15 november Platform Kastelen en buitenplaatsen - Begrip en begripsverwarring

Let op: deze activiteit heeft al plaatsgevonden

Activiteitendata

  • Datum
  • Tijd -
  • Locatie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Smallepad 5, 3811 MG Amersfoort

De woorden kasteel en buitenplaats roepen direct concrete beelden en associaties op. Als je probeert deze begrippen te omschrijven, blijkt echter al snel hoe ongrijpbaar ze zijn. Wat is precies een kasteel, en wat een buitenplaats?

Het lijkt een triviale discussie, maar het bepalen van de definitie van een kasteel of buitenplaats heeft grote invloed op wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijk imago. Waarom noemen sommige buitenhuizen zich kasteel, en waarom tooit een kasteel zich met de naam 'slot'?

Tijdens de platformbijeenkomst laten we zien hoe belangrijk een goede begripsomschrijving is voor ons beeld van en omgang met kastelen en buitenplaatsen, hoe we beïnvloed zijn door keuzes uit het verleden en hoe spannend het is om de grenzen van de definities op te zoeken.

Aanmelden

De bijeenkomst is gratis toegankelijk, maar aanmelden is wel noodzakelijk. Meld u aan middels het aanmeldformulier Kastelen en buitenplaatsen.

Programma

Platform Kastelen en buitenplaatsen 15 -11-2019

Tijd

Onderwerp

13.30 uur

Inloop met koffie en thee

14.00

Welkom

14.10

De term ‘kasteel’ in de vroegmoderne literaire bronnen, Rianne de Koning

Onderzoek naar de betekenis, het gebruik en de beeldvorming van het woord ‘kasteel’ in de perioden 1550-1800 en 1801-1970 gaf ruim 60.000 vindplaatsen in de literatuur en kranten. Er is gekeken naar het woord kasteel betekende en of er verschillen waren met woorden als ‘slot’, ‘vesting’ en ‘burcht’. Ook is onderzocht of er verschil in gebruik bestond tussen literatuur en kranten, en tenslotte of er betekenisverschil te vinden was tussen de twee genoemde periodes.

14.30

Kasteeltermen in oudste vermeldingen, in het bijzonder de term Castri(s): legerkamp, (stenen) versterking of kasteel?, Wendy Landewé en Rob Gruben

In het Kastelenlexicon wordt per kasteel de eerste vermelding opgenomen. Welke termen werden daarvoor in de middeleeuwen gebruikt? En wordt duidelijk wat daarmee bedoeld wordt. In met name de dertiende eeuw duikt in bronnen vaak de naam castris op. Tot dusver werd dit in relatie tot bijvoorbeeld de kastelen van Floris V steeds vertaald als legerkam". Hernieuwd historisch en archeologisch onderzoek en hertaling van de Latijnse oorkonden toont echter aan dat deze vertaling niet langer houdbaar is. Castri(s) werd veelvuldig als enkelvoud gebruikt voor het begrip "kasteel". Dit plaatst tevens het veronderstelde kastelenbouwprogramma van Floris V in West-Friesland in een beduidend andere context.

14.50

De terminologie van het buitenleven in de zestiende eeuw, Ben Olde Meierink

Pas recent is duidelijk geworden dat de oorsprong van de buitenplaatsen in Nederland niet moet worden gezocht bij de rijke stedelingen in Holland maar bij de adel. Vóór het tweede kwart van de zeventiende eeuw hadden slechts weinig Amsterdamse regenten een buitenplaats, in tegenstelling tot hun Antwerpse collega’s die al in het midden van de zestiende eeuw vaak al buitenplaatsen bezaten. Die werden toen al aangeduid met termen als huizen van plaisance of hoven van plaisance.

In de noordelijke Nederlanden bestonden ook voor 1600 al buitenverblijven. Die werden met zeer verschillende termen aangeduid. Naast ‘Huys van Plaisance’ bediende men zich van de term ‘zomerhuis’, een breed, niet nader omschreven begrip dat onder meer verwees naar een verblijf voor de zomermaanden in de tuin. Daarnaast gebruikte men de termen ‘speelhuis’ en ‘spijker’. De laatste Gelderse hertog bezat rond de stad Arnhem meerdere buitenverblijven, die met de term ‘spijker’ werden aangeduid. We hebben waarschijnlijk te maken met een differentiatie in de adellijke wooncultuur, die in de ons omringende landen tot uitdrukking wordt gebracht in verschillende samenstellingen met het woord ‘slot’: residentieslot, lustslot en jachtslot. Juist deze spraakverwarring ontneemt het zicht op de vroege buitenplaatscultuur.

15.10

Het toepassen van het begrip kasteel in de praktijk, Taco Hermans 

Zowel bij de RCE (het monumentenregister) als bij de NKS (het kastelenlexicon), als bij andere websites die kastelen in Nederland bevatten, is het van belang om te weten vanuit welke definitie er wordt gewerkt. Daardoor wordt duidelijk waarom bepaalde objecten wel of niet zijn opgenomen en hoeveel van de directe omgeving van een gebouwd object wordt meegenomen. De bestaande definitie wordt niet door iedereen onderschreven of gebruikt. Zij is ook niet toereikend, zeker niet waar het de omvang van het fysieke complex betreft. Ook is er sprake van een grijs gebied daar waar het de overlap met buitenplaatsen betreft.

15.30

Kastelen en buitenplaatsenonderzoek in Nederland, Fred Vogelzang

Al vanaf het midden van de negentiende eeuw worden kastelen en buitenplaatsen in Nederland min of meer systematisch onderzocht. Aan de ontwikkeling van dat onderzoek kan worden geïllustreerd wat men in verschillende perioden verstond onder een kasteel of een buitenplaats en hoe men die onderzocht, welke vragen werden gesteld en hoe dat de uitgangspunten van het onderzocht kleurde. Hoe verhield zich die officiële kastelenkunde tot de populaire beleving van kastelen, wat vond en vindt het brede publiek wat een kasteel of een buitenplaats is? En welke invloed heeft dat op hun rol in de samenleving?

16.00

Presentatie nieuwe definities

16.05

Discussie, gedachtenwisseling

16.30-17.00

Borrel