Toevalsvondsten

Een archeologische toevalsvondst is een archeologische vondst die niet tijdens een archeologisch onderzoek of opgraving wordt gedaan. Een archeologische toevalsvondst moet worden gemeld bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Hoewel vondsten die met behulp van metaaldetectie worden gedaan geen archeologische toevalsvondsten zijn (maar vondsten gedaan tijdens een opgraving), moeten ook deze vondsten worden gemeld bij de RCE.

Vrijstelling archeologische onderzoeksplicht

Het gaat om een archeologische vondst die gedaan wordt bij bodemingrepen in een gebied dat door de gemeente is vrijgesteld van een archeologische onderzoeksplicht. In de praktijk komen dergelijke vrijstellingen in de volgende situaties voor:

  • bij bodemingrepen in een gebied waar archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat er geen waardevolle (‘behoudenswaardige’) archeologische vindplaatsen voorkomen (of te verwachten zijn) en de gemeente besloten heeft dat vervolgonderzoek niet nodig is,
  • bij bodemingrepen in een gebied dat in het bestemmingsplan geen dubbelbestemming archeologie heeft, waardoor archeologisch onderzoek niet verplicht is,
  • bij bodemingrepen in een gebied dat in het bestemmingsplan wel een dubbelbestemming archeologie heeft, maar die door hun omvang of diepte vrijgesteld zijn van de archeologische onderzoeksplicht.

In bovengenoemde gevallen zal de gemeente archeologisch onderzoek niet als voorwaarde in een omgevingsvergunning opnemen. Het kan voorkomen dat tijdens grondwerkzaamheden toch archeologische resten aan het licht komen. Vooral geïsoleerd voorkomende vondsten met een kleine afmeting, zoals vaartuigen of (rituele) deposities hebben een kleine trefkans en kunnen bij inventariserend veldonderzoek gemist worden. Het is dan aan de gemeente om te bepalen wat er met deze toevalsvondsten gedaan wordt.

Meldingsplicht

De vinder is verplicht om een toevalsvondst te melden via Archis dan wel het vondstmeldingsformulier en de vondst zes maanden beschikbaar te houden voor wetenschappelijk onderzoek.

Let op: de meldingsplicht geldt alleen voor vondsten in Nederland.

Melden maritiem object

Een (toevallige) vondst van maritieme objecten, kan via het meldingsformulier maritieme vondsten gemeld worden.

Schatvindersregeling

Bij een toevalsvondst treedt de zogenaamde schatvindersregeling in werking: als de eigenaar van het object niet meer kan worden achterhaald, is de vondst het gedeelde eigendom van de vinder en de grondeigenaar van de plaats waar het object is gevonden.

Kosten voor planaanpassing of onderzoek

Een toevalsvondst stelt de gemeente voor een lastige afweging. Er moet immers, in goed overleg met alle betrokken partijen, worden besloten om:

  • de archeologische toevalsvondst in situ (in de bodem) te behouden door planaanpassing
  • de archeologische toevalsvondst te onderzoeken (op te graven)
  • de archeologische toevalsvondst verloren te laten gaan.

De publieke opinie kan in de besluitvorming een afwegingsfactor vormen. Bij toevalsvondsten kan het immers om bijzondere vondsten gaan met een aansprekend karakter. Soms kunnen lokale archeologische werkgroepen ingezet worden om toevalsvondsten te onderzoeken. Een duidelijk gemeentelijk archeologiebeleid, waarin beschreven wordt hoe met toevalsvondsten wordt omgegaan, kan helpen om deze afweging te maken.

De kosten die verbonden zijn aan planaanpassing of onderzoek van de toevalsvondst, komen niet voor rekening van de vergunninghouder, tenzij hierover specifieke afspraken zijn gemaakt. Het is raadzaam de afspraken over de omgang met vondsten die tijdens de uitvoering worden gedaan in de vergunning op nemen, bijvoorbeeld in de vorm van een protocol Toevalsvondsten. Afhankelijk van hoe belangrijk de toevalsvondst is, kan dit resulteren in een vondstmelding, een archeologische begeleiding of opgraving.