Woonhuissubsidie, instandhoudingssubsidie of lening
Sommige eigenaren van rijksmonumenten met een woonfunctie komen zowel in aanmerking voor de woonhuissubsidie als voor de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim). Voor alle monumenteigenaren (uitgezonderd overheden) bestaat de mogelijkheid om een laagrentende lening af te sluiten.
De woonhuissubsidie en de Sim bepalen beide de subsidiabele kosten op basis van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. De Sim heeft een hoger subsidiepercentage (maximaal 60%) dan de woonhuissubsidie (maximaal 38%). Met de Sim kunt u alleen subsidie aanvragen voor onderhoudskosten terwijl in de woonhuissubsidie ook restauratiekosten voor subsidie in aanmerking komen.
De belangrijkste kenmerken op een rij
bestemd voor particuliere eigenaren van rijksmonumenten met een woonfunctie
sober, doelmatig en technisch noodzakelijk onderhoud én restauratie
subsidie per jaar, na afloop van de werkzaamheden
aanvraag in het jaar na het kalenderjaar waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd
indieningsvereisten: gespecificeerde facturen; bij totale kosten van meer dan € 70.000 een inspectierapport opgesteld voorafgaand aan uitvoering van de werkzaamheden
subsidieplafond voor vier jaar, dat naar verwachting toereikend is om alle aanvragen te honoreren
subsidiabele kosten worden bepaald volgens Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten
het subsidiepercentage voor de aanvraagjaren 2022 en 2023 bedraagt maximaal 38% van de subsidiabele instandhoudingskosten
geen minimum- of maximumbedrag aan subsidiabele kosten
de eigenaar moet voor controle onder meer foto’s beschikbaar hebben van voor en na de werkzaamheden waaruit de noodzaak van de werkzaamheden en de verrichting van de werkzaamheden blijkt
bestemd voor eigenaren van andere rijksmonumenten (of zelfstandige onderdelen) dan woonhuizen
sober, doelmatig en technisch noodzakelijk regulier onderhoud (geen restauratie)
subsidie voor een zesjarig instandhoudingsplan, voorafgaand aan de werkzaamheden
aanvragen in het jaar voorafgaand aan het eerste jaar van het instandhoudingsplan
indieningsvereisten, zoals: instandhoudingsplan; inspectierapport; verzekeringspolis met herbouwwaarde; bij zelfstandige onderdelen: tekening waaruit zelfstandigheid blijkt
bij overvraag gelden er voorrangscriteria (belangrijkste: laagste totale begrote kosten eerst) en worden aanvragen afgewezen zodra het subsidieplafond wordt bereikt
subsidiabele kosten worden bepaald volgens de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten
voor instandhoudingsplannen die ingaan vanaf 2020 – aanvraag in 2019 of latere jaren – bedraagt het subsidiepercentage 60% van de subsidiabele onderhoudskosten
minimumbedrag (€ 6.000,-) en maximumbedrag (3% van herbouwwaarde) aan subsidiabele kosten
Eigenaren van rijksmonumentale bewoonde boerderijen, landhuizen en molens komen in aanmerking voor beide subsidies. Een eigenaar kan zelf kiezen van welke regeling hij gebruik wil maken. Dezelfde werkzaamheden kunnen niet vanuit twee regelingen worden gesubsidieerd.
Laagrentende lening
Het Nationaal Restauratiefonds verstrekt laagrentende leningen voor instandhouding van een monument (restauratie en onderhoud). Eigenaren van rijksmonumenten kunnen een plan indienen en op basis daarvan een laagrentende lening van 100% van de instandhoudingskosten krijgen.
Als u voor subsidie in aanmerking wilt komen, dan kunt u voor dezelfde werkzaamheden geen laagrentende lening bij het Nationaal Restauratiefonds krijgen. Als eigenaar maakt u een keuze tussen laagrentend lenen (vooraf) of subsidie (achteraf).