Even voorstellen: de drie finalisten van de Scriptieprijs Cultuurgoederen WOII 2024

Drie finalisten maken kans op de Scriptieprijs Cultuurgoederen WOII (1933-1945). Het zijn Jesse Breet, Leah Niederhausen en Eléonore Thole. Zij deden onderzoek naar Cultuurgoederen en de Tweede Wereldoorlog in de breedste zin van het woord. Wat interesseert hen in het onderwerp? Hoe hebben ze het onderzoek ervaren, wat blijft hen het meeste bij? En wat willen ze doen met deze kennis in de toekomst?

Drie portretten van finalisten van de scriptieprijs cultuurgoederen 1933-1945
V.l.n.r.: Jesse Breet, Leah Niederhausen en Eléonore Thole.

Jesse Breet rondde zijn Researchmaster Geschiedenis af aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn afstudeerscriptie kreeg de titel: ‘Grotere diefstal bestond er dus niet.’ De roof van huisraden en het proces van Jodenvervolging in Nederland. Dit betreft een citaat uit het dagboek van een Portugees Joodse vrouw in Amsterdam. Zij hoorde ’s nachts in bed hoe de buren werden meegenomen, de kinderen eerst en het afscheid. Meteen daarna volgde de roof van de huisraad. De Hausraterfassungsstelle die de meubels inventariseerde ging heel nauwkeurig te werk en documenteerde alles. Daardoor is het goed onderzoekbaar, aldus Jesse. Hij gebruikte een nieuwe dataset van inventarislijsten van 9000 woningen; dat was een sample, steekproef, van het totaal aantal formulieren. Deze dataset was net door het Instituut  voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) gemaakt en er bleek een hiaat in de geschiedschrijving te zitten. De roof van Joodse inboedels was een manier om te vernederen, het was uitsluiting door insluiting. Met gebruiksvoorwerpen, in tegenstelling tot kunstvoorwerpen, bereikten ze iedereen. Het trof iedere gedeporteerde.

De roof was een groot en overal zichtbaar proces. Joden hadden geen rechten, waren machteloos. De werkwijze speelde in op antisemitische stereotypen. Het deed de daders radicaliseren; jagers werden steeds gewelddadiger. Uit fascinatie voor de daders is Jesse geïnteresseerd in de geschiedenis van massaal geweld en genocide. Wat doet dat met mensen? Hoe heeft het kunnen ontstaan? Ook de banaliteit boeit hem, de voorstelbaarheid, want iedereen heeft spullen. Het heeft bovendien iets tijdloos. Het ontworteld zijn heeft sociale gevolgen op lange termijn. Je verwijdert sporen en dat is heel ingrijpend, benadrukt Jesse.

Nu werkt hij bij het Nationaal Archief, maar wellicht wil hij hier nog een proefschrift over schrijven. Per 1 januari 2025 is het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging openbaar en geheel gedigitaliseerd. Dat biedt veel kansen om andere inboedel- en Jodenjagers te vinden dan Abraham Puls; de kleine vissen. Puls, verantwoordelijk voor het leeghalen van zeker 29.000 woningen, is goed onderzocht, maar hoe zit het met de kleinere dieven? De kopjes en kussens blijven Jesse bij net als de dagboeken en beschrijvingen van lege huizen. De formulieren waar alle spullen op staan, vaak van weinig financiële maar veel persoonlijke waarde. Het onderzoek was fascinerend. De persoonlijke verhalen zijn spannend. Je zou er zo een tv-serie van kunnen maken. Hij trof veel geruchten aan. Wat is dan waar? Wat moet je geloven? Soms heb je boosaardige getuigenissen vanuit een vals motief om wraak te nemen. Hij kwam burenruzies tegen, affaires. De geschiedenis komt zo heel dichtbij. Jesse is blij met de nominatie en heel benieuwd naar de andere kandidaten. Dit onderwerp gaat iedereen aan, daarom heeft hij zijn scriptie publieksvriendelijk geschreven. Hij wil gelezen worden.

Leah Niederhausen studeerde cum laude af op de Research Master Humanities: Global History aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Restitution and Memory. The past made present in Nazi and Colonial context in Germany 1945-2023 is de titel van haar afstudeerscriptie. In haar onderzoek gebruikt Leah Duitse herinneringsculturen als theoretisch framework om restitutie van nazi roofkunst en van koloniale objecten bij elkaar te brengen. ‘Herinnering’ betekent hier het present stellen van het verleden in het heden, het verleden is actief in het nu. Restitutie is alles, vertelt Leah. Als we restitueren gaat het over verleden, heden en toekomst. En over de vraag hoe willen we als samenleving met elkaar leven? Het belang van rechtdoen voelt zij sterk.

Het idee dat restitutie iets kan bijdragen, via compensatie of restitutie, is belangrijk. Leah hanteert een meer gelaagd begrip van historische rechtvaardigheid. Wat betekent het voor verschillende mensen? Er wordt te vaak vanuit één perspectief gekeken. Restitutie kan volgens haar alleen werken met meerstemmigheid. Verschillende perspectieven zijn ook mogelijk ten aanzien van materiële objecten. Wat betekenen koloniale objecten voor de Duitse of Nederlandse maatschappij, wat voor de mensen vandaag en wat is van belang? Wat betekent een claim indienen voor mensen en welke rol speelt herinnering daarin? In het publieke discours in Duitsland is niets vergelijkbaar met de Holocaust. Daarom beschouwt men de koloniale slachtoffers als minder erg in de slachtofferhiërarchie. Maar je kunt de Holocaust wel inzetten ter versterking van het begrip voor koloniale slachtoffers, meent Leah. Zij zit al een paar jaar op het spoor van restitutie. Daarbij kan ze alles verbinden wat haar boeit: geweldsgeschiedenis, materiële objecten, politiek en rechtvaardigheid.

Het onderzoek in Duitsland vond ze belangwekkend, ook haar eigen positie daarin als onderzoeker. Leah bestudeerde de correspondentie tussen claimanten en beleidsmakers en tussen instellingen onderling. Die was soms zeer bedenkelijk. Het maakte haar boos en verdrietig als ze las over de beste manier om niets terug te hoeven geven. En over onderlinge geheime afspraken waarin de scribenten deden alsof ze teruggave wél heel belangrijk vonden. In de jaren ’50 was restitutie vooral restauratief, juridisch, men wilde wat herstellen. Nu is het veel meer inlevingsvermogen hebben en tonen. Restitutie is zo ook het begin van een dialoog op weg naar een rechtvaardiger toekomst. Leah voelt zich zeer vereerd met de nominatie. De scriptie heeft invloed op haar huidige werk bij het Expertisecentrum Restitutie van het NIOD. Ze is zich terdege bewust van de verantwoordelijkheid die wij als samenleving en individu hebben in het onderwerp. Dat beïnvloedt haar werk; ze werkt gemotiveerd en zeer nauwkeurig. Iets is niet alleen goed of slecht. Restitutie beoogt rechtvaardigheid, maar is het dat ook? Het is een complex vraagstuk. En dat is precies waar Leah als onderzoeker zo van houdt.

Eléonore Thole behaalde haar Master Kunst en Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Haar afstudeerscriptie, geschreven vanuit (kunst)historisch en juridisch perspectief, draagt de titel: Tweemaal veilig gesteld of tweemaal geroofd? De Russische trofeekunstwet in het licht van de Washington Principles. In haar vergelijkende studie probeert Eléonore zowel de tijdgeest als beide kanten, het Russisch perspectief en de internationale regelgeving, op kritische wijze te begrijpen. Uiteindelijk om de hele problematiek rondom nazi-roofkunst en restitutiekwesties beter te doorgronden. Waar komen de Principles vandaan en wat staat er precies in? Hoe gaat Rusland om met nazi-roofkunst en welke regelgeving bestaat daar? Rusland heeft zelf ook veel geleden onder de Tweede Wereldoorlog. Als compensatie voor hun leed namen de Russen veel kunst, waaronder nazi-roofkunst, mee naar de Sovjet-Unie vanuit hun bezettingszone in Duitsland. Ze noemden dit trofeekunst, als herinnering aan de overwinning op nazi-Duitsland. In de Russische trofeekunstwet uit 1998 spreken de Russen van ‘verplaatsing’ van de kunstwerken in plaats van roof. In datzelfde jaar kwamen enkele maanden later ruim 40 landen bijeen om op mondiaal niveau een rechtvaardige oplossing te vinden voor de Holocaustsslachtoffers omtrent nazi-roofkunst. Daaruit ontstonden de Washington Principles. Rusland was één van de deelnemers die de beginselen hebben onderschreven ondanks de eerder aangenomen Trofeekunstwet.

In Oost-Europa vindt restitutie minder navolging, vertelt Eléonore. Wat is daarvan de reden? Moeten we daar niet meer bij stilstaan? Omdat de Washington Principles niet bindend zijn, het betreft ‘soft law’, is er ook kritiek. Dat maakt dat het niet helder is, hoe de elf beginselen toe te passen. Eléonore wil participeren in het debat, het onderwerp onder de aandacht brengen. Trofeekunst is ook een vorm van kunstroof. In Rusland bevindt zich, achter gesloten deuren, nog steeds veel nazi-roofkunst. Direct na de oorlog was Rusland daar nog vrij open, maar tijdens de Koude Oorlog belandde de thematiek steeds meer naar de achtergrond. De Engelstalige Washington Principles zijn van mondiale betekenis, terwijl officiële vertalingen in de talen van de deelnemende landen ontbreken. Dat heeft Eléonore verbaasd. Daarom heeft zij als onderdeel van haar onderzoek de Principles in het Nederlands vertaald en van tussenkopjes voorzien. Iedereen moet ze kunnen begrijpen.

De nominatie ervaart Eléonore als eervol. Het onderzoek heeft ze vol enthousiasme gedaan. Het samenbrengen van de Washington Principles en de Russische Trofeekunstwet is vernieuwend. Het geleerde neemt ze mee in haar werkzaamheden bij het RKD - Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis en in haar proefschrift (over ‘Dienststelle Mühlmann’) waaraan ze recent is begonnen. Roofkunst zal als kwestie blijven bestaan benadrukt Eléonore. Daarom moeten we hierover blijven praten.

Op 10 april zal de winnaar bekend worden gemaakt.