Het verduurzamen van monumenten vraagt om een zorgvuldige aanpak.
Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is een ‘integraal verduurzamingsontwerp’: een totaalplan waarbij je thema’s als isolatie,
ventilatie, afgiftesystemen, warm tapwater en duurzame opwekking op elkaar afstemt.
Om tot een goed integraal ontwerp te komen, start je met het in kaart brengen van de cultuurhistorische waarden…
de bouwkundige en installatietechnische gegevens… en de energielekken van het gebouw.
Vervolgens verzamel je het energie- en waterverbruik, bepaal je het verwachte toekomstig gebruik en stel je de energiebesparingsdoelen vast.
Heb je dit allemaal overzichtelijk? Dan is het tijd voor een kansenanalyse waarbij je mogelijke verduurzamingsmaatregelen verkent, zodat isolatie,
ventilatie en duurzame energieopwekking met elkaar in balans blijven.
De kansenanalyse start met een analyse van de isolatiemogelijkheden.
Isolatie verkleint de energievraag, maar isolatie vergroot de ventilatiebehoefte.
Zorg dus voor voldoende ventilatiecapaciteit, die je afstemt op de vochtigheid in elke ruimte.
Laat het monument niet veel isolatie toe?
Dan is het meestal niet mogelijk om met lagere temperaturen te verwarmen en blijven radiatoren tot boven de zeventig graden noodzakelijk.
Is het wel mogelijk om voldoende onderdelen van de gebouwschil te isoleren?
Dan is verwarmen met een lagere temperatuur vaak wél mogelijk… bijvoorbeeld met lage temperatuurradiatoren en vloerverwarming.
Dit heeft meestal wel als gevolg dat het leidingwerk vernieuwd moet worden wat een grote impact heeft op het monument.
Of je helemaal zonder gasaansluiting verder kunt is afhankelijk van het warm tapwatergebruik
en de mogelijkheden om de resterende energievraag duurzaam op te wekken.
Er zijn ook hybride vormen mogelijk, waarbij de CV samenwerkt met een duurzamere bron zoals een luchtwarmtepomp.
Een adviseur of architect en installateur helpen je bij het berekenen van rendementen, kosten, terugverdientijden en het bepalen van de risico’s.
Dit zijn handvatten om keuzes te maken en zo tot het beste integrale verduurzamingsplan te komen.
