Zo wordt de subsidie bepaald

  • De subsidiabele kosten zijn de grondslag van de subsidieberekening. Zie de pagina Welke kosten zijn subsidiabel voor meer informatie.
  • Aanvullend op de subsidie voor regulier onderhoud van een gebouwd rijksmonument kan de eigenaar subsidie aanvragen voor de uitvoering van een verduurzamingsonderzoek.
  • De subsidie wordt bepaald door de subsidiabele kosten te vermenigvuldigen met het van toepassing zijnde subsidiepercentage.

Wat is het subsidiepercentage?

  • Het subsidiepercentage voor gebouwde en groene rijksmonumenten bedraagt 30% voor eigenaren die hun rijksmonument bedrijfsmatig gebruiken, en 50% voor overige eigenaren en professionele organisaties voor monumentenbehoud (POM's)
  • Voor archeologische rijksmonumenten zijn deze percentages respectievelijk 60% en 80%.

Minimale en maximale subsidiabele kosten

Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten uw subsidiabele instandhoudingskosten per aanvraag over de periode van 6 jaar boven een minimaal bedrag aan subsidiabele kosten komen. Voor gebouwde rijksmonumenten is het bedrag aan subsidiabele kosten ook gemaximeerd. 

Minimale subsidiabele instandhoudingskosten

Maximale subsidiabele instandhoudingskosten

Gebouwde rijksmonumenten, behalve molens€ 6.000
  • De maximale subsidiabele kosten bedragen bij gebouwde monumenten over de gehele periode van 6 jaar maximaal 3% van de herbouwwaarde van uw monument. Uit onderzoek is gebleken dat 0,5% op jaarbasis voldoende is om noodzakelijk onderhoud uit te voeren.
  • De herbouwwaarde zijn de kosten die nodig zouden zijn om het rijksmonument of zelfstandig onderdeel in zijn geheel opnieuw te bouwen met dezelfde constructie, materiaalsoorten en detaillering.
  • De kosten van een taxatie om de herbouwwaarde aan te tonen worden subsidiabel gesteld tot een maximumbedrag van € 2.500 per rijksmonument of zelfstandig onderdeel.
  • Voor zowel de herbouwwaarde uit een verzekeringspolis als die uit een taxatierapport geldt dat deze maximaal 3% per jaar mag worden geïndexeerd tot aan het jaar van aanvragen, met een maximum van 15 jaar.
  • Meer over wat de herbouwwaarde is en welke rol dit speelt bij het aanvragen van instandhoudingssubsidie.
Molens€ 6.000

€ 95.000

Groene rijksmonumenten€ 6.000

Hier gelden normbedragen. Deze vindt u in het begrotingsmodel voor groene rijksmonumenten.

Archeologische rijksmonumenten€ 3.000
  • Voor normaal onderhoud gelden vanaf 2025 normbedragen.
  • Voor complextypen waar geen normbedragen voor zijn opgesteld, kunnen de werkelijke kosten van het normale onderhoud worden opgevoerd. Hetzelfde geldt voor incidenteel onderhoud of conservering
Verduurzamingsonderzoek€ 4.000€ 4.000

Aandachtspunten per categorie

Uitbetaling

Gedurende de instandhoudingsperiode worden jaarlijkse voorschotten op de subsidie verstrekt. Het voorschot is 15% van de subsidie per jaar, gedurende 6 jaar. De laatste 10% van de subsidie wordt uitbetaald na de behandeling van een aanvraag tot subsidievaststelling, als het instandhoudingsplan conform plan is uitgevoerd. Een uitzondering hierop is als de subsidie kleiner is dan € 25.000, dan is het voorschot in het eerste jaar 25% in plaats van 15%. 

Eventueel kan een verzoek ingediend worden om het bevoorschottingsritme te wijzigen.

Het Nationaal Restauratiefonds (NRF) zorgt voor de uitbetaling van de voorschotten en de verrekening met de uiteindelijk vastgestelde subsidie.

Rekenvoorbeeld

  • Gebouwd monument (dus geen groen monument en geen archeologisch rijksmonument)
  • Particuliere eigenaar (dus geen onderneming)
  • Totale kosten € 90.000
  • Subsidiabele kosten € 80.000
  • Herbouwwaarde € 2.000.000, dus de maximale subsidiabele kosten bedragen € 60.000 (3%).
  • Het betreft een particulier, dus het subsidiepercentage bedraagt 50% = € 30.000 subsidie. Dit wordt in 6 voorschotbedragen van 15% uitbetaald, dus € 4.500 per jaar. De laatste 10% (€ 3.000) wordt uitbetaald nadat het instandhoudingplan volgens plan is uitgevoerd en de subsidie is vastgesteld.

Budget

Jaarlijks is € 103 miljoen beschikbaar voor de regeling. Als het budget onvoldoende is, volgt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de verdeelsystematiek zoals vastgelegd in de regeling. Op de pagina Hoe wordt het budget voor instandhoudingssubsidie verdeeld? leest u hierover meer.