Goois schilderij met verrassing

Weblog

Door een openstaand dakraam kijk je over de daken een frisgroen voorjaarslandschap in. Het haakje waarmee het raam opengezet is, doorkruist het beeld. Het is goed voor te stellen hoe je, staand op je tenen, langs de dakpannen naar buiten gluurt. Het zo kalme schilderij vertelt het roerige verhaal van een gevlucht Duits-Zwitsers schildersechtpaar in de oorlogsjaren. Een verrassing op de achterkant maakt het schilderij dubbel zo interessant.

Schilderij van een landschap in Laren, met veel blauwtinten.
Herbert Fiedler, Landschap te Laren, gezicht uit dakraam, 1940, olieverf op doek, K84006, Rijkscollectie RCE

Duitse expressionist

De schilder van dit werk, voluit Otto Herbert Fiedler (1891-1962), behoorde tot de belangrijkste Duitse expressionisten van de vroege twintigste eeuw. Herbert Fiedler werd geboren in Leipzig en studeerde aan de kunstacademie in Dresden. In 1912 vertrok hij naar Berlijn, waar hij met zijn kunstenaarsvrienden George Grosz en Max Beckmann werkte. Een jaar later verhuisde hij naar Parijs, maar het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog dwong hem om terug te keren naar Berlijn. Toen Hitler aan de macht kwam, weken Fiedler en zijn latere vrouw, de Zwitserse Annemarie (pseudoniem ‘Amrey’) Balsiger, uit naar Nederland.

Gooise tijd

Vanaf 1935 woonde het stel in Laren, eerst aan het Klooster 6 en later de Smeekweg 2. Het dorp was sinds eind negentiende eeuw een geliefde woonplek voor kunstenaars, die zich lieten inspireren door de heide, het bos en de dorpelingen. Toen Fiedler arriveerde, waren deze artistieke hoogtijdagen echter al voorbij. Hij miste de uitwisseling met gelijkgestemden zoals in Parijs en Berlijn en wendde zich tot het omliggende landschap als thema, net als boeren, dorpstaferelen en zijn eigen gezin. Het was alsof hij, na alle omzwervingen en zijn resolute vertrek uit Duitsland, met een schone lei begon in Laren en hier zijn eigen stijl vond. Amrey, die zelf ook schilderde, kwam na de geboorte van hun dochter Sabine in 1939 nauwelijks meer tot werken. Hun inkomsten kwamen vooral voort uit Canadese beleggingen van Amrey, die uit een vermogende aristocratische familie kwam.

Portret van een vrouw met kind
Herbert Fiedler, ‘Amrey (Annemarie Fiedler-Balsiger) en dochter Sabine Fiedler’, 1939, olieverf op doek, privé-collectie. Foto: RKD

Amsterdam

Met het uitbreken van de oorlog werd het huis aan de Smeekweg gevorderd. De Fiedlers waren opnieuw gedwongen te verhuizen en vonden een onderkomen in Amsterdam, aan de Maarten Jansz Kosterstraat 11. Door de oorlog werden de Canadese beleggingen verbeurd verklaard en leefde het gezin in armoede. Maar Fiedler voelde zich thuis in Amsterdam. Hij mengde zich in de levendige kunstenaarskringen en sloot zich aan bij kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken en later De Realisten.

Toch had hij het in Nederland niet altijd makkelijk: als Duitse immigrant werd hij met scheve ogen aangekeken en na de oorlog kreeg hij tijdelijk een schilderverbod. Pas aan het begin van de jaren vijftig kreeg zijn expressionistische, figuratieve kunst meer erkenning. Op zijn zeventigste verjaardag genoot hij veel aandacht in de pers en zou hij een grote overzichtstentoonstelling krijgen in het Stedelijk Museum. Tijdens de voorbereidingen in 1962 werd hij plotseling getroffen door een hartaanval; de tentoonstelling werd een in memoriam.

Achterkant van een schilderij waarop een schildering te zien is van twee manfiguren en een vrouw in een café
Achterzijde van Herbert Fiedler, Landschap te Laren, gezicht uit dakraam, 1940, olieverf op doek, K84006, Rijkscollectie RCE

Verrassende achterzijde

Volgens Fiedlers dochter Sabine beschouwde hij een schilderij als een brief. In zijn atelier stonden ze met de beschilderde kant naar de muur, alleen te zien door degene voor wie ze bedoeld waren. Wat probeerde hij met Landschap te Laren, gezicht uit dakraam over te brengen, en aan wie? Het gezin stond opnieuw op het punt te verhuizen, het onbekende tegemoet. Was het een afscheid van zijn Gooise tijd, van het uitzicht vanuit het huis waar hij zijn artistieke stijl had heruitgevonden, en waar hij zijn dochter had gekregen?

Het schilderij werd in 1984 door het Rijk verworven van dochter Sabine, Fiedlers erfgename. Lange tijd hing het in het depot, maar tot en met september 2025 is het te zien in het Huizer Museum op de tentoonstelling ‘Makers in Gooi & Vecht uit de Rijkscollectie’, samen met 14 andere bruiklenen van de RCE. Bij het gereedmaken van het schilderij voor de tentoonstelling werd op de achterzijde een voorstelling aangetroffen: een café-scène met borrelende mensen. Wellicht had Fiedler, die niet gauw tevreden was over zijn werk, in de schaarste van de oorlogsjaren een doek hergebruikt. Op de tentoonstelling is een speciaal meubel gemaakt waardoor het schilderij van beide kanten te zien is.

Deze blog is geschreven door bruikleenconservator Froukje van der Meulen.