Hulp bij herkomst: van wie was dit typisch Zeeuwse boerenzakmes?

Weblog

In de blogreeks Hulp bij herkomst bespreken we maandelijks een object uit de Nederlands Kunstbezit (NK)-collectie waar uitgebreid herkomst­onderzoek naar wordt gedaan. Deze collectie bestaat onder andere uit objecten die na de Tweede Wereldoorlog terugkeerden naar Nederland. Denk aan schilderijen, werken op papier en toegepaste kunst zoals meubelen en keramiek. Door een flinke impuls te geven aan het onderzoek hopen we extra herkomstgegevens te vinden. Deze maand: een typisch Zeeuws boerenzakmes. Misschien weet u meer over de makelij en herkomst?

Foto van een mes. Mes, lemmet van staal waarin inscriptie E. Quincke en gesneden heft van fruitbomenhout met een klimmend leeuwtje als bekroning
Beeld: ©RCE
Mes, lemmet van staal, gesneden heft van fruitbomenhout, 1850, 28.3 x 3.2 x 2.4 cm, inventarisnummer NK496

Een alledaags pronkstuk

In de negentiende eeuw droegen boeren op het Zeeuwse platteland zulke messen altijd bij zich als vast onderdeel van hun klederdracht. De met fijn snijwerk versierde palmhouten heften staken goed zichtbaar boven de rand van hun broekzakken uit en waren dan ook bedoeld om mee te pronken. Bovenal waren het gebruiksvoorwerpen waarmee boeren dagelijks van alles deden; van touwen doorsnijden tot brood smeren en modder van de schoenen schrapen.

De voormalige eigenaar van dit paeremes dat wij onderzoeken heeft zijn mes vast veel gebruikt aangezien het houten heft is versleten. Toch is op de buikzijde nog goed een bloemstengel te zien, en als bekroning een klimmend leeuwtje. Zeeuwse mesheftensnijders bewerkten het hout met gedetailleerde voorstellingen. Aan het begin van de negentiende eeuw werden er veel Bijbelse voorstellingen gesneden, later werden de heften versierd met onder meer paarden en landbouwwerktuigen. Onder de bekroning van het mes zitten gleufjes die een hol kooitje vormen met daarin een los rammelend balletje; een van de kenmerken die het mes zo typisch Zeeuws maakt. In het heft staat ook het jaartal 1850 gesneden, wat samen met de naam op het lemmet een hint kan zijn naar de oorspronkelijke eigenaar. Op het stalen lemmet van dit paeremes is namelijk de naam E. Quincke te lezen.

Detail van een houten heft van een paeremes
Beeld: ©RCE
Detail van het paeremes met bloemstengel en een klimmend leeuwtje

Het herkomstonderzoek

Bij aanvang van ons onderzoek was al bekend dat het mes na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland is teruggekomen vanuit het Klingenmuseum in Solingen, Duitsland – een nog bestaand museum met een grote collectie wapens en bestek. Het was onbekend hoe het museum precies aan het mes was gekomen, maar het stond wel op een lijst met objecten die het museum in 1942 en 1943 in Nederland had gekocht. Het Klingenmuseum heeft onderzoek voor ons gedaan in de eigen archieven en wist ons daardoor te vertellen dat zij het in 1943 hadden gekocht van C.J.J. Weegenaar, een antiquair op de Frederikstraat in Den Haag. Over de in- en verkopen van deze antiquair tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben wij geen informatie kunnen vinden. Momenteel is het paeremes in de Rijkscollectie RCE te vinden.

De uiterlijke kenmerken van het mes hebben wij ook onder de loep genomen. Elke Zeeuwse mesheftensnijder had namelijk zijn eigen stijl. Via Frans Dingemanse, deskundige op het gebied van de vormgeving van Zeeuwse heften en zelf ook paeremessnijder, weten wij dat de maker een Zuid-Bevelander moet zijn geweest, aangezien de leeuw als bekroning van het paeremes zich in Zuid-Beveland heeft ontwikkeld. Ook moet het oorspronkelijke lemmet zijn versleten of kapot zijn gegaan, omdat het huidige lemmet en de tussenring niet bij een typisch Zeeuws mes passen. Wellicht had de eigenaar het versleten paeremes van zijn vader of grootvader geërfd en wilde hij het vanwege de herinneringen die eraan kleven niet weggooien. Misschien is er daarom een nieuw lemmet aan het heft gemonteerd.

Hulp gezocht

In de zoektocht naar de herkomst van dit Zeeuwse boerenzakmes proberen wij erachter te komen wie de mogelijke eigenaar zou kunnen zijn geweest. Wie was E. Quincke en houdt deze naam verband met het jaartal 1850? En van wie heeft de antiquair C.J.J. Weegenaar het mes gekocht? Weet u meer over dit mes of heeft u nog informatie die ons verder kan helpen met onze zoektocht? Neem dan graag contact met ons op: restitutie@cultureelerfgoed.nl.

Deze blog is geschreven door Silja de Vilder Coombs en Laurie Gnade, junior herkomstonderzoekers Restitutie Cultuurgoederen WO II.

Update april 2023

Na de publicatie van deze blog bleek er met name in Zeeland grote interesse voor het paeremes uit de NK-collectie. Zo werd een van de herkomstonderzoekers geïnterviewd bij het radioprogramma Goedemorgen Zeeland en ook Paeremesexpert Frans Dingemanse deelde zijn kennis bij NPO Radio 5. Naar aanleiding van deze radio-interviews deelden een aantal enthousiaste Zeeuwen meer details met ons over deze vorm van Zeeuwse volkskunst. Zo vertelde iemand dat landarbeiders paeremessen gebruikten om touwen mee door te snijden, leerden we dat het traditie was dat boerenjongens rond hun 15de levensjaar een paeremes kregen en dat paeremessen in Zeeland van generatie op generatie worden doorgegeven. Er bleek voornamelijk veel nieuwsgierigheid naar de persoon E. Quincke, maar wij wachten nog op de tip die ons helpt de maker en oorspronkelijke eigenaar van het mes te vinden.