Vaak te laat aan tafel. Dat gevoel overheerste toen de programma’s van de Agenda Leefomgeving van start gingen. Erfgoed kwam pas in beeld als ruimtelijke plannen al getekend waren. Nu zit de erfgoedsector geregeld vooraan: meedenken over woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie en de rol van erfgoed daarin. Hans-Lars Boetes en Anouk Fienieg, beiden werkzaam bij de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), vertellen hoe erfgoed steeds vaker wordt benut bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Nederland verandert razendsnel. Een tekort aan woningen, klimaatverandering, de energietransitie en de stikstofcrisis vragen om grote ruimtelijke aanpassingen. Belangrijk hierbij is: hoe zorg je dat erfgoed wordt benut als kans en als drager bij deze ruimtelijke ontwikkelingen?   

De omslag

De afgelopen jaren heeft de RCE onder meer met de programma’s van de Agenda Leefomgeving gewerkt aan een omslag. Het doel: erfgoed veel eerder betrekken. We willen niet steeds in de ja-of-nee-stand komen bij de vergunningverlening, maar veel meer in de meedenkstand, legt Hans-Lars Boetes, werkzaam bij de afdeling strategie bij de RCE, uit. Kunnen we bij ruimtelijke ontwikkeling het zo doen dat erfgoed minder geraakt wordt? Of kunnen we het erfgoed zelfs benutten, door bijvoorbeeld herbestemming.

Die omslag is gelukt. Om op dit punt te komen, is met een grote groep adviseurs en onderzoekers binnen de Agenda Leefomgeving gewerkt aan vier belangrijke thema's: water en klimaat, energietransitie van gebieden, stedelijke ontwikkeling en transitie van het landelijk gebied.

Voor wie en waarom

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft bepaald dat erfgoed eerder bij ruimtelijke ontwikkelingen moet worden meegenomen. De RCE richt zich daarbij op twee groepen. Aan de ene kant zijn dat partijen die bij ruimtelijke veranderingen actief zijn: woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, waterschappers, agrariërs etc. Door hen te adviseren, willen we laten zien dat erfgoed juist interessant is en waarde toevoegt aan het resultaat, zegt Boetes. Dat gaat steeds beter. Aan de andere kant ondersteunt de RCE ambtenaren bij het rijk, provincies en gemeenten. Zij moeten uiteindelijk het beleid maken en vergunningen verlenen.

De meerwaarde van erfgoed: visievorming in Enschede

Anouk Fienieg, werkzaam bij de afdeling regio-advisering bij de RCE, vertelt: Erfgoed kan als complex worden ervaren. Maar we willen juist laten zien dat erfgoed interessant is en waarde toevoegt, zoals herkenbaarheid en verbinding. Eén van de acties die we hebben ondernomen is dat we heel open en onderzoekend zijn gaan samenwerken met partijen. Zo hebben we een mooie handreiking geschreven over transformatiekaders en vervolgens drie locaties gekozen om dit kader met betrokkenen uit en in de praktijk te toetsen.

Beeld: RCE, Martijn Oosterhuis

Rigtersbleek in Enschede

Als concreet voorbeeld noemt Fienieg de gebiedsontwikkeling Rigtersbleek in Enschede, op het terrein van een oude textielfabriek. De gemeente wilde het terrein transformeren, en de gebieden eromheen vroegen om een andere infrastructuur, meer groen en meer woningen. Op het terrein stond één gemeentelijk monument. We hebben vooraf met de gemeente meegedacht: wat zegt dit gebied over Enschede, wat is de identiteit en hoeveel woningen kunnen we hier bouwen? Het resultaat: de hele ontstaansgeschiedenis van de plek en de markante elementen liggen nu klaar voor de visievorming op de nieuwe woon- en werkwijk. Fienieg: Het plan voor de nieuwe wijk doet recht aan de geschiedenis van de plek. Dat is wat we willen, omdat dit bijdraagt aan de herkenbaarheid van de plek en het uiteindelijke woongenot.

Kasteelpark Weert

Een ander voorbeeld is Kasteelpark Weert. De gemeente Weert heeft een voormalige bedrijfslocatie gekocht en die toegevoegd aan het stadspark. Hier stond vroeger de voorburcht van kasteel Nijenborgh. In het ontwerp voor het park stond het toevoegen van meer water en groen centraal. Het kasteel kreeg daardoor als onderdeel van het vernieuwde park weer meer de oude luister terug. Het erfgoed werd meer zichtbaar en voelbaar. Het resultaat is een koelere plek in de stad met minder steen, meer water, meer groen, een grotere biodiversiteit en een fijne ontmoetingsplek voor iedereen.

Beeld: © Tirzah Schnater

Kasteelpark Nijenborgh in Weert

Nadenkgeld en ambassadeurs

Vaak wordt er in ruimtelijke processen technisch en economisch gedacht, zegt Boetes. Er zit weinig ‘nadenkgeld’ in projecten. Daarmee bedoel ik dat je de tijd neemt om bijvoorbeeld een atelier te organiseren, een gebiedsbiografie te maken of een verhaal van de plek. Dit is wat wij toevoegen. Die aanpak werkt, want de RCE krijgt ambassadeurs bij partijen in het veld. Voor alle beheerders van natuurgebieden schreef de RCE bijvoorbeeld een handreiking over omgaan met archeologie. We hebben de handreiking in hun digitale omgeving gezet, zodat boswachters op locatie op hun tablet kunnen kijken, legt Boetes uit. Als de boswachter denkt: ik moet iets met erfgoed, klikt hij het aan en gaat hij op de goede manier aan de slag. In plaats van dat hij een machine door een archeologisch rijksmonument drilt en achteraf baalt.

Herbestemmen

Ook de publieke opinie helpt. Mensen willen immers wonen, werken en recreëren op een plek waar zij zich thuis voelen. In een omgeving die zij begrijpen en herkennen. En erfgoed levert vaak zelfs geld op. Boetes: Er zijn woonwijken waarbij het oude fabriekje in het midden is herbestemd tot grand café. De huizen eromheen worden tegen hoge prijzen verkocht en gaan als zoete broodjes over de toonbank. We hadden hierbij op de rem kunnen trappen en nee kunnen zeggen, of we maken het aantrekkelijk om er wat mee te doen. Daartussen balanceren we.

De toekomst: verzilveren en versterken

De programma’s van de Agenda Leefomgeving stoppen, maar het thema Erfgoed en Leefomgeving en het daarbij behorende werk gaat door. Het zijn altijd golfbewegingen, zegt Boetes. De focus verschuift van minder instrumenten ontwikkelen naar meer toepassen. We willen collega-ambtenaren bij gemeenten en provincies de komende jaren goed helpen met de instrumenten die we hebben ontwikkeld. Onze advieskracht versterken en op meer plekken aanwezig zijn. Fienieg vult aan: We moeten verzilveren wat we hebben ontwikkeld. Er blijft ruimte om te experimenteren met kleine en grote initiatiefnemers. Die ruimtelijke processen blijven zich ook ontwikkelen.

Het belang van samenwerken

Boetes benadrukt het belang van samenwerking: De toekomst van het erfgoed ligt in handen van de initiatiefnemer. Degene die de verandering brengt. Fienieg voegt toe: Ruimtelijke ontwikkelingen zijn zo complex. Dat vraagt van ons als rijksoverheid om in de regio zichtbaar te blijven, om te begrijpen wat er écht gebeurt. Als je goed luistert, kun je samen heel mooie dingen maken. Dat iets beschermd is, betekent niet dat het niet kan veranderen.

Daar waar verleden, heden en toekomst slim samenkomen met goed ontwerp, ontstaat klinkende meerwaarde. Het is die meerwaarde die zorgt voor een mooi en betekenisvol Nederland. Laten we hier samen aan blijven werken, sluiten Fienieg en Boetes af. 

Beeld: Manon Munnix

Gorinchem, een van de locaties van het Erfgoed Deal-project Linielandschap Waaldijk

Erfgoed Deal

Ook de Erfgoed Deal wordt dit jaar afgerond. In de Erfgoed Deal staan gebiedsopgaven centraal waarin erfgoed onderdeel is van de aanpak of oplossing. Op lokale of regionale schaal zijn er bijna 60 projecten ontwikkeld in relatie tot de belangrijkste transitieopgaven van Nederland. Zoals klimaatadaptatie, energietransitie, landbouw en de woonopgave. Doel van de Erfgoed Deal is om integraal en erfgoedinclusief aan gebiedsopgaven te werken.