Alleen de kosten voor in de toekomst uit te voeren werkzaamheden voor regulier onderhoud (geen restauratiewerkzaamheden), zoals schilderwerk of plaatselijk herstel van houtwerk komen in aanmerking voor de instandhoudingssubsidie. De aanvraag wordt ingediend in het jaar voorafgaand aan de periode van zes kalenderjaren waarvoor subsidie wordt gevraagd. De kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd mogen niet door een andere subsidie of laagrentende lening gedekt zijn.
De eigenaar kan tevens subsidie aanvragen voor het uitvoeren van een verduurzamingsonderzoek aanvullend op de onderhoudswerkzaamheden.
Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten
De werkzaamheden moeten deel uit maken van een 6-jarig instandhoudingsplan en bijdragen aan maximaal behoud van de monumentale waarden van het betreffende rijksmonument.
Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten uw subsidiabele instandhoudingskosten over de periode van 6 jaar dus boven een minimaal bedrag van subsidiabele kosten komen. Het bedrag aan subsidiabele kosten is tevens gemaximeerd. Het bedrag van de subsidiabele kosten is de grondslag van de subsidie; hierover wordt het subsidiepercentage berekend.
Herbouwwaarde
De toekenning van de subsidie is gekoppeld aan de herbouwwaardevan een gebouwd monument. Dit zijn de kosten die worden gemaakt om een gebouw weer in zijn oorspronkelijke staat op te bouwen.
De maximale subsidiabele kosten bedragen bij gebouwde monumenten over de gehele periode van 6 jaar maximaal 3% van de herbouwwaarde van uw monument. Uit onderzoek is gebleken dat 0,5% op jaarbasis voldoende is om noodzakelijk onderhoud uit te voeren.
Welke onderhoudswerkzaamheden voor Groene rijksmonumenten zijn subsidiabel?
Een belangrijk uitgangspunt is dat instandhouding sober en doelmatig dient te zijn. De normbedragen voor onderhoud aan groene monumenten gaan dan ook uit van ‘redelijke arbeidsduur’ en ‘redelijke materiaalkosten’.
Niet alle voor de instandhouding noodzakelijke kosten kunnen op basis van de instandhoudingsregeling worden gesubsidieerd. Wel in aanmerking komen onderhoudswerkzaamheden aan de hoofdstructuur en aan de aantoonbare kernwaarden (hoofdkarakteristiek) van groene rijksmonumenten. Andere onderhouds- en restauratiewerkzaamheden worden niet gesubsidieerd op basis van de regeling. Dat is eventueel wel mogelijk binnen een andere regeling, zoals een restauratiesubsidieregeling van een provincie.
Vanaf 2024 kunnen eigenaren van groene rijksmonumenten 15% extra opvoeren voor beplanting met EKO-keurmerk of het vermeerderen van eigen plantmateriaal, mits zij dit kunnen aantonen aan de hand van een gespecificeerde offerte of foto’s.
Twijfelt u of u het groene of archeologische begrotingsmodel moet gebruiken, checkt u dan even het monumentregister.
Een belangrijk uitgangspunt is dat instandhouding sober en doelmatig dient te zijn. Het gaat bij de aanvraag van een Instandhoudingssubsidie voor een archeologisch rijksmonument vooral om het beschermen van de archeologische resten. Een archeologisch rijksmonument kan bijvoorbeeld overgroeid raken waardoor de resten en informatie in de bodem worden beschadigd of zelfs vernietigd kunnen worden. Regulier maaien en het verwijderen van houtopslag is dan gewenst.
Monumenten moeten en kunnen verduurzamen. En leegstand is achteruitgang, vandaar dat het belangrijk is dat de energielasten betaalbaar moeten blijven. Verduurzaming is daarin de sleutel.
Dit is de reden dat aanvullend op de subsidie voor het reguliere onderhoud van het rijksmonument de eigenaar ook subsidie kan aanvragen voor het uitvoeren van een verduurzamingsonderzoek (niveau 2 - verdiepend onderzoek en niveau 3 – gericht onderzoek). In het subsidieportaal kunt u bij gebouwde rijksmonumenten (en dus niet bij groene of archeologische rijksmonumenten) aanklikken als u de subsidie hiervoor wilt aanvragen. Voorwaarde is wel dat er vanuit de rijksoverheid niet al eerder subsidie hiervoor verstrekt is.