RAM 179: Een potbeker langs de Fliert

Een ontdekking uit het laat-neolithicum laat zien dat de kans groot is dat het IJssellandschap nog meer zeldzame archeologische sporen uit deze periode herbergt.

Vondst potscherven en een hamerbijfragment

Dit rapport gaat in op de vondst van potbekerscherven en een hamerbijlfragment en de betekenis van deze waarneming. Afgedekte, goed geconserveerde en goed zichtbare sporen van bewoning uit het laat-neolithicum zijn een belangrijke kennisbron. Het is zaak om zorgvuldig met dergelijke afgedekte landschappen om te gaan. De ontdekking geeft ook aan dat de zichtbaarheid van dit type bewoningslocaties in een vooronderzoek slecht is. In een boor tekenen zich nauwelijks antropogene indicatoren af. Met een goede gespecificeerde verwachtingskaart als basis en proefsleuven als karteringsmethode is het in de toekomst mogelijk meer van dergelijke zeldzame sporen uit het laat-neolithicum op te sporen.

Colofon

Reeks: Rapportage Archeologische Monumentenzorg (RAM) 179
Auteurs: L. Theunissen & J.W. de Kort
ISBN: 978 90 5799 150 9
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2009