De regels voor het indienen van een aanvraag voor woonhuissubsidie vanaf 2026 zijn aangescherpt. Het blijkt dat aanvragen in de praktijk niet altijd goed te beoordelen zijn, wat zowel de subsidieaanvragers als de beoordelaars onnodig extra werk oplevert. Door aan de subsidieaanvragers duidelijker aan te geven welke bijlagen nodig zijn om de opgevoerde kosten te onderbouwen, is de verwachting dat straks minder informatie hoeft te worden opgevraagd tijdens de beoordelingsperiode.
Het gaat – behalve gespecificeerde facturen (altijd) en een inspectierapport (verplicht bij aanvragen boven de €70.000) - in ieder geval om foto’s van vóór en na de instandhoudingswerkzaamheden. Verder moeten in specifieke gevallen nog aanvullende bijlagen bij de aanvraag worden gevoegd. Tot slot zijn de indieningsvereisten op enkele punten verduidelijkt, en is explicieter opgeschreven welke facturen u kunt indienen, en welke documenten u in welke gevallen achter de hand moet houden.
Hieronder leest u per onderwerp wat er in 2026 verandert.
Wijzigingen in 2026
Een nieuwe indieningsvereiste voor alle aanvragen is dat foto’s van vóór en na de werkzaamheden direct al bij de aanvraag moeten worden gevoegd. De technische noodzaak van de werkzaamheden kan hierdoor makkelijker worden vastgesteld, en er wordt aangetoond dat de werkzaamheden waarvoor kosten worden opgevoerd ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
Sinds de invoering van de woonhuissubsidie in 2019 stond al in de woonhuisregeling dat de aanvrager ervoor dient te zorgen dat hij over deze foto’s beschikt. In de communicatie is hier de laatste jaren ook veel aandacht aan besteed. In de praktijk werden deze foto’s vaak al opgevraagd tijdens de beoordelingsperiode. Vanaf de aanvraagronde van 2026 is het verplicht om deze foto’s direct al bij de aanvraag te voegen, samen met de gespecificeerde facturen (altijd) en een inspectierapport (bij aanvragen boven de €70.000).
Zorgt u ervoor dat uit de foto’s duidelijk blijkt welke instandhoudingswerkzaamheden zijn verricht en aan welke onderdelen van het monument. Alle bijgevoegde foto’s dienen genummerd te zijn en voorzien van de opnamedatum en een korte toelichting op wat er op de foto te zien is.
Als kosten worden opgevoerd voor funderingsherstel, dan moet bij de aanvraag ook een funderingsonderzoek worden gevoegd waaruit de technische noodzaak van het herstel blijkt. Als er ook andere werkzaamheden zijn uitgevoerd die niet noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het rijksmonument, zoals het uitdiepen van een kelder, dan moeten de kosten worden uitgesplitst. Alleen kosten die duidelijk herleidbaar zijn tot herstelwerkzaamheden die voor de instandhouding noodzakelijk zijn kunnen subsidiabel worden gesteld.
Bij werkzaamheden die door de eigenaar zelf zijn uitgevoerd moet in de aanvraag duidelijk worden gemaakt op welke werkzaamheden aan welke onderdelen van het rijksmonument de opgevoerde kosten betrekking hebben.
Ook deze informatie moest in het verleden vaak worden opgevraagd, omdat anders niet goed beoordeeld kon worden of de opgevoerde kosten subsidiabel zijn op grond van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. Vanaf de aanvraagronde van 2026 is het verplicht om deze informatie direct al mee te sturen met de aanvraag, uiteraard alleen als er in de aanvraag kosten worden opgevoerd voor funderingsherstel of werkzaamheden die door de eigenaar zelf zijn uitgevoerd.
In de woonhuisregeling is verduidelijkt wat bedoeld wordt met gespecificeerde facturen. Een gespecificeerde factuur omschrijft welke werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen zijn gerealiseerd aan welke onderdelen van het rijksmonument. Per uitgevoerde werkzaamheid moeten de kosten van arbeid, materiaal en materieel zijn aangegeven. Een factuur met een generieke omschrijving (bijvoorbeeld een termijnfactuur) is niet voldoende. In zo’n geval moet op een andere manier worden aangetoond welke werkzaamheden zijn verricht aan welk onderdeel van het rijksmonument. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een gespecificeerde offerte of (deel)begroting. Als in een factuur wordt verwezen naar bepaalde documenten dan moeten deze stukken ook bij de aanvraag worden gevoegd.
Bij de beoordeling van een aanvraag kan de RCE extra informatie opvragen om te kunnen beoordelen in hoeverre de opgevoerde kosten subsidiabel zijn op grond van de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. Denk bijvoorbeeld aan bankafschriften of andere betaalbewijzen. In de woonhuisregeling is nu duidelijker aangegeven welke informatie in welk geval kan worden opgevraagd.
Bijvoorbeeld:
bij ingrijpende werkzaamheden of als architectenkosten worden opgevoerd kunnen de bouwkundige tekeningen worden opgevraagd;
bij ingrijpende werkzaamheden kan ook een constructierapport, werkomschrijving of bestek worden opgevraagd;
bij twijfel over de monumentale waarde van een onderdeel van het rijksmonument waaraan werkzaamheden hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld in het interieur, kan een document worden gevraagd waaruit de monumentale waarde van dat onderdeel blijkt;
als subsidie wordt aangevraagd voor een beschermde tuin die tot een rijksmonument met een woonfunctie behoort, kan een overzichtskaart worden opgevraagd van dat deel van de tuin dat in directe relatie staat tot de woonfunctie.
Een aanvrager mág deze stukken direct al bij de aanvraag voegen, maar dit is niet verplicht. Als de RCE de informatie nodig heeft voor de beoordeling van uw aanvraag, en deze is nog niet bij de aanvraag gevoegd, dan ontvangt u een bericht waarin duidelijk staat omschreven welke aanvullende informatie nodig is en hoe u deze kunt toesturen.
Particuliere eigenaren van rijksmonumenten met een woonfunctie kunnen jaarlijks een aanvraag indienen in de periode van 1 maart tot en met 30 april, volgend op het kalenderjaar waarin de subsidiabele kosten zijn gemaakt. Om te bepalen in welk jaar de subsidiabele kosten zijn gemaakt moest voorheen uit de factuur blijken in welk jaar de werkzaamheden waren uitgevoerd. Dit bleek in de praktijk niet werkbaar, omdat facturen die informatie lang niet altijd bevatten. Daarom wordt voortaan alleen nog gekeken naar de factuurdatum. Een factuur is altijd gedateerd. Voor de aanvraagronde van 2026 kunnen dus alle facturen worden ingediend met een factuurdatum van 1 januari t/m 31 december 2025.
Let op: omdat in voorgaande jaren werd gekeken naar het jaar waarin werkzaamheden waren uitgevoerd, konden in bepaalde gevallen facturen uit januari of februari worden ingediend, als aannemelijk was dat de werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar waren uitgevoerd. Let u er in dat geval op dat u deze kosten niet nogmaals opvoert.
Meer informatie over de indieningsvereisten en door de RCE mogelijk op te vragen informatie vindt u op de pagina Aanvraag woonhuissubsidie voorbereiden.