Hans Appenzeller, Armband, 1975

Weblog

Ooit sierden ze een decolleté, pronkten ze aan een pols of om een vinger, zaten ze op een revers gespeld, hingen ze aan oorlelletjes of waren ze te zien op een tentoonstelling. ‘Ze’ zijn de ruim 400 sieraden uit de rijkscollectie: ringen, kettingen, broches, oorbellen, een enkele uit de late 19de-eeuw, de meeste uit de tweede helft van de 20ste eeuw. De laatste decennia lagen ze keurig in mallen van piepschuim in het depot in Rijswijk. Zonde, want als er iets is gemaakt om te pronken, te sieren, te behagen, te tonen, dan zijn het wel sieraden.!

Armband
Hans Appenzeller, Armband, 1975

Deze armband van geel geanodiseerd aluminium uit 1975 is van Hans Appenzeller (1949). Hij werd aangekocht voor de reizende tentoonstelling Sieraden. Die toerde in 1980 volgens het ministeriële beleid van toen langs zogenoemde ‘witte vlekken’, dorpen en steden in Nederland waar de bevolking niet snel met cultuur in aanraking kwam. De inwoners van onder andere Emmeloord, Geldrop en Winschoten hadden de kans deze geperforeerde armband te zien, samen met werk van Emmy van Leersum, Onno Boekhoudt en Maria Hees. Daarna ging hij naar het depot van de Rijksdienst.

Nu is Appenzellers fraaie sieraad uit het depot gehaald en heeft de minister van OCW hem overhandigd aan de directrice van CODA (Cultuur Onder Dak Apeldoorn). Met de armband is de hele rijkscollectie sieraden van de Rijksdienst langdurig aan dit museum uitgeleend. De collectie bestaat uit rijksaankopen, schenkingen en legaten van particulieren en sieraden die voor de Beeldende Kunstenaarsregeling zijn gemaakt. Draagbare sieraden en sieraden als object, van goud, zilver, hout, stof, aluminium of plastic. CODA heeft al een grote verzameling sieraden en kan met de verschillende stukken uit de rijkscollectie nog meer ‘het huis van het sieraad’ worden genoemd. Eindelijk zullen eens alle sieraden te zien zijn. Op naar Apeldoorn