Procedure aanwijzing, afvoering en wijziging

In het register van beschermde cultuurgoederen en verzamelingen worden alleen objecten opgenomen die van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid zijn én onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlandse cultuurbezit. Hieronder leest u welke procedure wordt gevolgd bij aanwijzing of afvoering van cultuurgoederen, of bij wijziging van het aanwijzingsbesluit.

Ambtshalve besluit

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) kan ambtshalve besluiten om cultuurgoederen aan te wijzen als beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling, of af te voeren. Ook kan de minister het aanwijzingsbesluit ambtshalve wijzigen. Dit betekent dat de minister uit eigen beweging kan aanwijzen, wijzigen of afvoeren, zonder een voorafgaand verzoek. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) bereidt het besluit van de minister voor.

Het ambtshalve aanwijzingsbesluit van de minister wordt door de RCE gezonden aan de belanghebbende, meestal is dat de eigenaar van het cultuurgoed of de verzameling. Is de eigenaar het niet eens met het besluit, dan kan er bezwaar aangetekend worden. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift kan de eigenaar eventueel nog in beroep gaan bij de rechter.

Een voorstel indienen

Wanneer u zelf een voorstel wilt indienen tot aanwijzing of afvoering van een beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling, volg dan onderstaande procedure. Deze procedure geldt ook als u een wijziging in de aanwijzing aan wilt laten brengen. De RCE neemt alleen verzoeken in behandeling die voldoen aan de wettelijke criteria.

U kunt uw voorstel per brief indienen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. U stuurt uw brief naar:

De minister van OCW
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort

In uw brief vermeldt u:

  • om welk cultuurgoed het gaat (minimaal titel, vervaardiger en een omschrijving)
  • of u de eigenaar bent van het cultuurgoed
  • indien u niet de eigenaar bent, wat uw belang is bij aanwijzing of afvoering of wijziging
  • de verblijfplaats van het cultuurgoed
  • de motivering om het cultuurgoed aan te wijzen of af te voeren of een wijziging door te voeren

Als voldaan is aan bovenstaande elementen dan stuurt de RCE uw voorstel aan een onafhankelijke adviescommissie. Na afronding van het advies stuurt de commissie dit naar de RCE, die vervolgens marginaal toetst of de commissie zich aan de kaders van het beleid heeft gehouden.

De minister van OCW neemt uiteindelijk het formele aanwijzings- of afvoerbesluit. Dit besluit wordt gezonden aan de belanghebbende, meestal is dat de eigenaar van het cultuurgoed of de verzameling. 

Is de eigenaar het niet eens met het besluit van de minister, dan kan er bezwaar aangetekend worden. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift kan de eigenaar eventueel nog in beroep gaan bij de rechter.