Dissociatie

Bij dissociatie wordt de koppeling tussen het fysieke deel van het erfgoed (gebouw, object, collectie) en de bijbehorende kennis, informatie of documentatie verbroken. Hierdoor kan het aan betekenis verliezen.

Voorbeelden van dissociatie

  • Een opgezette vogel met een label waarop staat welke soort het is, waar, wanneer en door wie het dier is gevonden, heeft een wetenschappelijke waarde. Zonder het label is het niet meer dan een dode vogel.
  • Een object is op een verkeerde plaats neergezet of teruggeplaatst.
  • De context verdwijnt: schetsen zijn uit een album gescheurd, een portret is uit een portretgalerij verwijderd.
  • De context verandert: nieuwbouw verrijst naast een historisch pand, waardoor betekenis verloren gaat.

Immateriële aspecten

Van de 10 schadefactoren is dissociatie de enige die waardeverlies als gevolg van niet-materiële veranderingen in kaart brengt. Het hangt nauw samen met (procedures voor) registratie, documentatie en gegevensbeheer.

Hoofdoorzaken van dissociatie

De twee hoofdoorzaken voor dissociatie zijn menselijk handelen (alles dat met verplaatsen, registreren en documenteren te maken heeft) en veroudering van kennis- en informatiedragers (medewerkers, labels, documentatie en computersystemen). Voorbeelden zijn:

  • Een niet-geregistreerde verplaatsing van objecten maakt ze onvindbaar
  • Labels of etiketten laten los of zijn onleesbaar, waardoor objecten niet aan de registratiegegevens kunnen worden gekoppeld
  • Digitale informatie is niet meer toegankelijk vanwege verouderde software of hardware
  • Interne kennis is niet vastgelegd en gaat verloren als gevolg van pensionering, ontslag of overlijden van een medewerker.

Maatregelen tegen dissociatie

Maatregelen om het risico op dissociatie zo klein mogelijk te houden staan beschreven in Risicomanagement voor Collecties.