De energietransitie is een belangrijke ruimtelijke opgave in het stedelijk gebied. Verduurzaming van wijken en opwekking en transport van nieuwe energie raken onherroepelijk ook monumentale panden en historische stads- en dorpskernen. Cultureel erfgoed kan kansen bieden om de transities zo in te passen dat Nederland en zijn ontstaansgeschiedenis herkenbaar blijven voor volgende generaties.

De gebouwde omgeving is al in transitie. Gebruik van aardgas wordt vervangen door duurzame warmte-alternatieven en panden worden beter geïsoleerd om energie te besparen. Er bestaan inmiddels veel initiatieven en programma’s die moeten leiden tot het loskoppelen van woningen en andere gebouwen van het aardgasnet. Deze brengen weer de aanleg van warmtenetten en de uitbreiding van elektriciteitsnetten met zich mee. Door meer (historisch) inzicht te bieden in de bestaande stedelijke gebieden waar deze ingrepen zijn gepland, kan cultureel erfgoed onderdeel worden van de gekozen gebiedsoplossing.

Energietransitie in historische centra

In historische centra van steden en dorpen is de energietransitie, en dan met name de warmtetransitie, een uitdagende opgave. De verduurzaming van monumenten, vooral die in historische centra, kent meer uitdagingen dan ‘regulier vastgoed’. Om gebouweigenaren te stimuleren eerst zo veel mogelijk hun warmtevraag te beperken (bijv. door isolatie) zijn verschillende beleidsinstrumenten uitgebracht of in de maak, zoals de ISDE-subsidie van de RVO, duurzaamheidsloketten bij gemeenten en het Ontzorgingsprogramma Verduurzaming Monumenten. Om gemeenten met een historisch centrum te ondersteunen bij hun visievorming heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en methodieken voor de warmtetransitie in historische centra.

Beeld: © Siebe Swart

Het historische centrum van Amersfoort

Wijken met bijzondere erfgoedwaarden aardgasvrij

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten ervoor gaan zorgen dat woningen en andere gebouwen van het aardgas afgehaald worden. Er is nog geen standaardoplossing voor de beste aanpak hiervan. Daarom is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) het Programma Aardgasvrije Wijken gestart. Deze wijken zijn inmiddels als proeftuinen opgenomen in het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. Veel van deze proeftuinen hebben ook bijzondere erfgoedwaarden. Het zijn beschermde stads- en dorpsgezichten, er liggen enkele gebouwde of archeologische rijksmonumenten in, of het gaat om een Wederopbouwgebied of Post 65-wijk. De RCE heeft een aantal van deze wijken laten onderzoeken om te bekijken hoe erfgoed een rol speelt in de praktijkaanpak van aardgasvrije wijken.

Hieruit blijkt dat voor de keuze voor een bepaalde warmteoplossing de haalbaarheid en betaalbaarheid van grotere invloed zijn dan de erfgoedwaarden. Erfgoed heeft wel invloed op de keuze voor een bepaald type oplossing, maar dit is niet doorslaggevend voor het al dan niet doorgaan van het gehele project. Bij wijkgebonden erfgoedwaarden helpt een formele status om erfgoed daadwerkelijk te borgen. De scope blijkt namelijk vaak op de gebouwen zelf en de stedenbouwkundige structuren te liggen. De openbare ruimte wordt daarbij als ondergeschikt gezien en vervolgens benut om onderdelen van individuele en collectieve warmteoplossingen te plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan transformatorhuisjes, of technische ruimten voor een warmtenet. Dit komt de ruimtelijke kwaliteit in deze wijken niet altijd ten goede. Tot slot helpt het wanneer binnen de gemeente integraal samengewerkt wordt tussen de projectleider aardgasvrij en de erfgoedambtenaar.