In Nederland zijn ruim 3200 bronzen (geregistreerde) voorwerpen uit de bronstijd bekend. Het zijn archeologische vondsten van zwaard tot bijl, en van armband tot mantelspeld. Van veel vondsten, soms tot wel 4000 jaar oud, weten we niet waar het materiaal vandaan komt. Een nieuw onderzoeksproject brengt daar nu verandering in. In een serie blogs neemt het projectteam ons mee in hun onderzoek.
In deze blog volgen we het levensverhaal van de randbijl van Kessel. Deze bijzondere bijl staat centraal in de kindertentoonstelling Betoverend Brons. Het raadsel van de rivier
die tot 4 januari 2026 te zien is in het Limburgs Museum in Venlo.
De randbijl van Kessel
Dit jaar volgde de ontknoping van het onderzoek, want van alle 150 onderzochte voorwerpen zou duidelijk worden waar het kopererts uit de bodem is gehaald. In ons project kijken we ook verder dan alleen de mijnregio. Aan het type object is vaak af te leiden of het een lokaal product is of in andere streken is gemaakt. Als voorbeeld zoomen we in op de randbijl van Kessel die in Noordwest-Duitsland is gegoten. Dat doen we samen met de conservator van het Limburgs Museum: Bibi Beekman, een belangrijke partner in ons project. Van acht topstukken uit het museum mochten we monsters afnemen. De randbijl is daarvan de oudste; ongeveer 4000-3800 jaar geleden gemaakt. Het was Bibi’s idee om een bronstijdtentoonstelling in te richten speciaal voor kinderen, waarin het levensverhaal van de randbijl uit Kessel een rol speelt.
Beeld: © Limburg Museum
De randbijl van Kessel zoals deze nu te zien is op de kindertentoonstelling in het Limburgs Museum te Venlo
Uit de Maas opgevist
Het ontdekkingsverhaal van de bijl begint zo’n 65 jaar geleden, tijdens grindwinningsactiviteiten op een baggerschip. Tussen de stenen uit de Maas werd het merkwaardige stukje herkend, ongetwijfeld door de opvallend groene kleur van het brons. In de jaren vijftig en zestig is het rivierbed van de Maas intensief benut voor het winnen van zand en grind. Die vele kubieke meters aan grondstoffen waren hard nodig voor de wederopbouw van Nederland.
Vooral de omgeving van Roermond is ingrijpend veranderd. De weidelanden daar verdwenen in de loop der jaren en veranderden in een Maasplassenlandschap. Oplettende werkers op de baggermolens visten met regelmaat bijzondere voorwerpen uit het grind; mammoetkiezen, en zwaarden uit de bronstijd.
Beeld: © Utrechts Archief
Een baggermolen en grindschuit op de Maas bij Linne in 1956; de opgebaggerde stenen verdwijnen in een vrachtschip ten behoeve van de Nederlandse Spoorwegen. Bij dit soort werkzaamheden zijn vele bronstijdvoorwerpen gevonden. Uit het deel van de Maas tussen Stevensweert en Roermond weten we van ruim 50 exemplaren, van zwaarden, bijlen, speerpunten en sieraden. Dat is ongetwijfeld het topje van de spreekwoordelijke ijsberg.
De bijl in de schijnwerpers
De randbijl die bij Kessel is gevonden, is klein van stuk, net 6 cm groot. Dat komt omdat de achterkant ontbreekt. De bijl is ooit gebroken, al lang geleden, al in de vroege bronstijd. De hoge randen en de waaiervormige snede verraden dat de bijl vermoedelijk in Noordwest-Duitsland is gemaakt. Veel van deze ‘Saksische’ types zijn daar gevonden.
In ons project hebben we het brons van de bijl op twee manieren gemeten; eerst het bijloppervlak met het draagbare röntgenapparaat (pXRF) en later het boorslijpsel van het brons zelf, met de massaspectrometer (ICP-MS). Ondanks de twee methodes zijn de uitkomsten bijna hetzelfde.
| Koper | Tin | Antimoon | Arseen | Zilver | Nikkel | Lood | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| pXRF | 88,19 | 9,93 | 0,20 | 0,43 | 0,20 | 0,18 | 0,87 |
| ICP-MS | 87,79 | 10,77 | 0,23 | 0,34 | 0,21 | 0,20 | 0,40 |
Het metaal is een tinbrons; grotendeels koper, met zo’n 10% tin. De verhoudingen van de spoorelementen zijn veelzeggend: dat zijn de elementen die in kleine hoeveelheden in het brons zitten, zoals antimoon, arseen en zilver. Deze zijn niet aan de legering (metaalmengsel) toegevoegd maar zaten al in het kopererts. Dit soort brons komt veel voor in Centraal-Europa, in bronzen voorwerpen van de Únětice-cultuur. De spoorelementen én de loodisotopenverhoudingen geven aan dat het koper zeer waarschijnlijk afkomstig is uit het Slowaakse Ertsgebergte.
Het levensverhaal van de randbijl
Het levensverhaal van de randbijl begint in een mijn in Slowakije waar het kopererts is gedolven. Daar is het erts uit het gesteente gehaald en het koper eruit gewonnen. Zo ontstond er een brokstuk koper dat door ruil uiteindelijk van Slowakije naar Noordwest-Duitsland is verplaatst. Het koper heeft zo een afstand van ruim 1000 km afgelegd. In Noordwest-Duitsland is tin toegevoegd aan het koper en van die bronslegering is de randbijl gegoten.
Uiteindelijk is de bijl via uitwisseling bij Kessel in Limburg terechtgekomen, waarbij een afstand van ruim 300 km is overbrugd. Daar is het gebroken en als een offer en geschenk aan de geesten in het Maaswater gegeven. Niet alles is met zekerheid te zeggen, bijvoorbeeld waar het tin aan het koper is toegevoegd of waar de bijl is gebroken. We denken wel dat dit de meest aannemelijke biografie is van de kleine bijl van Kessel.
Beeld: © Limburgs Museum
Grote belangstelling voor de vondsten uit de Maas in de tentoonstelling ‘Betoverend Brons’
Wil je meer van dit soort Maasvondsten bewonderen? Kom dan naar het Limburgs Museum in Venlo. Ook voor volwassenen is de bronstijdtentoonstelling zeer de moeite waard.
Betoverend Brons. Het raadsel van de rivier is tot 4 januari 2026 te zien.
Beeld: © Limburgs Museum
Een blik in de bronstijdtentoonstelling met links een vitrine vol zwaarden met gevechtssporen
Deze blog is geschreven door Liesbeth Theunissen (RCE) en Bibi Beekman (Limburgs Museum)