Verdrag van Faro

Het Verdrag van Faro (Raad van Europa, 2005) draagt de titel De Waarde van Cultureel Erfgoed voor de Samenleving. De Raad van Europa benadrukt met dit verdrag een ander perspectief op erfgoed. Veel Europese landen hebben de afgelopen decennia vooral geïnvesteerd in het erfgoed zelf en de kwaliteit van erfgoedzorg. Het Verdrag van Faro stelt de mens en de samenleving centraal en hún relatie met erfgoed. In Nederland sluit het verdrag goed aan bij ontwikkelingen in de erfgoedzorg die te maken hebben met meerstemmigheid, co-creatie, burgerinitiatief en burgerexpertise.

Het verdrag stelt dat erfgoed meer dan nu een functie kan hebben voor de samenleving. Niet alleen de historische plek zelf, het voorwerp, de traditie enz. is belangrijk, maar vooral ook de verschillende betekenissen en het gebruik ervan. Erfgoed is bovendien een bron voor ruimtelijke, sociale, economische en democratische ontwikkeling als alle belanghebbenden daar een betrokkenheid bij hebben.

Aanvulling op andere verdragen

Het Verdrag van Faro is een "kaderverdrag". De bepalingen van het verdrag zijn geen juridische verplichtingen, maar een oproep tot beleidsvorming. Het verdrag komt niet in de plaats van andere internationale verdragen die toezien op de instandhouding van erfgoed. Het is daar een aanvulling op en roept op om na te denken over de vraag: waarom bewaren we erfgoed, voor wie, hoe zijn mensen betrokken en hoe komt erfgoed ten goede aan de hele samenleving? Het Faro-gedachtegoed sluit in die zin goed aan op Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Sustainable Development Goals, internationale verdragen inzake het landschap en immaterieel erfgoed, de nieuwe museumdefinitie en de missie van UNESCO Werelderfgoed om het erfgoed te laten bijdragen aan het welzijn van mensen en wederzijds begrip tussen mensen en volkeren.

Faro in Europa

Najaar 2023 hebben 24 lidstaten het Verdrag geratificeerd: Armenië, België, Bosnië en Herzegovina, Estland, Finland, Georgië, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, Luxemburg, de Republiek Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Slovenië, de Slowaakse Republiek, Spanje en Zwitserland. Daarnaast hebben vijf lidstaten het Verdrag ondertekend: Albanië, Bulgarije, Cyprus, Nederland en San Marino. Kijk hier voor de actuele stand van zaken.