Kijkdepot Museum Schiedam – met bewoners de collectie waarderen

Hoe bouw je als museum aan een kwalitatief hoogstaande cultuurhistorische collectie die kan rekenen op waardering van de lokale bevolking? Het Stedelijk Museum Schiedam (SMS) riep via lokale kranten en digitale media mensen op om mee te werken aan het verbeteren van de collectie. De kennis van deze groep vrijwilligers en van bezoekers werd gebruikt om de eigen collectie beter te kunnen waarderen én meer verhalen over de stad te kunnen delen.

Hoe kwam dit project tot stand?

Het grootste deel van de historische collectie, meer dan vijfduizend objecten verhuisden uit het depot van het SMS naar een tijdelijke locatie,, de Havenkerk in Schiedam. Klaar voor de 'werkstraat' van de herwaardering. Circa driehonderd mensen meldden zich aan bij het Museum Schiedam om mee te helpen met het verbeteren van de collectie. Zij reageerden op één van de vier functies: onderzoeker, administratief medewerker, object handler en fotograaf. Uiteindelijk stelde  het museum een waarderingsteam samen van 7 betaalde krachten en ongeveer 70 vrijwilligers.

onderzoek in museum
Beeld: ©Aad Hoogendoorn
Medewerkers doen onderzoek in het Kijkdepot Schiedam

Naast hun eigen taak, werden alle teamleden gestimuleerd ook mee te denken en praten over de waardering van de collectie. Per object bekeek het team de beschikbare informatie en zo nodig werd digitaal verder gezocht. Aan de hand van een vooraf opgesteld stroomschema doorliep het team het waarderingsproces met kleurcodes. Er waren drie mogelijke uitkomsten: Geel – dan is het object/de groep objecten van belang voor Schiedam en zijn verhaal, Rood – dan speelt het geen rol in het Schiedamse verhaal, Oranje – er is niet genoeg informatie om op dit moment een goede afweging te kunnen maken. Dit was elke keer een gezamenlijke beslissing, ieders stem telde even zwaar. Elke weging werd dus gedragen door een groep Schiedammers.

Dit was een gezamenlijke beslissing, ieders stem telde even zwaar.

Wat was de verdere aanpak?

Terwijl het waarderingsteam aan het werk was, was de Havenkerk gewoon open voor het publiek. Bezoekers konden zo de collectie bewonderen en tegelijkertijd zien wat er allemaal komt kijken bij de waardering van museumobjecten en welke keuzes er werden gemaakt. Zo was er een uitpak- en een inpaktafel, een grote onderzoekstafel met alle registers en documentatie en bijvoorbeeld een stellage met objecten die niet langer in de collectie passen. Want ja, hoeveel houten voetenstoofjes wil je als museum in je collectie hebben en passen weer andere spullen niet beter in de collectie van het Jenevermuseum?

Beeld: ©Florine van Rees
Eén van de vele houten voetenstoofjes in de collectie: hoeveel wil je er daarvan als museum in je collectie hebben?

Bezoekers werden ook uitgenodigd hun eigen kennis te delen. Dat kon op speciale briefjes of door een medewerker van het Kijkdepot het verhaal te vertellen of te mailen. De verzamelde informatie werd op de server van het museum gedigitaliseerd. De gesprekken leverden bijzondere wetenswaardigheden op. Zo wist een bezoeker te vertellen dat er varkentjes staan op Schiedamse speculaasplanken omdat er speciale koekjes werden gebakken op de dagen dat de Varkensmarkt werd gehouden. De jeneverflessen zonder bodem waren niet per ongeluk stuk gevallen. De bodem was er onderuit geslagen zodat jongeren ze konden gebruiken als megafoon om een beetje rotzooi te trappen.

Opmerkelijke bijdrage

De meest opmerkelijke bijdrage is wel het verhaal dat zich ontspon rondom twee loden plaquettes waarop een Schiedammer werd geroemd om zijn bijdrage aan de stad. De museummedewerkers hadden geen idee hoe oud de plaquette was, hoe en waarvoor ze werd gebruikt. Een bezoeker kende echter een soortgelijke plaquette en ging op onderzoek uit, aangemoedigd door het museum en een emeritus-hoogleraar Geschiedenis. Het vermoeden is nu dat de plaquettes het product zijn van een oplichtersbende aan het begin van de 20e eeuw. De bende benaderde gerenommeerde families met de zogenaamd antieke plaquettes waarop een voorouder werd vereerd, om ze voor veel geld te verkopen. Ook werden onlangs de gevangeniskaarten gevonden van de vermoedelijke valsemunters. Jammer voor het museum natuurlijk dat het om vervalsingen gaat, maar het is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen Schiedammers en het museum, dat zich openstelt voor bezoekers en samen met hen een gemeenschappelijk doel nastreeft.

Wat zijn de opbrengsten?

Na vijf maanden bleken van de bijna 5200 objecten zo’n 900 voorwerpen minder van waarde voor de historische collectie van het stadsmuseum. De beslissingsbevoegdheid over de objecten lag bij het team, hoewel er nog wel door de conservator Stadsgeschiedenis gekeken is of zij het eens was met alle beslissingen. Ook is er dankzij de vrijwilligers en bezoekers veel nieuwe informatie boven water gekomen.

Dat was niet het enige resultaat van deze aanpak: veel Schiedammers hebben op een relatief laagdrempelige manier kennisgemaakt met het museum en de collectie. Eén van de neveneffecten is dat de onbetaalde vrijwilligers, (inmiddels) professionals, erg enthousiast zijn over het museum. Ze behoren nu tot de ambassadeurs van het museum. Veel vrijwilligers vroegen of er na afloop van het project nog ruimte is voor hen om ook andere vrijwillige functies uit te oefenen. Eén van de vrijwilligers werkt inmiddels betaald voor het museum.

Kanttekening

Een kanttekening kan ook worden gemaakt. Hoewel het initiatief op veel enthousiasme kon rekenen, bestond het grootste deel van de aanmeldingen voor het vrijwilligerswerk uit historisch geëngageerde witte Schiedammers. De groep was daardoor geen afspiegeling van de Schiedamse bevolking. Het museum vindt het belangrijk een museum voor alle Schiedammers te zijn. Tijdens het Open Kijkdepot werd daarom niet alleen ontzameld, maar ook een begin gemaakt met een nieuwe deelcollectie over de migratiegeschiedenis van Schiedam

Waarom past Kijkdepot Schiedam bij het Verdrag van Faro?

Het Verdrag van Faro benadrukt dat erfgoedgemeenschappen zelf moeten kunnen aangeven wat ze belangrijk vinden en willen doorgeven. Het Kijkdepot Schiedam is een voorbeeld van hoe een museum in samenspraak en -werking met de lokale bevolking waarde geeft aan de collectie. Een dergelijke integrale erfgoedbenadering sluit goed aan bij de belevingswereld van inwoners. Dankzij de interactie met de inwoners van Schiedam wonnen de fysieke objecten aan betekenis doordat ze werden verbonden aan verhalen, archieven, literatuur en kunst.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Faro

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet projecten en initiatieven als Kijkdepot Schiedam als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.