Verbindende verhalen in Verhalenhuis Belvédère

Verhalen verbinden. Ze zorgen ervoor dat mensen elkaar beter begrijpen. En precies dat is de gedachte achter Verhalenhuis Belvédère. Daar vertellen Rotterdammers uit alle wijken en met verschillende culturele achtergronden hun verhaal.

*Muziek speelt*

Beeldtekst: Het Verdrag van Faro in de praktijk.

Verhalenhuis Belvédère, Rotterdam

Linda Malherbe – Initiatiefnemer Verhalenhuis Belvédère: Je bent in het eerste verhalenhuis van Nederland waar we de verhalen van mensen en gemeenschappen zichtbaar maken en allerlei mensen elkaar laten ontmoeten omdat wij denken dat die stad en die samenleving een stukje fijner wordt als je wat meer van elkaar weet.

Het Verhalenhuis staat in Rotterdam, in Katendrecht.

Ik zeg altijd: het staat niet voor niks hier omdat dit de aankomstwijk, al van oudsher is in Rotterdam, waar alle zeemannen eerst aankwamen.

Dus eigenlijk alle migranten zijn via Katendrecht Rotterdam binnengekomen.

Je merkt dat het Verhalenhuis een huiskamer is waar je op een veilige manier elkaar kunt leren kennen.

Het is echt wat deze plek is, een verbindingshuis.

Dus laten we Rotterdammers koken en ondertussen hun levensverhaal vertellen, maar het kan ook via een tentoonstellingsruimte waar we nu staan.

Zij zien dit huis als hun huis waardoor mensen hier zelf binnen komen wandelen en denken: oh, ik wil hier ook een feestje geven.

Dat is wat zo fijn is aan dit huis, dat er heel veel mensen mee gaan doen en het vanzelf dragen eigenlijk.

Logo Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verschijnt in beeld

Beeldmerk: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beeldtekst: Erfgoed maak je samen!

"Wij halen die verhalen in heel de stad op. Gewoon, door mensen die op een bankje zitten aan te spreken, of door aan te bellen bij mensen."

Hoe is Verhalenhuis Belvédère ontstaan?

In 2010 organiseerde Linda Malherbe in opdracht van de gemeente een grote buitententoonstelling in Rotterdam-Zuid. Met een fotograaf portretteerde ze zo’n 150 verschillende groepen in de stad op plaatsen waar die groepen samenkwamen. Bij sommige groepen gingen Malherbe en de fotograaf meermaals langs om ze beter te leren kennen en om hun verhaal goed op te kunnen schrijven. "Dit hele project was een enorme ontdekking", vertelt ze hierover. "Rotterdam-Zuid stond bekend als slechte buurt, maar dat kwam helemaal niet uit die portretten en die verhalen. Mensen daar zijn trots op hun wijk. Verschillende culturen leven er al eeuwen samen en door elkaar heen." 

De tentoonstelling werd geopend door (toen nog) koningin Beatrix en het succes ervan smaakte naar meer. En dus kwam Malherbe met twee andere initiatiefnemers op het idee voor Verhalenhuis Belvédère: een fysieke plaats waar Rotterdammers hun verhaal kunnen vertellen. De perfecte locatie daarvoor was het leegstaande negentiende eeuws pand dat tijdens de tentoonstelling al als tijdelijke werkplek diende. Malherbe: "Er zouden eigenlijk luxe koopappartementen in worden gemaakt en we hebben dus een behoorlijk gevecht moeten leveren. Maar na 1,5 jaar strijd hebben we met behulp van crowdfunding het pand zelf kunnen kopen." 

Waarom past dit verhalenhuis zo goed bij het Verdrag van Faro?

Verhalenhuis Belvédère gebruikt de verhalen van Rotterdammers óm Rotterdammers met elkaar te verbinden. Bezoekers van de lunches en avondprogramma’s krijgen dankzij de levensverhalen van anderen een ander perspectief voorgeschoteld: zo leren de bezoekers elkaar beter kennen en beter begrijpen.

Het Verhalenhuis werkt ook aan een Belvédère School om kennis over deze manier van werken te verspreiden. Er is namelijk vanuit andere steden veel interesse. Zo zijn er in Antwerpen en Paramaribo ook al plannen voor een verhalenhuis.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Faro

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet projecten en initiatieven als Verhalenhuis Belvédère als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.