Ik ben Frits de Vogel. Ik ben zakelijk directeur van het Kröller-Müller Museum, een Rijksmuseum voor moderne kunst. De van de Velde vleugel uit 1938 is een monument. Ook de beeldentuin is een monument. Sinds 2015 zijn we bezig met het verduurzamen van het gebouw
Verduurzamen in een museum is een opgave op zich omdat wij altijd rekening moeten houden met de zorg voor de collectie. Hoe kunnen wij het klimaat van het museum het beste verduurzamen zonder dat het effect heeft op de collectie. Dat betekent dat we het klimaat als een vast uitgangspunt houden om ervoor te zorgen dat we zo min mogelijk energie gebruiken om luchtvochtigheid en temperatuur op het juiste niveau te houden. We proberen de lucht te bewerken zo dicht mogelijk bij de plek waar we de lucht gebruiken. Alle transportleidingen isoleren we om ervoor te zorgen dat we zo min mogelijk warmte of koude verliezen lucht die al in het museum zit. Wordt eigenlijk bijna 95 procent hergebruikt zodat we zo min mogelijk lucht die van buiten komt hoeven toe te voegen.
Één van de onderdelen om te zorgen dat er zo min mogelijk klimaat ontsnapt is het aanpassen van het glas. Beveiliging is daar een belangrijk punt in. Maar ook isolatie is een belangrijk punt. Het valt niet onder de normale triple of dubbel glas categorieën maar dat is heel speciaal glas.
Water is voor het Kröller-Müller Museum heel belangrijk. Al het regenwater vangen we op en dat gebruiken we vervolgens om de beeldentuin te beregenen maar ook om toiletten mee door te spoelen.
Wat we vooral willen is de omstandigheden waarin mensen kunnen genieten van de kunst die wij ook bewaren goed bewaren. Het zit wel echt in het hart van het museum. We zijn gewend goed te zorgen voor de omgeving en de groene omgeving waar het museum in is gehuisvest. Verduurzamen is belangrijk omdat wij maar één aarde hebben en daar moeten we goed zorg voor dragen.
