Het brandschadewiel is een handig hulpmiddel met informatie over brandpreventie en het voorkomen van brandschade aan collecties en gebouwen.
Het brandschadewiel is aan te vragen bij de InfoDesk via de button onderaan deze pagina.
Brandschadewiel
De belangrijkste oorzaken van brand zijn: gebouwbeheersystemen en grote apparatuur; brandstichting; werkzaamheden aan het gebouw; kleine apparatuur en kortsluiting; brand in de omgeving.
Voorkom dat brand ontstaat: onderhoud uw installaties, houd de omgeving van het gebouw schoon, begeleid werkzaamheden met open vuur, voorkom kortsluiting. Zorg voor compartimentering, detectie, alarmering en procedures. Doe dit in overleg met de brandweer en zorg dat de brandweer uw gebouw en collectie kent. Maak afspraken over het aanvalsplan en de procedures. Weet wat u van de brandweer mag verwachten.
Zorg voor een actueel calamiteitenplan. Neem hierin de contactgegevens op van collectiehulpverleningsbedrijven, restauratoren, eerste opvang, transportbedrijf, vrieshuis.
Oefen de procedures. Zorg voor een set tekeningen met de hoofdaansluitingen van water, gas, elektriciteit, hang die goed zichtbaar op en geef een kopie aan de brandweer.
Wijs één woordvoerder aan voor de contacten met de pers. Geef informatie en beperk u tot de feiten.
Neem in uw calamiteitenplan een actuele lijst van bruikleengevers op. Zij moeten direct gewaarschuwd worden als hun voorwerpen getroffen zijn.
Vergeet uw leesbril niet.
Zorg voor een (verrijdbare) voorraad noodmaterialen.
Algemeen: hesjes voor het BHV/CHV-team, badges met functienaam, fototoestel, zaklantaarns, batterijen, dweilen, vuilniszakken, emmers, bezems, waterstofzuigers, gereedschapskist, verbanddoos, trap, afzetlint, vouwkratten, plastic dekkleden.
Persoonlijke bescherming: wegwerpoveralls, laarzen, fijnstofmasker, nitril handschoenen, veiligheidsbril, helm.
Collectie: zuurvrij vloeipapier, plastic dekkleden, absorberende doeken, evacuatieformulieren, potloden, doorzichtige plastic zakken (polyethyleen of polypropyleen), etiketten, watervaste stiften.
De historische waarde van een monument kan reden zijn tot restauratie. Laat een bouwhistorisch noodonderzoek doen.
Ventileer de ruimten; houtwerk zal door natuurlijke ventilatie vrij snel drogen. Pas op voor houtrot bij hout dat niet goed kan drogen. Massief metselwerk kan geforceerd gedroogd worden met elektrische ontvochtigers.
Puin kan belangrijke bouwhistorische informatie bevatten. Droging blijft beperkt zolang het puin niet is geruimd. Voer puin en vloerbedekking zonder historische waarde meteen af.
Bestrijd schimmels door goed te ventileren en schoon te maken. Laat schimmelsoorten zorgvuldig vaststellen en vraag advies. Blijf ventileren.
Bescherm uzelf. Neem de tijd om kennis te nemen van de omvang van de calamiteit. Fotografeer en documenteer de algehele situatie. Overleg met deskundigen en maak een plan van aanpak.
Wanneer u afspraken heeft met een gespecialiseerd beredderingsbedrijf, overleg dan met hen en de eventuele verzekeraar over de vervolgstappen.
Raak de voorwerpen zo min mogelijk aan, dit kan de schade vergroten. Afhankelijk van de situatie kunt u de voorwerpen afdekken met plastic en eerst de omgeving schoonmaken.
Pas triage toe in combinatie met de prioriteitenlijst in uw calamiteitenplan.
Triage is een snelle scheiding van voorwerpen op basis van noodzaak en urgentie van behandeling. Maak onderscheid tussen voorwerpen die nat zijn door bluswater, natte voorwerpen met roet, en droge voorwerpen met roet. Sorteer de aangetaste voorwerpen:
- Schade kan beperkt worden als er onmiddellijk wordt ingegrepen
- Schade kan verholpen worden, maar behoeft geen onmiddellijke aandacht
- Niet meer te redden
Triagecategorie 1 heeft voorrang. Doorgaans zijn dit natte beroete hygroscopische voorwerpen. Ook niet aangetaste voorwerpen hebben voorrang; evacueer ze zo snel mogelijk. Betrek bij de selectie ook de prioriteitenlijst uit uw calamiteitenplan.
Bescherm uzelf. Ondersteun de voorwerpen.
Verpak de voorwerpen in plastic of papier, afhankelijk van materiaalsoort en schade. Schrijf vooraf op de verpakking de objectnaam en het inventarisnummer en maak een foto van het voorwerp.
Schrijf het inventarisnummer, de vervolgbehandeling en de nieuwe standplaats op het evacuatieformulier.
Werk met twee personen. De een pakt het voorwerp op de minst kwetsbare en niet-zichtbare plek, de ander houdt de zak open. Zo komt het roet niet aan de buitenkant van de zak. Sluit de zak luchtdicht af bij natte voorwerpen.
Bescherm uzelf. Raak de voorwerpen zo min mogelijk aan. Sommige voorwerpen moeten ondersteund worden. Gebruik eventueel een brancard, hondje, kar of krat bij het verplaatsen.
Transporteer de voorwerpen naar een koele, droge, goed geventileerde ruimte. Gebruik hierbij het evacuatieformulier en maak foto’s. Zet de voorwerpen van hetzelfde materiaal met vergelijkbare schade bij elkaar.
Controleer of een transportverzekering nodig is.
Droge voorwerpen hebben de laagste prioriteit bij triage. Raak de voorwerpen niet onnodig aan. Bij hantering wordt het roet in de poriën gedrukt en is dan bijna niet meer te verwijderen.
Voorwerpen kunnen door de hitte verzwakt zijn en zijn daardoor extra kwetsbaar. Houd hier rekening mee bij het hanteren en het transporteren. Stabiliseer het voorwerp.
Hygroscopische materialen als hout, papier en textiel vormen de meest risicovolle groep; ze komen bij triage als eerste aan de beurt. Behalve roetschade bestaat het risico van vervorming en schimmel. Is er geen onmiddellijke hulp, houd deze materialen dan de eerste 24 uur vochtig: verpak ze luchtdicht in plastic zakken. Bewaar ze op een koele plaats en wacht tot de restaurator er is.
Nat roet op materialen als steen, metaal en glas is moeilijk te verwijderen; het is een lichte verbinding met het oppervlak aangegaan. Laat het roet drogen en laat het daarna verwijderen.
Blusschuim bestaat uit een zeepachtige oplossing die de brand afdekt en afsluit voor zuurstof. Als blusschuim op een voorwerp achterblijft, kan het corrosie veroorzaken. Wacht met handelen tot de expert er is. Deze zal door spoelen het blusschuim verwijderen.
Bluspoeder is een zout dat in droge vorm onschadelijk is. Het absorbeert echter vocht uit de lucht en veroorzaakt dan corrosie. Verwijder dit poeder zo snel mogelijk met een stofzuiger met een HEPA-filter. Blijf deze voorwerpen monitoren; na een vochtige periode kunnen restanten van het poeder alsnog gaan reageren. Elektronica wordt over het algemeen afgeschreven na contact met bluspoeder. Bluspoeder dat verhit is, vormt een emaille-laag die alleen door specialisten kan worden verwijderd.
Schilderijen: de verschillende materialen van een ingelijst werk vragen bij brandschade verschillende behandelingsmethodes. Vertraag het drogingsproces: verpak het in plastic en raadpleeg een restaurator.
Ivoor, been, schildpad: het oppervlak lijkt glad, maar heeft poriën en evt. groeiringen. Dringt hier zoutzuur in, dan laten deze delen los. Raadpleeg een restaurator.
Hout, meubels: in de poriën kan zich roet ophopen. Door hitte wordt lijm bros en de constructie wankel. Pas op bij verplaatsing en houd alle delen bij elkaar.
Metaal: zuren in roet tasten metaal aan, corrosie zal in de poriën doorgaan. Blijf monitoren.
Keramiek: roet kan indringen in breuken, barsten en poriën. Oude restauraties en verlijmingen kunnen verzwakt zijn.
Steen, glas: geen prioriteit bij triage. Roet kan indringen in de poriën van steen.
Boeken: prioriteit bij triage. Hanteer zo min mogelijk, laat bij het hanteren de boeken dicht. Raadpleeg een expert.
Om tijd te winnen en schimmelvorming te voorkomen kan een nat voorwerp gekoeld bewaard of ingevroren worden. Roet kan zich hierdoor sterker gaan hechten aan het oppervlak, maar soms is dit de beste oplossing.
Droging door verwarming verhoogt de kans op schimmels. Zorg voor ventilatie.
Voorwerpen met een roetlucht kunnen behandeld worden in een ozonkamer. Dit kan extra schade opleveren in de vorm van etsing of verkleuring. Ookk kunt u de voorwerpen in een ruimte zetten met actieve koolstof of de ruimte actief beluchten. Deze methodes zijn minder effectief, maar veroorzaken geen nevenschade.
Roet is te verwijderen met een roetspons, een kwast of een stofzuiger met HEPA-filter. Chemisch spoelen is vaak nodig als nabehandeling. Laat al deze werkzaamheden over aan een restaurator.
Is een voorwerp beroet of in aanraking is geweest met bluspoeder of blusschuim, dan is het nooit zeker of alle residuen bij het schoonmaken verwijderd zijn. Bij bepaalde temperaturen en relatieve vochtigheid kunnen de chemische stoffen opnieuw gaan reageren. Bewaar deze voorwerpen koel en droog en blijf ze monitoren.
Disclaimer
Het brandschadewiel is een samenwerking van het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en is tot stand gekomen in overleg met vertegenwoordigers uit het veld. Het biedt algemene richtlijnen. Elke organisatie is zelf verantwoordelijk voor een adequaat integraal veiligheidsplan dat toegespitst is op de eigen situatie. Het LCM en de RCE aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor de wijze van toepassing van het brandschadewiel.
© Landelijk Contact Museumconsulenten en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2011.
Aanvragen brandschadewiel
Doe uw aanvraag via de InfoDesk

