Rolpatronen vroegste boeren onder de loep

Nieuw onderzoek naar oudste grafveld van Nederland bij Elsloo (gemeente Stein) 

Nieuw onderzoek naar grafgiften en botmateriaal uit het oudste grafveld van Nederland (Elsloo, Limburg) levert opmerkelijke informatie op over de klassieke invulling van man-vrouw rolpatronen en de rol van ouderen in de boerensamenleving van de ‘Lineaire Bandkeramiek’, 7000 jaar geleden.

Zo blijken grafgiften als vuurstenen pijlpunten, stenen bijlen en maalstenen, die doorgaans strikt aan mannen- of vrouwen worden toegeschreven, in het grafritueel minder sekse-gebonden te zijn dan voorheen gedacht. Daarnaast horen rijke grafgiften vaak bij ouderen, meestal vrouwen, wat op een bijzondere positie binnen de gemeenschap kan duiden.

Deze bevindingen betekenen een duidelijke nuance in de rolpatronen van prehistorische mannen als jager, veehoeder, krijger en bouwer en vrouwen als verzorgers en pottenbaksters. De grafgiften uit Elsloo blijken tenslotte niet per definitie de eigendommen van een overledene, maar eerder van de nabestaanden. Een selectie vondsten uit het grafveld wordt vanaf 24 juni een jaar lang tentoongesteld in het Historiehuis van de Maasvallei in Elsloo.

Prof. dr. Modderman, zittend te midden van vele toehoorders geeft aan de lokale geestelijke uitleg over de bandkeramische graven van Elsloo, 1966
Beeld: ©Universiteit Leiden
Prof. dr. Modderman, zittend te midden van vele toehoorders geeft aan de lokale geestelijke uitleg over de bandkeramische graven van Elsloo, 1966

Neolithische grafveld

Het neolithische grafveld van Elsloo behoort tot de gemeenschappen van de ‘Lineaire Bandkeramiek’, die zich hier en in grote delen van Europa meer dan 7000 jaar geleden als eerste boeren vestigden. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw zijn er in Elsloo 63 inhumatiegraven en 36-50 crematiegraven opgegraven. Destijds zijn de grafvondsten uitvoerig onderzocht en zijn allerlei monsters genomen van onder meer crematieresten en houtskool.

Nieuwe analyses

Het grafveld is nu onder de loep genomen door een multidisciplinair team van archeologen, fysisch-antropologen en chemisch analisten. De grafgiften en botresten zijn intensief onderzocht met moderne methoden als gaschromatografie, lipiden-, isotopen- en houtskoolonderzoek, ook zijn de gebruikssporen op de voorwerpen geanalyseerd. Van een aantal van de overledenen kon op basis van crematieresten het geslacht en de leeftijd worden vastgesteld. Op basis van die gegevens kan onder meer geconcludeerd worden dat vuurstenen pijlspitsen en stenen bijlen, die traditiegetrouw aan mannen worden toegeschreven, in Elsloo ook veelvuldig voorkomen in vrouwengraven. Het traditionele idee dat grafgiften, als persoonlijke eigendommen, representatief zijn voor het dagelijks leven en geslacht van de overledenen staat hiermee in een nieuw licht.

Begraven uit respect

Opvallend is dat graven van ouderen, met name van vrouwen, rijk zijn uitgerust. Er lijkt een zekere status te koppelen aan ouderdom. Dit gaat samen met de gedachte dat ouderen het kennisreservoir van een gemeenschap vormen en dat zij de verwantschapsnetwerken met andere bandkeramische dorpen onderhielden. Ouderen zijn daarmee cruciaal om als groep te overleven. Ook lijkt er sprake van een ‘begrafenistraditie’ met specifieke grafgiften en rituelen, die vaak te maken hebben met jacht, voedselbereiding, houtbewerking en lichaamsversiering. Zo zijn veel overledenen besprenkeld met rode oker. Daarnaast zijn vrijwel alle grafgiften intensief gebruikt, ongeacht geslacht en leeftijd van de overledene. Het lijken specifieke gebruiksvoorwerpen van de nabestaanden te zijn die doelbewust in het graf zijn meegegeven. De rol van de levenden, hun keuzes en rituelen rondom de dood komen daarmee duidelijk in beeld.

Elsloo en de Bandkeramische cultuur

Het grafveld van Elsloo in de gemeente Stein is het oudst bekende grafveld in Nederland (circa 5100-4950 v.Chr.). Het werd opgegraven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onder leiding van prehistoricus Pieter Modderman (1959) en door de Universiteit Leiden (1966). De vondsten zijn sindsdien in beheer van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Zwartwit foto met daarop studenten, geestelijken, arbeiders en collega’s die toekijken hoe door prof. dr. Modderman (rechts) graf 96 wordt opgegraven
Beeld: ©Universiteit Leiden
Onderzoekers. Onder toeziend oog van studenten, geestelijken, arbeiders en collega’s wordt door prof. dr. Modderman (rechts) graf 96 opgegraven, 1966

Onderzoek

Dit onderzoek is uitgevoerd door een multidisciplinair team wetenschappers onder leiding van Archol, het Rijksmuseum van Oudheden en de Universiteit Leiden, binnen het programma Kennis voor Archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).