Van Den Haag tot Goirle: 5 voorbeelden van openluchtscholen

Weblog

Vroeger werd er op scholen geregeld buiten lesgegeven. Verblijf in de buitenlucht zou een gunstige invloed hebben op de gezondheid van kinderen. De adviseurs van de Rijksdienst selecteerden een aantal voorbeelden van openluchtscholen. De een met inmiddels een nieuwe bestemming, de ander nog steeds in gebruik als school.

De eerste openluchtschool in Nederland werd gesticht in 1913 als de Eerste Nederlandse Buitenschool. Scholen in onder andere Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Arnhem en Breda volgden. De openluchtscholen waren aanvankelijk vooral bedoeld voor kinderen met tuberculose of aanleg daarvoor. Verblijf in de buitenlucht met veel licht en frisse lucht had een gunstige invloed op hun gezondheid.

De principes van de openluchtschool vonden vooral na de Tweede Wereldoorlog navolging in de scholenbouw. Er kwam steeds meer aandacht voor de hygiënische omstandigheden in het gebouw, bijvoorbeeld door het aanbrengen grote glasvlakken, tweezijdige ventilatiemogelijkheden in de leslokalen en buitenlesplaatsen.

1. Eerste Nederlandse Buitenschool, Den Haag

De eerste openluchtschool in Nederland staat in Den Haag. De geschiedenis van dit complex gaat terug tot 1905. In dat jaar werd een stadsgezondheidskolonie opgericht, bedoeld voor kinderen uit sociaal achtergestelde gezinnen. Ze kwamen zes weken naar de kolonie om aan te sterken, om zo minder bevattelijk te zijn voor ziektes als tbc. Het milde zeeklimaat moest een heilzame werking bieden.

In 1913 werd naar ontwerp van J.J. Gort een duinterrein aangelegd met zes open duinklassen, in de vorm van verplaatsbare houten gebouwen. Later, in de jaren 20, werden deze gebouwen vervangen door een schoolgebouw in de stijl van de Haagse School van de hand van architect A. Pet. Kenmerkend zijn de gele bakstenen, in staal uitgevoerde glaspuien, hoge en lichte lokalen en de L-vormige lighal aan de noordzijde van het gebouw. In de jaren vijftig en zeventig werden gebouwen aan het complex toegevoegd.

2. Rietendakschool, Utrecht

Deze Utrechtse school werd gebouwd in 1923 als de Cort van der Lindenschool. Pieter Cort van der Linden was voorzitter van de ministerraad (zeg maar premier) van Nederland tussen 1913 en 1918. Zijn kabinet hield Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog en maakte een einde aan de Schoolstrijd door bijzonder en openbaar onderwijs gelijk te stellen.

Het ontwerp van de school kwam van de Utrechtse architect van gemeentewerken J.I. Planjer. Hij liet zich inspireren door de architectuur van de Amsterdamse School, wat onder meer tot uiting komt in het sprekende rietendak en de horizontale laddervensters. Dankzij het dak kreeg het gebouw al gauw de naam Rietendakschool en dat is nu ook de officiële naam.

De Rietendakschool, destijds gelegen aan de rand van de stad, was een van de eerste openluchtscholen in Nederland. Kinderen kregen er deels les in een weiland dat aan het schoolplein grensde, volgens het uit Engeland overgewaaide principe van de playground classes (speelplaatslessen). Hoog in de gevel van de school verwijst gekleurd houtsnijwerk in de vorm van een stralende felgele zon naar de bijzondere functie van het gebouw. Dit type openluchtschool vond nauwelijks navolging. Latere openluchtscholen werden vooral volgens het type van de open window class gebouwd, waarbij grote glaspartijen konden worden geopend.

3. Arnhemse Buitenschool, Arnhem

Bij een hotelvilla uit 1907 in het Arnhemse park Klarenbeek – die gelijktijdig werd verbouwd tot externaatgebouw met onder andere een eetzaal en wasruimte - verrees in 1929-1930 een nieuw schoolcomplex van de hand van architect H.B. van Broekhuizen (adjunct-directeur Gemeentewerken). Het lesgebouw, bedoeld voor kinderen met astma en tuberculose (tbc), bevatte drie als paviljoens vormgegeven leslokalen die met korte gangen verbonden waren. In ieder lokaal was één gesloten wand voor het schoolbord en de schoolplaten. De overige drie wanden waren bijna volledig voorzien van glas. Van drie zijden kwam er licht binnen en was het lokaal te openen: aan de zuidzijde met harmonicadeuren en de overige wanden door openslaande deuren. Overigens bepaalde het Bouwbesluit in die tijd nog dat daglicht alleen vanuit de linkerzijde van een leerling het lokaal moest binnenvallen, vanwege de verplichting om met de rechterhand te leren schrijven. Door medische redenen kon daar in dit geval van worden afgeweken.

Om ook tijdens koude dagen met de ramen open les te kunnen geven, werden de lokalen verwarmd door middel van vloerverwarming en straalkachels langs de wanden. Het doel was echter zo veel mogelijk buitenonderwijs bij goed weer. Aan de noordzijde werden daarom in het groen van de helling drie leskuilen aangelegd, waarvan er nog twee resteren. De leskuilen waren onverhard en de schoolbankjes stonden in het rulle zand. De onderwijzer had een vast bord en bergruimte tot zijn beschikking.

Tot circa 2006 bleef het complex in gebruik als schoolgebouw voor speciaal onderwijs. Enige jaren terug is herbestemd tot een woongemeenschap voor mensen met een psychiatrische achtergrond.

4. Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind, Amsterdam

Openluchtscholen waren in eerste instantie bedoeld voor zieke of zwakke kinderen. Ze werden vrijwel zonder uitzondering gebouwd in een bosrijke omgeving op afstand van de stad. In de jaren 1920 kwamen er ook openluchtscholen voor zwakke kinderen ìn de stad. Die werden dan nog wel bij een park en met een ‘landelijk’ voorkomen gebouwd. In 1930 kwam daar verandering in met de bouw van de Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind in Amsterdam.

Vanuit het idee ‘wat goed is voor het zwakke kind, is zeker goed voor het gezonde’ kreeg architect Jan Duiker de opdracht om deze school te ontwerpen. Het werd een zeer ‘stedelijk’ ontwerp; een dag-openluchtschool van vier bouwlagen binnen een gesloten bouwblok. Het schoolgebouw telt zeven overdekte lokalen, vijf openluchtlokalen en een gymzaal. In het bijbehorende poortgebouw aan de straat werden de ‘fröbelklasse’ en de dienstwoningen van schoolhoofd en conciërge ondergebracht.

Het schoolcomplex is uitgevoerd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid. De witgepleisterde skeletconstructie van gewapend beton is ingevuld met blauw geschilderde stalen puien met glas over de volle breedte. Het wereldberoemde ontwerp straalt aan alle kanten het ideaal uit van openheid, lucht en licht en functioneert nog tot op de dag van vandaag als school.

5. Openluchtschool San Domenico Savio, Goirle

In de bosrijke omgeving rond de Dr. Keyzerlaan te Goirle verrees in 1958 een openluchtschool voor 120 zwakke en ziekelijke kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 13 jaar. Het ontwerp was van Jos. Bedaux, een bekende Tilburgse architect die vooral in Noord-Brabant veel heeft gebouwd. Hij situeerde de leslokalen in paviljoens op het zuiden langs een gang, met aan twee zijden glasdeuren die geheel konden worden geopend. Bij elk lokaal kwam een terras voor lessen buiten. Aan de noordzijde van de gang lagen functionele ruimten als een eetzaal, keuken, douches en kamers voor personeel. De verdieping was een openluchtgalerij: een langgerekte lighal onder een flauw hellend lessenaarsdak, waar de leerlingen na de lunch in de buitenlucht konden rusten.

Recent is de in onbruik geraakte school door Bedaux de Brouwer Architecten, het bureau van twee kleinzoons van Jos. Bedaux, verbouwd tot zeven woningen. De vroegere leslokalen zijn nu woonkamers, terwijl boven wordt geslapen in de dichtgezette galerij. Bij deze transformatie zijn de bijzondere landschappelijke setting en verschijningsvorm van het gebouw zoveel mogelijk intact gelaten.