objecten voor depotwinst zorgt, was onze grootste winst toch wel het weghalen van beschimmelde werken, voordat deze ander werk konden aantasten. Ook krijg je door dit proces scherper in beeld wat je met de collectie wilt, dus wat je wilt behouden. Wat tegenviel, was de beroerde staat van sommige objecten. Daarom is een veilige opslag ook zo belangrijk. Het vernietigen van kunstwerken is naar, daarvoor werk je niet in de kunstwereld, je wilt er juist zo goed mogelijk voor zorgen. Toch moet je je daar als het nodig is, overheen zetten. De volgende stap is het waarderen van de overige collecties. Dat zal inhoudelijk interessanter zijn en meer discussies opleveren. Maar eerst willen we deze klus tot in het laatste detail afronden. Door alle zorgvuldigheid was het een intensief traject, dat best lang heeft geduurd.’

Interview door Angelique Spaan

De Beeldende Kunstenaars Regeling

De Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) was een bijzondere regeling voor kunstenaars. Zij mochten van 1949 tot 1987 hun werk inleveren bij de gemeente in ruil voor een uitkering met de bedoeling hen een zelfstandig maatschappelijk bestaan te garanderen. Een deel van dit werk kwam in musea en gemeentelijke- en rijkscollecties terecht. Een groot deel van de werken was echter minder makkelijk onder te brengen en belandde, niet altijd even zorgvuldig, in de gemeentelijke opslag. Toenmalig minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Elco Brinkman stelde de regeling weer buiten werking en daarmee is de BKR-collectie voor veel gemeenten een erfenis van oud beleid.