U wilt een verzoek indienen voor restitutie van, eerst onderzoek laten doen naar, of een restitutiebesluit laten heroverwegen voor een cultuurgoed (verloren in de periode 1933-1945) van de Staat? Op deze pagina leest u welke procedure van toepassing is op uw verzoek.
U kunt achterhalen van wie het cultuurgoed is via wo2.collectienederland.nl, of door contact op te nemen met het museum of de instelling waar het object zich bevindt.
Diverse verzoeken mogelijk
Dient u een verzoek in voor teruggave van een cultuurgoed dat in bezit van de Staat is? Dan wint de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) daarover namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Media (OCW) advies in bij de Adviescommissie restitutieverzoeken cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog (kortweg: de Restitutiecommissie). De Restitutiecommissie werkt onafhankelijk van het ministerie. Ook kunt u, voorafgaand aan een eventueel restitutieverzoek, vragen om onderzoek te laten verrichten. Als een eerder restitutieverzoek is afgewezen, kunt u een verzoek tot heroverweging van het besluit van de minister van OCW indienen.
Hieronder staat per verzoek stapsgewijs uitgelegd hoe de procedures eruitzien. We hebben de procedures ook verkort weergegeven in Infographics.
Verzoek tot restitutie van een cultuurgoed in bezit van de Staat
Indien het cultuurgoed in bezit van de Staat is, kunt u uw restitutieverzoek richten aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), die optreedt namens de minister van OCW.
Stuur uw verzoek bij voorkeur per e-mail aan: restitutie@cultureelerfgoed.nl onder vermelding van 'restitutieverzoek'.
Of stuur uw verzoek per brief aan:
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort
In uw brief of e-mail vermeldt u:
- om welk cultuurgoed het gaat (zo volledig mogelijk: soort object, titel, maker/kunstenaar, huidige verblijfplaats en inventarisnummer, bij voorkeur ook een omschrijving);
- wie het bezit van het cultuurgoed onvrijwillig heeft verloren voorafgaand aan of ten tijde van het naziregime (de oorspronkelijke eigenaar);
- uw eigen gegevens en uw (erfrechtelijke) relatie tot de oorspronkelijke eigenaar. Als u zich laat vertegenwoordigen dient uw gemachtigde een volmacht te overleggen van maximaal een jaar oud, tenzij uw gemachtigde een in Nederland ingeschreven advocaat is. Voor indiening van het verzoek is niet nodig dat u dit gezamenlijk met of namens eventuele andere rechthebbenden doet.
In dit stadium hoeven nog geen stukken te worden overgelegd. Daarvoor wordt bij inbehandelingname van het verzoek verderop in de procedure de gelegenheid geboden.
Valt het cultuurgoed onder het restitutiebeleid?
De RCE gaat na of het werk inderdaad in bezit is van de Staat en of het verzoek valt onder het restitutiebeleid. Daarbij wordt nagegaan of het gestelde onvrijwillige bezitsverlies heeft plaatsgevonden in de periode die wordt bestreken door het restitutiebeleid (1933-1945). Indien daarover twijfel bestaat, wordt het verzoek doorgezonden aan de Restitutiecommissie.
Is het cultuurgoed beschermwaardig?
De RCE gaat na of het werk mogelijk beschermwaardig is in de zin van de Erfgoedwet. Als dat het geval is, moet de Rijksdienst een advies vragen aan een onafhankelijke commissie. Dit is verplicht op grond van de Erfgoedwet.
De inhoud van het advies van de Commissie Beschermde Cultuurgoederen bepaalt niet of uw restitutieverzoek wel of niet kans van slagen heeft.
Uitnodiging voor bezichtiging van het object
Indien mogelijk, zal de contactpersoon van de RCE u uitnodigen voor een bezoek aan het museum, de organisatie of het depot waar het cultuurgoed zich bevindt.
Doorzending van het verzoek aan de Restitutiecommissie
Als het werk in bezit is van de Staat én het verzoek onder het restitutiebeleid valt, stuurt de RCE uw verzoek naar de Restitutiecommissie, met de vraag daarover advies uit te brengen. De Restitutiecommissie bevestigt aan de verzoeker en de RCE de ontvangst van het adviesverzoek. De Restitutiecommissie zal nagaan of duidelijk is namens wie de verzoeker optreedt en wat de relatie is tot de oorspronkelijke eigenaar van het betreffende object. Van belang is of de verzoeker behoort tot de kring van rechthebbenden/erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaar. Vervolgens wordt aan verzoeker en de RCE een brief gestuurd waarin de procedure van de Restitutiecommissie wordt beschreven. Ook eventuele vragen van de Restitutiecommissie worden daarbij voorgelegd.
Onderzoek door het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog
De Restitutiecommissie kan opdracht geven aan het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken (kortweg: het Expertisecentrum) om onderzoek te doen naar de relevante historische feiten.
Het Expertisecentrum inventariseert de door partijen meegezonden informatie. Vaak blijkt nader (kunst)historisch onderzoek noodzakelijk. Dat omvat onderzoek in diverse archieven in binnen- en buitenland. Van belang zijn gegevens over de oorspronkelijke eigendomssituatie, de aard en omstandigheden van het bezitsverlies en de afhandeling van een eventueel direct na de oorlog al ingediend verzoek om restitutie.
Het Expertisecentrum maakt van de verzamelde gegevens een feitenoverzicht dat naar verzoeker en de RCE wordt gezonden voor aanvulling van feiten. Nadat deze aanvullingen zijn verwerkt, stuurt het Expertisecentrum het feitenoverzicht naar de Restitutiecommissie.
Advies door de Restitutiecommissie
De Restitutiecommissie brengt advies uit over het restitutieverzoek. De commissie betrekt bij haar advisering het feitenonderzoek en andere eventueel ingebrachte stukken.
De commissie stelt verzoeker en de RCE in de gelegenheid te reageren op het feitenoverzicht en standpunten naar voren te brengen. De RCE zal namens de minister van OCW uitsluitend feitelijke onjuistheden corrigeren maar geen standpunt innemen. Naast de schriftelijke behandeling zal in beginsel ook een mondelinge behandeling plaatsvinden. Ook kan de commissie het Expertisecentrum vragen nader onderzoek te doen, indien dit nodig is voor het uitbrengen van het advies. De commissie beraadt zich tijdens één of meerdere vergaderingen over de motivering en inhoud van het advies. Na vaststelling wordt het advies ondertekend door de voorzitter en de secretaris. De commissie stelt de verzoeker en de RCE beide op de hoogte van het uitbrengen van het advies. Verzoeker krijgt een concept van de inhoud van het advies toegezonden voorafgaand aan de vaststelling ervan.
Na afronding van het advies stuurt de Restitutiecommissie het advies naar de RCE.
Besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
De RCE toetst marginaal of de Restitutiecommissie zich aan de kaders van het beleid heeft gehouden en legt een besluit ter ondertekening voor aan de minister van OCW.
De RCE informeert de verzoeker in beginsel binnen zes weken na ontvangst van het advies over de beslissing van de minister. Terwijl het advies zich ten algemene richt tot ‘de erfgenamen’, richt het besluit zich tot de met name genoemde verzoekers.
Afhandeling van een toegewezen restitutieverzoek
Bij een (gedeeltelijk) toewijzend besluit dat strekt tot restitutie neemt de RCE de afhandeling ter hand voor de feitelijke en juridische overdracht van het cultuurgoed. Dat omvat onder meer het inschakelen van een notaris om de volledige kring van gerechtigden te bepalen, het vervoer naar een locatie opgegeven door de erfgenamen en het opstellen van een conditierapport.
Meer informatie over deze stap vindt u onder het kopje Procedure na toewijzing van een restitutieverzoek op deze webpagina.
Verzoek tot onderzoek indienen voorafgaand aan een (mogelijk) restitutieverzoek
Indien u nog over onvoldoende informatie beschikt om te weten of u een restitutieverzoek kunt of wilt indienen, bijvoorbeeld omdat u niet weet onder welke omstandigheden het cultuurgoed verloren is, dan kunt u ook eerst een verzoek indienen om onderzoek te laten doen door het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken (kortweg: het Expertisecentrum of ECR). De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kan het Expertisecentrum opdracht geven onderzoek te doen. Op basis van het feitenrapport dat het Expertisecentrum opstelt, kunt u beslissen of u al dan niet een restitutieverzoek wilt indienen.
U kunt contact opnemen met een van de adviseurs Cultureel erfgoed Tweede Wereldoorlog via de Infodesk van de RCE.
In welke gevallen is geen onderzoek mogelijk
Deze procedure is niet bedoeld voor musea die delen van de rijkscollectie die zij beheren, nader willen (laten) onderzoeken. Musea kunnen onderzoek naar objecten in eigen beheer zelf verrichten.
Deze procedure is evenmin bedoeld voor cultuurgoederen waarover de Restitutiecommissie al eerder heeft geadviseerd.
Indien u eerst onderzoek wil laten uitvoeren door het Expertisecentrum Tweede Wereldoorlog en Restitutieverzoeken (het Expertisecentrum), dan kunt u daartoe gezamenlijk een verzoek per brief of e-mail indienen bij de RCE, die optreedt namens de minister van OCW.
Stuur uw verzoek bij voorkeur per e-mail aan: restitutie@cultureelerfgoed.nl onder vermelding van 'verzoek tot onderzoek'.
Of stuur uw verzoek per brief aan:
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort
In uw brief of e-mail vermeldt u:
- om welk cultuurgoed het gaat (zo volledig mogelijk: soort object, titel, maker/kunstenaar, huidige verblijfplaats en inventarisnummer, bij voorkeur ook een omschrijving);
- wie het bezit van het cultuurgoed onvrijwillig heeft verloren voorafgaand of ten tijde van het naziregime (de oorspronkelijke eigenaar);
- uw eigen gegevens en uw (erfrechtelijke) relatie tot de oorspronkelijke eigenaar. Als u zich laat vertegenwoordigen dient uw gemachtigde een volmacht te overleggen van maximaal een jaar oud, tenzij uw gemachtigde een in Nederland ingeschreven advocaat is. Voor indiening van het verzoek is niet nodig dat u dit gezamenlijk met of namens eventuele andere rechthebbenden doet.
Valt het cultuurgoed onder het restitutiebeleid?
De RCE gaat na of het werk inderdaad in bezit is van de Staat en of het verzoek valt onder het restitutiebeleid. Daarbij wordt nagegaan of het gestelde onvrijwillige bezitsverlies heeft plaatsgevonden in de periode die wordt bestreken door het restitutiebeleid (1933-1945).
Opdracht aan het Expertisecentrum
Als het werk in bezit is van de Staat en het verzoek onder het restitutiebeleid valt, geeft de RCE opdracht aan het Expertisecentrum om onderzoek te verrichten naar de relevante historische feiten.
Uitkomsten van het onderzoek
Het Expertisecentrum stuurt het feitenrapport aan de RCE die het rapport doorstuurt naar de verzoeker.
Al dan niet indienen van een restitutieverzoek
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek kan de verzoeker besluiten wel of geen aanvraag voor restitutie in te dienen.
Dient de aanvrager een restitutieverzoek in, dan legt de RCE dit verzoek altijd ter advisering voor aan de Restitutiecommissie.
Verzoek tot heroverweging van een advies
Heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uw verzoek tot restitutie van een werk in bezit van de Staat afgewezen? Dan kunt u de minister vragen om dat besluit te heroverwegen. Dit doet de minister alleen indien er sprake is van nieuwe feiten die zijn opgetreden sinds de behandeling van uw verzoek. Het moet daarbij gaan om nieuwe feiten of omstandigheden die tot een andere beslissing aanleiding kunnen geven en die bij het vorige besluit nog niet bekend waren. Alleen in die gevallen kan een verzoek om heroverweging in behandeling worden genomen.
Als u een verzoek tot heroverweging doet en daarbij aangeeft op welke nieuwe feiten dat verzoek is gebaseerd, zal de RCE namens de minister de Restitutiecommissie vragen of die feiten aanleiding geven het eerdere afwijzende besluit te heroverwegen.
Indienen van een verzoek tot heroverweging is daarnaast mogelijk indien de eerdere beslissing (mede) berustte op de mate waarin verzoeker zich had ingespannen het object te achterhalen, of op het belang van het object voor verzoeker, bezitter of het openbaar kunstbezit. Het is aan de Restitutiecommissie om dit te beoordelen.
U kunt uw verzoek tot heroverweging per brief of e-mail indienen bij de RCE, die optreedt namens de minister van OCW.
Stuur uw verzoek bij voorkeur per e-mail aan: restitutie@cultureelerfgoed.nl onder vermelding van 'verzoek tot heroverweging'.
Of stuur uw verzoek per brief aan:
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Postbus 1600
3800 BP Amersfoort
In uw brief of e-mail vermeldt u:
- om welk cultuurgoed het gaat (zo volledig mogelijk: soort object, titel, maker/kunstenaar, huidige verblijfplaats en inventarisnummer, bij voorkeur ook een omschrijving);
- wie het bezit van het cultuurgoed onvrijwillig heeft verloren voorafgaand of ten tijde van het naziregime (de oorspronkelijke eigenaar);
- uw eigen gegevens en uw (erfrechtelijke) relatie tot de oorspronkelijke eigenaar. Als u zich laat vertegenwoordigen dient uw gemachtigde een volmacht te overleggen van maximaal een jaar oud, tenzij uw gemachtigde een in Nederland ingeschreven advocaat is. Voor indiening van het verzoek is niet nodig dat u dit gezamenlijk met of namens eventuele andere rechthebbenden doet.
- datum en kenmerk van het eerdere advies en besluit;
- de nieuwe feiten en een toelichting daarop, waaronder uw onderbouwing dat en waarom deze feiten tot een andere beslissing aanleiding kunnen geven en bij het vorige besluit nog niet bekend waren.
Procedure na toewijzing van een restitutieverzoek
Bij een (gedeeltelijk) toewijzend besluit neemt de RCE de afhandeling ter hand voor de feitelijke en juridische overdracht van het cultuurgoed. Dat omvat onder meer het inschakelen van een notaris om de volledige kring van gerechtigden te bepalen. Dit kan enige tijd duren, zeker als de kring van gerechtigden groot is, niet volledig bekend is of zich in het buitenland bevindt. De afhandeling omvat ook het vervoer van de huidige locatie van het object naar het depot van de RCE, het opstellen van een conditierapport en het vervoer van het depot naar een plek naar keuze van de erfgenamen. De kosten hiervan draagt de Staat. Het object wordt zonodig gestabiliseerd voor vervoer en voor het overige gerestitueerd in de staat waarin het zich bevindt.
Openbaarmaking van het advies en vertrouwelijkheid van gegevens
Nadat de RCE de beslissing op het restitutieverzoek en het advies van de Restitutiecommissie aan verzoeker heeft gestuurd, wordt het advies gepubliceerd op de website van de Restitutiecommissie en in het jaarverslag, met weglating van persoonsgegevens. Het feitenoverzicht wordt niet openbaar gemaakt.
Informatie over restitutieverzoeken voor cultuurgoederen die niet in bezit zijn van de Staat vindt u op de pagina ‘Verzoek indienen cultuurgoederen van anderen’.