Vervreemding RCE bouwfragmenten. Hoe zit het?

Op 3 januari heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in de Staatscourant vermeld dat het van plan is om de verzameling bouwfragmenten af te stoten. De publicatie heeft tot vragen geleid van organisaties uit de monumentenwereld. We lichten het proces graag toe.

Erfgoedwet en vervreemding

Om fragmenten te kunnen vervreemden was publicatie in de Staatscourant noodzakelijk. Dat moet zo volgens de Erfgoedwet. Deze publicatie geeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ruimte om tot vervreemding over te gaan en creëert transparantie in een gevoelig proces als afstoting.

Verzameling bouwfragmenten

De verzameling bestaat uit ruim 400 pallets met onderdelen van historische gebouwen. Het meeste betreft natuursteenfragmenten. De collectie wordt nauwelijks gebruikt voor studie, onderzoek of presentatie. Van veel fragmenten is niet meer bekend waar ze vandaan komen. We beschouwen dit als objecten zonder context. Een deel van de verzameling bestaat uit beschadigde en/of slecht leesbare brokstukken met een lage presentatiewaarde.

In de eerste fase van de vervreemdingsoperatie nemen we de objectadministratie door en koppelen deze aan de fragmenten. De administratie vertoont flinke lacunes en is verre van compleet.

Bouwfragmenten van monumenten op een pallet in een depot
Bouwfragmenten in depot

Waar gaan de bouwfragmenten naar toe?

De RCE wil de bouwfragmenten zoveel mogelijk overdragen aan partijen die ze weer kunnen laten functioneren. Fragmenten waarvan de herkomst bekend is, plaatsen we bij voorkeur bij de eigenaren van de gebouwen waaruit ze oorspronkelijk afkomstig zijn. Ook de documentatie wordt – indien aanwezig – overgedragen. Vaak blijkt dat eigenaren niet eens weten dat wij de bouwfragmenten (nog) hebben en zijn ze aangenaam verrast bij het eerste contact erover. Diverse eigenaren hebben al aangegeven de bouwfragmenten te willen overnemen.

De voorkeur gaat uit naar overdracht aan eigenaren uit het publieke domein. Als er geen eigenaren meer in beeld zijn, kan gedacht worden aan herplaatsing in musea en bij restauratie-opleidingen in de monumentenzorg. Als ook dat niet mogelijk is, komt overdracht van fragmenten aan andere private organisaties en particulieren in beeld. Hiervoor zal nog een procedure worden ontwikkeld.

Bij vervreemding buiten het publieke domein geldt altijd het volgende. Als er bouwfragmenten zijn waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat ze een grote cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, zal de RCE zich - conform de Erfgoedwet - laten adviseren door een onafhankelijke, externe commissie van bouwhistorisch en architectuurhistorisch specialisten.