Hoe werkt de veiligheidsregio?

Veel gemeenten zijn te klein om grote rampen en crisis aan te kunnen. Daarnaast beperkt een ramp of crisis zich niet tot de gemeentegrens.  In de veiligheidsregio verenigen gemeenten zich, zodat ze gezamenlijk meer slagkracht hebben. De veiligheidsregio heeft  zo een belangrijke verbindende en regiefunctie.

25 veiligheidsregio’s

De veiligheidsregio is verantwoordelijk voor de brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening in de regio. Nederland telt 25 veiligheidsregio’s. De veiligheidsregio’s maken deel uit van de nationale crisisstructuur. Meer over deze crisisstructuur vindt u op de website van de NCTV.

Wie zitten er in de veiligheidsregio?

In de veiligheidsregio werken de gemeente, brandweer en de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) samen. Daarnaast zijn ook crisispartners aangesloten bij de veiligheidsregio. Dit zijn organisaties als politie, Openbaar Ministerie, Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies, GGD, Defensie, energiemaatschappijen, ProRail en Staatsbosbeheer. Hoe de veiligheidsregio is georganiseerd verschilt per regio. Hoe dit bij u is, leest u op de website van de NCTV.

Wie is verantwoordelijk voor de veiligheidsregio?

Bij een ramp of crisis is de burgemeester van de betreffende gemeente vaak verantwoordelijk. Maar tijdens een crisis die een gemeentegrens overstijgt, gaat die verantwoordelijkheid over op de voorzitter van de veiligheidsregio. Dit is de burgemeester van de grootste gemeente in de regio. Hij krijgt het opperbevel over de hulpverleningsdiensten en de bevoegdheid om knopen door te hakken in de regionale besluitvorming. 

GRIP-procedure

Iedere veiligheidsregio heeft procedures afgesproken om de coördinatie en samenwerking tussen de hulpdiensten en alle betrokken crisispartners te regelen. Deze procedure is in iedere regio hetzelfde en heet  de GRIP-procedure: Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure. De procedure stelt de veiligheidsregio in staat snel en met de juiste mensen en middelen een ramp of crisis te bestrijden. Bij een GRIP-situatie zijn bijna altijd meerdere hulpdiensten of andere partijen betrokken zoals brandweer en ambulancedienst, maar ook gemeenten, waterschappen of  Defensie.

Door te werken met de GRIP-procedure weten alle partijen precies hoe de lijnen lopen, wie wat doet én wie de beslissingen neemt. Als erfgoedbeheerder kunt u  tijdens een grote ramp of crisis te maken krijgen met verschillende GRIP-fasen. Elke GRIP-fase kent een andere bezetting. Als het nodig is, wordt er opgeschaald naar een hogere GRIP-fase. Of afgeschaald naar een lagere GRIP-fase.