Informatie voor musea

Erfgenamen hebben de mogelijkheid om (een deel van) de erfbelasting te betalen met een object of een verzameling objecten, als zij dit uit een nalatenschap in eigendom hebben verkregen. Het strekt tot aanbeveling dat er een museum is dat interesse heeft in het object. Dit hoeft geen rijksmuseum te zijn; ook gemeentemusea, provinciale musea en andere kleinere of regionale musea kunnen een aanbod voor de kwijtscheldingsregeling ondersteunen.

Het museum dat het object graag (in bruikleen van de Staat) wil ontvangen, ondersteunt het aanbod van de erfgenamen met een brief. De erfgenamen sturen deze mee aan de Belastingdienst bij het verzoek om toepassing van de kwijtscheldingsregeling. In deze brief motiveert de museumdirectie waarom het object een waardevolle aanvulling is op de collectie en hoe het past binnen het verzamel- en tentoonstellingsbeleid. Ook een ‘verzoek bij leven’ wordt idealiter ondersteund met een brief van het beoogde museum.

Als de commissie positief adviseert over het aanbod, besluit de minister om de kwijtscheldingsregeling toe te passen, mits het object binnen de vastgestelde termijn in eigendom wordt overgedragen aan het Rijk. Na overdracht zal het object worden ingeschreven in de rijkscollectie. Als de inschrijving wordt gedaan door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), zal het object na inschrijving in bruikleen worden gegeven aan het beoogde museum.

NB: Een cultuurgoed dat is overgedragen aan het Rijk door toepassing van de kwijtscheldingsregeling betreft geen schenking en blijft eigendom van de Staat.

Als het museum de publiciteit wil opzoeken vanwege de overdracht van een cultuurgoed via de kwijtscheldingsregeling, wordt dit bij voorkeur eerst overlegd met de RCE. Dit om ervoor te zorgen dat de richtlijnen omtrent de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Europese privacywet, gerespecteerd worden.