Bij de zoektocht naar locaties voor duurzame energiemaatregelen wegen provincies en gemeenten af welke vorm van energie in welk gebied wordt ingepast. Vanuit het perspectief van cultureel erfgoed zijn niet alle locaties even geschikt. Toch is het onvermijdelijk dat de energietransitie in bepaalde gevallen ook cultuurhistorisch waardevolle gebieden raakt. Dan is er een sterke onderbouwing nodig door zowel initiatiefnemers als vergunningverleners, waarbij de cultuurhistorische waarden het uitgangspunt moeten vormen.
Soms is cultureel erfgoed van nationaal belang zoals rijksmonumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en werelderfgoedgebieden. Soms zijn erfgoedwaarden aangewezen door provincies of gemeenten. Naast dat ze verschillen in waardering verschillen gebieden en locaties ook in de mate van kwetsbaarheid voor verandering. Gebieden in Nederland die cultuurhistorisch het waardevolst en kwetsbaarst zijn en die een beschermde status hebben, wil de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zoveel mogelijk ontzien als locatie voor de opwek, transport of opslag van hernieuwbare energie. Plaatsen in het cultuurlandschap die minder waardevol en kwetsbaar zijn, hebben de voorkeur. Toch hebben ook deze locaties karakteristieken om rekening mee te houden.
Beeld: © RCE, Jos Stöver
Zonnepark nabij Grebbelinie, Amersfoort.
Karakteristieken kennen voor een beter bewustzijn over het landschap
Bepaalde nieuwe energiebronnen, zoals aardwarmte en waterkracht, vallen minder op in het landschap. Parken met windmolens en zonnepanelen kunnen onze omgeving echter ingrijpend veranderen. Hetzelfde geldt hoogspanningsleidingen en transformatorhuisjes voor transport van elektriciteit en grote batterijen voor opslag. Voor zowel overheden als ontwikkelende partijen is het belangrijk om de karakteristieken van het landschap te kennen en voor ogen te hebben wat de effecten van energiemaatregelen op dit landschap zijn. Want in het ene type landschap laten sommige nieuwe energiemaatregelen zich ruimtelijk gezien makkelijker inpassen dan in het andere. Die ruimtelijke karakteristieken zijn divers: van kleinschalig tot grootschalig, van gesloten tot open, van uniform tot gevarieerd en met verschillende regelmaat en mate van reliëf en historische gelaagdheid.
De ruimtelijke karakteristieken van een landschap zijn objectief te bepalen. De identiteit is subjectief. Het is een samenhang van verschillende kernkwaliteiten en draagt daarmee een bepaalde waardering in zich mee. Zie ook de kaart Cultuurlandschappen van Nederland voor meer informatie over de historische landschappen en hun kenmerken.
Historisch-geografische landschapstypen
De RCE heeft Nederland op basis van de ontginningsgeschiedenis in landschapstypen ingedeeld. Deze hebben allemaal een eigen set van ruimtelijke karakteristieken.
- Schaal: gaat over oppervlakte en maatvoering, klein en groot.
- Ruimte: gaat over begrenzing vanuit ooghoogte, open en gesloten.
- Structuur: gaat over ‘topografische vormen’ (begrenzing percelen) op de kaart, onregelmatig en regelmatig.
- Vorm: gaat over de structuur in het landschap, over morfologische rechte en kromme lijnen en hoogteverschillen in het verticale vlak zoals opgaande groenelementen, gevarieerd en uniform.
- Reliëf: gaat over hoogte en laagte van het maaiveld, vlak en geaccidenteerd.
- Historische gelaagdheid: is er in het verleden nog iets gebeurd/veranderd in het landschap na ingebruikname/ontginning van de mens? Eénlagig (uit één periode) en meerlagig (uit meerdere perioden).
Archeologische waarden
De cultuurhistorische waarde van gebieden is overigens niet altijd direct zichtbaar. Soms gaat het om (beschermde) archeologische waarden die zich onder de grond bevinden. Deze archeologische waarden zijn ook het meest kwetsbaar als het gaat om het onzichtbare deel van de energiemaatregelen. Denk aan kabels en leidingen die in de grond gebracht moeten worden. Lees meer over de impact van energiemaatregelen op archeologie.