Rentenierswoning Loppersum versterkt en verduurzaamd

In de Groningse plaats Loppersum staat een markante rentenierswoning uit de negentiende eeuw. Omdat de woning zich bevindt in de kern van het aardbevingsgebied is dit monumentale pand versterkt. Op verzoek van de eigenaar zijn de versterkingsmaatregelen gecombineerd met stappen om het pand te verduurzamen.

Ik ben Martin Ettema samen met mijn vrouw eigenaar van een rijksmonumentale woning uit 1890 in Loppersum.

Kern van het aardbevingsgebied waarin vele woningen onder andere ook deze monumentale woning versterkt moesten worden.

Wij wonen hier nu 24 jaar en sinds die tijd is er een opeenstapeling aan onderzoeken naar dit pand geweest.

En die onderzoeken hebben uitgewezen dat het pand drastisch versterkt moest worden.

In die verbouwingsplannen hebben wij gelukkig onze eigen wensen kunnen integreren en daarin hebben we meegenomen een aantal verduurzamingsmaatregelen.

De verduurzaming zit hem vooral in dat zowel de vloeren als de wanden helemaal voorzien zijn van het meest hoogwaardige isolatiemateriaal op dit moment en dat we zelf hebben gezorgd dat er dubbel glas werd vervangen door HR++ glas in de hele woning en we hebben gepleit voor een warmteterugwininstallatie met vloerverwarming ter comfortverbetering.

Die warmteterugwininstallatie die zuigt de warme lucht uit de woning ververst die met verse lucht en die warme lucht die verwarmt dus de nieuw ingezogen frisse lucht.

Het proces dat een monumenteigenaar zou moeten ingaan dat is denk ik begin bij jezelf en hoe wil ik wonen de komende 20 jaar, hoop ik.

Daarin is belangrijk een goede installateur die dat goed doorheeft.

Daarin is belangrijk een goede studie van wat wil je uiteindelijk bereiken.

Wat heeft die hele operatie van 6 jaar ons nu opgeleverd?

Nou zoals bezoekers hier zeggen, die zeggen wat hebben jullie van buiten een prachtig monument en wat is het van binnen een modern huis en daar zijn we heel tevreden over moet ik zeggen

Het in een Eclectische trant opgetrokken pand met aangebouwd koetshuis is een van de eerste woningen die na de aanleg van de spoorlijn in 1884 werden gebouwd aan de Stationslaan. De woning bevindt zich dan ook in de Stationsbuurt: een gebied met bijzondere stedenbouwkundige waarde; om die reden is het een Beschermd Dorpsgezicht. In de loop van de jaren heeft het pand verschillende veranderingen ondergaan. Desondanks is het oorspronkelijke aanzien van de rentenierswoning goed bewaard gebleven.

Wensen van de bewoners

De rentenierswoning ligt in een gebied dat gevoelig is voor aardbevingen vanwege gaswinning. Om na te gaan hoe de woning veiliger gemaakt kon worden, testte de Nationaal Coördinator Groningen de constructieve stabiliteit van het pand. Uit deze analyse bleek dat belangrijke delen van het pand versterkt moesten worden. Dit gold met name voor de oorspronkelijk gemetselde voorgevel en zijgevels van het gebouw.

Eerst is gekeken naar mogelijke versterkingsmaatregelen. Om daarbij rekening te houden met de monumentale waarden, werd Adema Architecten ingeschakeld. De huidige bewoners gaven de architect ook de opdracht mee het huis zodanig aan te passen dat het pand qua duurzaamheid en bewoonbaarheid erop vooruit zou gaan. De kosten hiervoor kwamen - in tegenstelling tot de versterking - voor een deel voor rekening van de bewoners zelf.

Metselwerk

Om na te gaan of de ingrepen die architect Siebe Van Seijen van Adema Architecten en zijn collega’s wilden doen, niet ten koste zouden gaan van de monumentale waarde van het pand, toetste Van Seijen ze aan de Cultuurhistorische Verkenning van Steenhuis Meurs. Om vervolgens de werkzaamheden uit te voeren met restauratiekwaliteit zijn de richtlijnen van de Stichting ERM gehanteerd. Vervolgens legden Van Seijen en zijn team de plannen voor aan de Monumentencommissie van de gemeente Loppersum. Een positief advies van de commissie is noodzakelijk om van de gemeente groen licht te krijgen voor een vergunning.

Van Seijen: ‘De monumentale waarde van dit pand zit veelal in het metselwerk van de buitengevels en de rijk uitgevoerde stucornamenten. Ook ter plaatse van de zichtzijden is een groot deel van het voegwerk nog oorspronkelijk. Volgens de constructeur zou het voegwerk aan binnen- én buitenzijde moeten worden vervangen, omdat de sterkte niet controleerbaar zou zijn. Dat is voor een restauratie-architect alleen acceptabel wanneer het in slechte staat is, terwijl dat aan de buitenzijde zeker niet het geval was.’

Herstel voegwerk en houtskeletbouw

Om de monumentale waarde van het voegwerk in stand te houden, is gezocht naar een alternatieve oplossing: traditioneel herstel van het voegwerk in combinatie met constructieve skeletbouw. Om na te gaan of dit mogelijk was, moest de sterkte van het metsel- en voegwerk worden getest. Een bedrijf uit Italië voerde daartoe een aantal drukproeven uit. Helaas, zonder een duidelijk resultaat. ‘Een plaatselijk bedrijf heeft toen een aantal testen met impregneervloeistof gedaan. Uiteindelijk bleek het metselwerk aan de buitenzijde sterk genoeg te zijn. Hier hebben we dan ook alleen plaatselijk voegen hersteld. De mortel aan de binnenzijde moesten we echter wel herstellen met bijpassende mortel.’ Vervolgens is een houtskeletbouwwand (hsb) toegevoegd om het metselwerk te stabiliseren en zo een dragende binnenwand te vormen.’

Van Seijen vervolgt: ‘In het interieur was het rijksmonument voorzien van historische raamomlijstingen en lambrizeringen. Voor het overige waren er geen historische afwerkingen aanwezig. Gelukkig konden de betimmeringen rondom de ramen mooi blijven zitten. Daar konden we op aansluiten. Om het pand verder te stabiliseren, is de begane grond vervangen door een geïsoleerde renovatievloer met vloerverwarming als duurzame oplossing. Ook zijn de verdiepingsvloeren en dakplaten ter versterking voorzien van multiplexplaten. ‘

'Vooral de bewoonbaarheid is er stevig op vooruitgegaan, terwijl het pand wel zijn monumentale uitstraling heeft behouden' – Siebe van Seijen

Verduurzamingsmaatregelen

Tijdens de uitvoering zijn de houtskeletbouw wanden, het dak en de vloeren voorzien van isolatiemateriaal om het warmteverlies te beperken. Ook is er HR++ glas aangebracht, ter vervanging van bestaand dubbel glas. Daarnaast is er een warmteterugwinningsinstallatie in de woning geplaatst. Deze installatie zuigt de warme lucht uit het huis en verwarmt daarmee vervolgens verse lucht die weer de woning wordt ingeblazen. In later stadium wordt de woning (gasloos) aangesloten op een plaatselijk warmtenet. De installatie is daarop voorbereid.

Al met al kijkt Van Seijen met een tevreden gevoel terug op de hele operatie: ‘Vooral de bewoonbaarheid is er stevig op vooruitgegaan, terwijl het pand wel zijn monumentale uitstraling heeft behouden.’