Archeologie voor professionals en de Erfgoedwet

De uitgangspunten uit het Verdrag van Valletta (Malta) blijven in de Erfgoedwet de basis van de Nederlandse omgang met archeologie. De belangrijkste verandering voor archeologen is de vervanging van de opgravingsvergunning door een wettelijk geregelde certificering. Ook beschermt de Erfgoedwet het maritieme archeologische erfgoed beter.

Foto van een duiker met een Rijksmonumenten-bordje
Beeld: Ron Offermans
Met de Erfgoedwet is het archeologisch erfgoed onder water beter beschermd

Wie heeft met de Erfgoedwet te maken?

Iedereen die archeologie bedrijft in Nederland heeft met de Erfgoedwet te maken. Denk aan grote en kleine marktpartijen, amateurarcheologen, detector-amateurs, gemeenten en provincies.

Wat staat er in de Erfgoedwet over archeologie?

Certificering in plaats van opgravingsvergunning

Het certificaat kan worden aangevraagd bij één van de certificerende instellingen als vermeld op de www.sikb.nl. Via audits controleren deze of de aanvrager voldoet aan de gestelde normen. Tot 1 juli 2017 hadden houders van een opgravingsvergunning de tijd om de gewenste certificaten te verkrijgen. Na die datum mogen alleen gecertificeerde organisaties nog opgraven, tenzij de opgraving vóór 1 juli 2016 is aangevangen. Op de website van de SIKB zijn alle certificaathouders terug te vinden.

Schematische weergave van Archeologie, het nieuwe certificeringsstelsel
Beeld: RCE
Het is verboden zonder certificaat opgravingen te verrichten. Organisaties die professioneel archeologische opgravingen uitvoeren kunnen kiezen uit verschillende certificerende instellingen om een certificaat aan te vragen.

Betere bescherming maritiem erfgoed

In de afgelopen jaren is gebleken dat de bescherming van ons archeologisch erfgoed onder water onvoldoende is. Vaak ligt dat namelijk op in plaats van in de bodem. In de Erfgoedwet is nu expliciet aangegeven dat ook het verplaatsen of verwijderen van cultureel erfgoed onder water een opgraving is en dat daarvoor dus een certificaat verplicht is.

De verdeling tussen de Erfgoedwet en de Omgevingswet

Gemeenten hebben een belangrijke rol in het archeologische stelsel. In bestemmingsplannen houden ze rekening met (te verwachten) archeologische waarden. Dit blijft in stand, maar wordt overgeheveld naar de nieuwe Omgevingswet. Alle onderdelen rond de omgang met cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving komen daarin terecht.

De vuistregel voor de verdeling tussen de Erfgoedwet en de nieuwe Omgevingswet is:

  • Het certificeringsstelsel en de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten in de Erfgoedwet.
  • De omgang met archeologie in de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet.

Onderdelen van de Monumentenwet 1988 die in 2021 naar de Omgevingswet over gaan, blijven van kracht tot die wet in werking treedt. Ze zijn opgenomen in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet.