Optimale strategieën voor de veldtoetsing van bodembewerkingsdiepten op agrarische percelen

Hoeveel waarnemingen zijn nodig om bodemverstoringen op te sporen? Waar moeten deze waarnemingen komen? Dit rapport geeft in belangrijkte mate antwoord op deze vragen.

Voor elke verstoring of patroon met verstoringen (vlak, lijn, strook, dambord etc.) is eigenlijk een eigen specifieke steekproefmethode vereist. Uitgaande van gegevens over diepten en patronen kan beredeneerd worden wat voor ieder terrein de meest efficiënte steekproefmethode is. Daarbij is het uiteraard van belang om de strategie af te stemmen op de doelstelling. Gaat het om een kartering van de algehele verstoringssituatie op het perceel of wordt bijvoorbeeld getoetst of sprake is van een specifiek verstoringspatroon op basis van een verklaring van de grondgebruiker.

Het onderzoek is uitgevoerd door RAAP Archeologisch adviesbureau, in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Colofon

RAAP Archeologisch Adviesbureau, 2019  (RAAP-rapport 3705)
Auteur: N.W. Willemse